Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Actualiteit » Verslagen » Verslag KNAW debat over kunst en gezondheid

Verslag KNAW debat over kunst en gezondheid

Kan kunst een bijdrage leveren aan de volksgezondheid, en zo ja, hoe?
De effectiviteit van de kunsten in de gezondheidszorg was onderwerp van een levendig debat in het Trippenhuis in Amsterdam op 30 januari jongstleden, georganiseerd door de KNAW en de Boekmanstichting. Onder voorzitterschap van Jos van der Meer, emeritus-hoogleraar interne geneeskunde aan het Radboud Universiteit Medisch Centrum, namen medici, therapeuten, onderzoekers, beleidsmakers en betrokkenen uit het culturele veld het thema kunst en gezondheid onder de loep. Wanneer ben je eerder beter en wat voltrekt zich in het brein om je eerder beter te laten voelen?

Aan de gedachtewisseling hierover gingen twee presentaties vooraf door respectievelijk wetenschapsjournalist Mark Mieras en sociaal-wetenschapper, muziekwetenschapper en musicus Rineke Smilde.

Mark Mieras
Mark Mieras doet al jaren onderzoek naar de werking van kunst op de kwaliteit van leven en de vraag of en, zo ja, hoe kunst ons gezonder kan maken. Wat doet kunst met de vitaliteit van mensen? Hij bood een beknopt overzicht van welk onderzoek al gedaan is naar dit thema.

Aan onderzoek blijkt in het geheel geen gebrek te zijn, ware het niet dat vele onderzoeken methodologisch rammelen, volgens Mieras. Uit een analyse door de University of California in 2012 kwam naar voren dat van de ruim 2200 onderzoeken op dit terrein slechts 11 deugdelijk waren. Deze rapporten bevestigden overigens wel de positieve impact van kunst op de vitaliteit van mensen. Net als de andere onderzoeken die Mieras voor het voetlicht bracht.  Ouderen die actief aan kunst deelnemen of kunst genieten, zijn weerbaarder, gebruiken minder medicijnen en bezoeken minder vaak een dokter. Maar om hard bewijsmateriaal te verkrijgen zijn methodologisch verantwoord onderzoek en inzicht in de werkingsmechanismen noodzakelijk.

Op het gebied van kunst en gezondheid onderscheidt Mieras vijf terreinen: medical humanities, waarin breed wordt gekeken naar de invloed van cultuur op mensen, built environment, community arts, art in hospitals, en art therapists. Laatstgenoemde categorie is het meest adequaat onderzocht. De conclusie is telkens dat kunstherapie, vaktherapie genoemd, complementair is aan de bestaande geneeskunst. Kunsttherapie verhoogt de weerbaarheid en vitaliteit van patiënten, en hun vermogen om te herstellen en tegenslagen te overwinnen. De kracht van kunst ligt in het preventief bijdragen aan vitaliteit, aldus Mieras. Hij zette uiteen dat er vier theorieën beschikbaar zijn die de werkingsmechanismen voor het effect van kunst op de vitaliteit en gezondheid kunnen verklaren.

Ten eerste is er de trainingstheorie. Als mensen bijvoorbeeld werkelijk worden uitgedaagd om te acteren of te musiceren, leidt dit tot veel betere resultaten op het gebied van geestelijke ontwikkeling en het functioneren van het geheugen, dan reguliere geheugenoefeningen. Hetzelfde geldt voor danstherapie. Het ‘serieus’ bezig zijn met lopen in de context van dans blijkt veel effectiever voor patiënten dan de standaard looptraining. Tegen de verwachting in is het effect van passieve muziekbeoefening (luisteren) op gezondheid en gemoed net zo groot als actieve beoefening. Ten tweede noemde Miras de attention restoration theory. Fascinatie is hierbij het cruciale element. Uit onderzoek komt naar voren dat kunst, net als natuur, iets doet met ons brein, in het bijzonder het aandacht systeem. Fascinatie leidt ertoe dat we in ons brein de aandacht als het ware vasthouden. We creëren daarmee een soort vluchtheuvel of rustpunt.

De polyvegal theory is de derde theorie en betreft netwerken in het brein die sociaal vermogen verbinden met het hart. Deze verbindingslijnen stimuleren de geestelijke weerbaarheid.

De vierde en laatste theorie, narrative default mode netwerk, was tevens een brug naar de voordracht van Rineke Smilde over de overdracht tussen musici, dementerenden en hun verzorgers. De kracht van verhalen is hierbij het centrale thema. In kunst kun je jezelf herkennen, legde Mieras uit, want kunst gaat over mensen. Dankzij kunst kun je zoeken naar de beste versie van jezelf. Kunst is daarom betekenisvol voor iemand wanneer het leven tegenzit.

Bovengenoemde theorieën kunnen als leidraad dienen om de positieve effecten van kunst beter te kunnen aantonen. ‘We kunnen de samenleving ermee laten zien waarom er vooral niet bezuinigd mag worden op de kunsten’, aldus Mieras. 

Rineke Smilde
Sociaal-wetenschapper, muziekwetenschapper en musicus Rineke Smilde is lector Lifelong Learning in Music & The Arts aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen en verbonden aan de University of Music and Performing Arts Vienna. Ze benadrukte dat zij en haar collega’s geen medici of muziektherapeuten zijn, maar professionele musici en andere kunstenaars. Ze verricht geen kwantitatief, maar kwalitatief wetenschappelijk onderzoek. Het doel is tweeledig: het uitdragen van de relatie tussen muziek en samenleving, en het professioneel ontwikkelen van musici. 

Healthy aging through music and the arts is de naam van een onderzoekslijn in dit kader waarin de Hanzehogeschool Groningen en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) een sleutelfunctie bekleden. Het onderzoek Parkinson, singing in patience with Parkinson’s disease maakt hier deel van uit. Het is een kleinschalige studie onder 15 patiënten met de ziekte van Parkinson en daardoor een afwijkend stemgeluid. Aangezien uit onderzoek blijkt dat het effect van muziek op hun bewegingspatroon groot is, was de hypothese dat muziek ook een faciliterend effect heeft op stemgebruik. De conclusie was bevestigend.

Ook wordt in samenwerking met het UMCG onderzoek verricht naar de effecten van muziek op het verstaan van spraak bij patiënten bij wie cochleaire implantaten, een kunstmatig slakkenhuis, in het oor zijn ingebracht. Onderzocht is verder de impact van live muziek op het welzijn van patiënten zodat ze na een ziekenhuisopname minder ontregeld naar hun  huis kunnen terugkeren, evenals het effect van muziek vlak voor een operatie op pijnbeleving.

Deze projecten vragen behalve van de patiënten ook een investering van de deelnemende kunstenaars, legde Smilde uit. Ze dienen hun comfortzone te verlaten en zich te verplaatsen in de ander (transformative learning).

Er bestaat overigens veel onderzoek dat aantoont dat muziek heilzaam is voor mensen met dementie. Zo heeft het onderzoek Muziek en dementie, dat na 5 jaar in 2014 is afgerond, aan het licht gebracht hoezeer samenwerking tussen musici, patiënten en de verzorgers de kwaliteit van leven van patiënten  kan verbeteren. Ook de musici zijn zeer enthousiast over de samenwerking. Zij beschouwen het als buitengewoon leerzaam om door middel van muziekbeoefening als het ware gezamenlijk op zoek te gaan naar de patiënt in zichzelf. Voor zolang het duurt ontstaat er tijdens de sessies werkelijk contact. De essentie is het ontdekken van de mens achter de patiënt. Daar is iedereen bij gebaat. De musici spreken hierbij van ‘tuning in’.

Bij dit soort onderzoeken kun je eigenlijk niet spreken van input en output. Volgens Smilde moet je het zoeken in kleine sociale veranderingen, zoals de acceptatie door verzorgers van de wispelturigheid van dementerenden. Patiënten zijn doorgaans in zichzelf opgesloten, maar kunnen zich zodra ze een dirigeerstok in handen krijgen, van het een op het andere moment ontpoppen als dirigenten die de regie in handen hebben.

Discussie
Na een korte pauze volgde  een brede discussie tussen de aanwezigen. Henk Maassen, redacteur van Medisch Contact, vroeg zich af wat de rol van literatuur is. Gaan de door Mieras genoemde theorieën ook op voor leeservaringen? Volgens Mieras zeer zeker. ‘Een boek lezen doe je immers samen met de schrijver’, aldus Mieras, ‘en is dus een heel sociale activiteit’.

Joost Kuggeleijn, beleidsmedewerker Erfgoed en Kunsten bij het ministerie van OCW, vertelde dat het ministerie het onderzoek vooruit wil helpen. Minister Bussemaker benadrukt in haar beleid het verband tussen cultuur en zorg, en wil verder onderzoek stimuleren. Miriam l’Herminez, programmasecretaris Infectieziekten en voorzitter Kunstcommissie, ZonMw-NWO, vertelde dat een speciale stuurgroep van ZonMw een inventarisatie heeft gemaakt van onderzoek naar complementaire geneeskunde, waarvan muziektherapie een klein deel uitmaakt (Signalement Ontwikkeling en Implementatie van evidence-based complementaire zorg). Momenteel heeft ZonMw contact met het ministerie van OCW en werkt de stuurgroep aan een advies voor het ministerie van VWS (2015).

Juist het onderzoek was een veelbesproken thema, in het bijzonder de kwaliteit ervan en het belang van evidence based onderzoek. Precies waar het nu aan ontbreekt. Met name Hans Jeekel, hoogleraar chirurgie aan het Erasmus Medisch Centrum, benadrukte de noodzaak ervan. Als we werk willen maken van muziek als behandelingsmethode, dan is goed onderzoek noodzakelijk, legde hij uit. Het is bovendien de enige manier om tot een officiële richtlijn te komen.

Neerlandicus Frits van Oostrom waarschuwde voor al te hoge verwachtingen van wetenschappelijk onderzoek (‘door de scanner halen’). Uit onderzoek weten we dat mensen van oudsher literatuur als troostrijk en, in het geval van muziek, ook als helend ervaren. Mensen dichten de kunsten een zekere magie toe. Kunstenaars moeten dan ook een beetje dienend zijn. ‘U spreekt uit uw hart’, reageerde Jeekel. ‘Dat is heel goed, maar ook gevaarlijk’. Hij pleitte ervoor de routing van evidence based onderzoek vooral niet los te laten, want het risico bestaat dat anders de discussie van tafel wordt geveegd. We hebben overtuigende signalen dat het draaien van muziek tijdens operaties kan leiden tot minder pijnbestrijding een positieve impact heeft op de bloeddruk, en dat patiënten soms zelfs een dag eerder naar huis kunnen. We moeten er in blijven geloven en op zoek gaan naar goede onderzoeksmethoden om tot harde bewijzen te komen. Daarna kunnen we tevens beargumenteren dat we met de toepassing van kunst kosten kunnen besparen en daarmee aankloppen bij de zorgverzekeraars. Mieras relativeerde: het inzetten van de wetenschap om het draagvlak te vergroten is belangrijker dan het vinden van bewijzen.

Peggy Olislaegers, directeur Nederlandse Dansdagen, keerde zich faliekant tegen de dienende kunstenaars. Kunst moet juist ontregelen. ‘We moeten kunst vooral niet inlijven bij de zorg. Het gaat toch om een gelijkwaardige ontmoeting?’ Zij vertelde over de indrukwekkende toepassingen van dans en expressie bij Parkinsonpatiënten. Daarbij gaat het om de expressieve werking van dans, legde ze uit, en minder om de techniek. Topinstituten zouden zich ook hiervoor moeten inzetten, ook het Nationale Ballet. Plus de universiteiten, viel Jeekel haar bij. Maar dan moeten onderwijsinstellingen daar wel ruimte voor maken, aldus Sabrina Kamstra, hoofd Kunstzaken, bij het Academisch Medisch Centrum Kamstra. Zij vertelde over een onderzoek in het kader van Hacking Healthcare door studenten van verschillende studierichtingen aan de Universiteit van Amsterdam (medicijnen, sociologie, informatica) en de Gerrit Rietveld Akademie. Het bleek behoorlijk ingewikkeld te zijn om te verantwoorden binnen de geijkte onderwijsstructuur. Kortom, daar valt nog veel winst te behalen.

Arko Oderwald, bijzonder hoogleraar Literatuur en geneeskunde aan de Universiteit voor Humanistiek vroeg zich af waarom je zou moeten bewijzen dat kunst werkt, als de bewijzen duidelijk zichtbaar zijn? De medische wereld is nu eenmaal conservatief, reageerde Jeekel. Ondanks het feit dat van de reguliere geneeskunde slechts 30 tot 40 procent evidence based aangetoond is. ‘Dus minstens 60 procent niet’.

Kunst zit al in een moeilijk hoek, verzuchtte Marielle Hendriks, directeur van de Boekmanstichting. Hoe kunnen we dat veranderen? ‘Daarvoor hebben we jullie argumenten nodig’, hield ze de medici voor. We moeten er in blijven geloven, stak Jeekel allen een hart onder de riem. Want dan kunnen we een punt maken!

Het najaarsnummer van het tijdschrift Boekman (nummer 104) heeft als thema ‘kunst en gezondheidszorg'. De dynamiek van de discussie zal zijn weerslag krijgen in dit nummer.

 

Bekijk meer: Verslagen

Partners & subsidiënten