Een goed gesprek in The Niteshop
In The Niteshop – buurtwinkel, cultuur- en kenniscentrum én barbershop in Rotterdam-Delfshaven – discussiëren de vrienden Malique en Mo, met een glas thee bij kapper Gaaf, over de waarde van the Culture in de dagelijkse praktijk. ‘Beleid poetst en poldert alles weg wat te echt, te hard en te rauw is.’ Een gesprek over de kracht van onafhankelijkheid.
Begin
Mo kijkt gespannen naar zijn theeglas. Kauwend op de vraag of hij onderdeel is geworden van het probleem. Hij worstelt met zijn rol als verbinder. ‘Ik weet jij vindt verbinden een vies woord Malique, maar ….’ Hij stopt halverwege zijn zin, alsof hij niet de juiste woorden kan vinden. ‘Maar we hebben geen keus, bro! We willen toch meer ruimte voor the Culture?’
Het gezoem van de barbers tondeuse en het geritsel van de zak pipa’s op tafel vullen de stilte. De Tupac op de poster aan de muur luistert waakzaam mee. Ook de ruimte is getuige van dit gesprek. Ik leun achterover, de frons op mijn voorhoofd ontspant. ‘Het gaat niet om het woord, bro.’ Mo maakt, terwijl ik praat, de choreografie compleet door voorover te leunen. ‘Het gaat om de betekenis ervan in de praktijk. Verbinden is codetaal voor het wegpolderen van onze cultuur. Tis hoe een spindoctor business as usual zou verpakken.’
Mo schuift zijn theeglas heen en weer over de toonbank, het glas gromt licht door de wrijving. ‘Ik snap je’, zegt hij, maar zijn toon verraadt twijfel. ‘Als wij geen bruggen slaan, dan moet de volgende generatie weer alles opnieuw uitvogelen. En dat willen we toch ook niet? Neem bijvoorbeeld dat Unesco-adviesrapport. Iedereen praat erover – beleidsmakers, musea, fondsen. Maar hoeveel van hun snappen echt waar het over gaat? Dit is een kans voor ons om hun te coachen. Want weet je hoeveel geld er omgaat in de coachingwereld?’
De frons op mijn gezicht veert terug, in een soort muscle memory van jarenlange hossel-hoofdpijn. Mijn toon verscherpt. ‘Precies, bro. Dat is het probleem. Geld is óók een vorm van controle. Ze kopen onze tijd, onze denkkracht. Maar voor wat? Zodat we deze gatekeepers helpen zichzelf in stand te houden? Waarom? Voor veel van hen blijkt “ons” vertegenwoordigen te vaak een carrièremove.’
Mo zucht gefrustreerd. Zijn ogen dwalen af naar de Tupac aan de muur. Alsof hij daar de woorden zoekt die hij niet hardop durft te zeggen. Hij laat z’n glas los en recht z’n rug. ‘Ik snap dat jij moe bent, dus waarom steeds dwarsliggen… Helemaal nu we momentum hebben.’
Ik bijt op mijn tong. Honderden argumenten vliegen door mijn hoofd. Mo bedoelt het goed, dat weet ik, maar elke generatie heeft z’n Mo’s. Vertegenwoordigers van zogeheten minderheden die hun ‘seat at the table’ verwarren met echte verandering. Ook deze Mo zit gevangen in de intergenerationele draaimolen van schijnmomenta. Dat maakt het discussiëren over doelen en hoe die te bereiken er niet makkelijker op, maar ewa ja, wat ga je doen… Mo heeft een gezin, een baan en een lifestyle te onderhouden.
‘Tussen de levensmiddelen, scheermessen, kunst en boeken, denkt men na over de waarde van the Culture in het vormgeven van het dagelijks leven, de stad, maar zeker ook wat de waarde ervan is voor de hele creatieve industrie.’
Midden
The Niteshop is een plek waar mensen samenkomen om na te denken over het leven. Tussen de levensmiddelen, scheermessen, kunst en boeken, denkt men na over de waarde van the Culture in het vormgeven van het dagelijks leven, de stad, maar zeker ook wat de waarde ervan is voor de hele creatieve industrie. Wat ooit begon als een grassrootsbeweging is nu onmisbaar in het relevant houden van lifestylemerken en publieke instellingen. Met de cool en sauce als brandstof voor verbeelding. Maar wat betekent dit succes voor the Culture en haar gemeenschappen?
Hier in de The Niteshop gaat het niet over Hiphop als product, maar als proces – een manier van denken en handelen die haar kracht vindt in de marges. De mensen die samenkomen in de shop, begrijpen dat the Culture meer is dan fashion en entertainment. Het is een manier om de wereld opnieuw te verbeelden, om waarde te creëren vanuit niets, en om ruimte te claimen waar die eerder werd ontkend. De shop is een plek waar we die cool en sauce inzetten om de stad, onze leefomgeving, te transformeren.
Mo en ik vinden beiden inspiratie in de kracht van Hiphop en de culturele leefwereld waaruit die ontstaat. In de definitie die ik hanteer, is ‘the Culture’ de populaire benaming van deze leefwereld. Maar Mo en ik verschillen van mening over hoe die waarden en kwaliteiten te beschermen. Helemaal in een tijd waarin the Culture weer een instrument is geworden voor een soort institutionele relevantie. Mo herkent deze exploitatiedynamieken intuïtief, maar hij heeft ze niet bewust bestudeerd. Zijn kennis van the Culture is impliciet, gevormd door zijn persoonlijke ervaringen en zijn jarenlange rol als verbinder. Een rol die hem overigens dicht bij de machtsstructuren bracht die nu interesse tonen in deze cultuur – vaak met goede bedoelingen, maar zelden met een goed begrip van wat het echt betekent. Het is die positie, die verbinding met de gevestigde orde, die Mo aantrekkelijk maakt voor ‘a seat at the table’. Zijn aanwezigheid bij vergaderingen biedt de instanties waar hij wordt uitgenodigd een vorm van legitimiteit; hij is iemand die de taal van de gemeenschap spreekt én die van hen. Wat een krachtige positie kan zijn als je er bewust mee omgaat. Maar hoe of waar leer je dat? Helemaal omdat hij juist in deze rol vooral tijd doorbrengt met mensen die een oppervlakkig begrip hebben van Hiphop en the Culture, lijkt hij zich ook aan te passen aan hun gebrek aan kennis. Want waarom zou hij investeren in een fundamenteler begrip als de mensen met wie hij werkt die diepgang niet nodig lijken te hebben?
Er loopt een klant binnen voor Gaaf. Hij geeft iedereen een boks en gaat zitten in de kappersstoel. ‘Het gaat niet alleen om wie toegang krijgt’, zeg ik tegen Mo. Ergens twijfel ik of dit gesprek überhaupt zin heeft. Ik zit vast in een patroon waarin ik mensen met een intuïtief begrip koste wat kost probeer te bereiken, alsof het mijn verantwoordelijkheid is. Maar waarom? Waarom niet gewoon stoppen? Ik maak m’n zin toch af: ‘Het gaat om wie de voorwaarden bepaalt bro. Wie bepaalt de spelregels? Het gaat om die gatekeepers.’ Ik trek de deur van de koelkast, een van onze boekenkasten, open en pak er een boek uit. Het koele papier vormt een welkome tegenstelling tot ons verhitte gesprek. ‘Dit is niet de eerste keer dat the Culture wordt gevormd tot iets pervers’, zeg ik, terwijl ik door The Hip Hop Wars van professor Tricia Rose blader. ‘Hier… ze schrijft over wat zij de gangster-pimp-ho-trinity noemt. Drie archetypes waartoe de muziekindustrie in de VS rappers al decennialang reduceert. Waarom? De extreme clichés van de gangster en de stripper zijn goed voor de bottom line. De trinity van Rose is een soort Culturele safari voor jonge witte mensen in Middle America, voorbij de oprechte kennismaking met een andere leefwereld.’ Ik kijk op en zie hoe Mo’s ogen mijn bewegingen volgen, gefocust. ‘De aandacht voor the Culture in het Nederlandse cultuurveld is in mijn beleving net zo exploitatief’, ga ik verder.
‘Beleid poetst en poldert alles weg wat te echt, te hard en te rauw is.’
‘Alleen doet beleid in de publieke sector effectief het tegenovergestelde.’ Mijn stem zakt een beetje. ‘Beleid poetst en poldert alles weg wat te echt, te hard en te rauw is. Het maakt van Hiphop iets dat past in de communicatiestrategie van GroenLinks-PvdA, D66, of erger nog, het Concertgebouw.’
Mo barst in lachen uit, zo hard dat de hele ruimte opschrikt. ‘HAHAHAH, ainaaa!’ roept hij. Gaaf kijkt hem streng aan. ‘Browski’, zegt hij, met de tondeuse in zijn hand. ‘Bijna heb je deze man’s overloop verpest. Doe rustig. Straks lopen jij en deze man allebei scheef naar buiten.’ Mo kijkt hem aan. ‘Sorry broer, maar praat met je boy!’ En wijst mij lachend aan.
Nu Gaaf de spanning vakkundig uit de ruimte heeft gehaald, gaat hij verder met zijn klant. Dit gesprek voelt zwaar, maar de plek waarin we zitten biedt een tegenwicht. The Niteshop is niet zomaar een winkel of een barbershop; het is een verbeelding van wat Culturele infrastructuur kan zijn. Een plek waar je niet alleen komt om iets te kopen of om je fade te fixen, maar om te denken, te botsen, en te groeien. Hier, tussen de levensmiddelen en random gesprekken, wordt iets gecultiveerd dat groter is dan de ruimte zelf. Een infrastructuur die als doel heeft the Culture te verstevigen. Ruimte om onszelf te definiëren zonder ons aan te hoeven passen aan de verwachtingen van een zogeheten Leitkultur. Dit gesprek zou ergens anders misschien niet eens mogelijk zijn – niet in deze vorm. Zonder plekken zoals deze verdwijnen we in iemand anders wereldbeeld.
‘Misschien’, begin ik… Ik val even stil… en maak de zin af in mijn hoofd. Misschien heb ik dit gesprek net zo hard nodig als hij. Mo gaat verder. ‘Weet je’, zegt hij helder, ‘precies dìt zie ik steeds gebeuren in die raden. We praten over inclusie, maar wat gebeurt er echt? Het moet vooral passen in hun plaatje. Soms voelt het alsof ik er vooral ben om hun progressieve zelfbeeld aan hun te bevestigen.’ Zijn glas gromt weer en ditmaal spilt hij thee. ‘In die raden…. dingen moeten vooral gezellig blijven toch. Weinig wrijving, laat staan confrontatie. En ik zie hoe ik me daaraan aanpas. Hoe ik mezelf filter, zodat ik “bruikbaar” blijf.’ Hij kijkt om zich heen. ‘Misschien is dat wat ik hier voel’, zegt hij. ‘Hier hoef ik niet bruikbaar te zijn. Hier ben ik gewoon Mo.’
‘Dat is waar ik me zorgen om maak: de manier waarop onze Cultuur van buiten wordt gefilterd en gepasteuriseerd. Wat blijft ervan over…’
Eind
We ruimen samen de thee op. ‘Weet je’, zeg ik, ‘ik snap ’t. Het is niet makkelijk, steeds weer datzelfde rondje in de molen.’ Ik leg de theedoek neer en kijk Mo aan. ‘Het gaat trouwens niet alleen om verbinders, hè. De echte filtering gebeurt op een ander niveau. Het zijn, zoals ik zei, de gatekeepers binnen de instituten die zich vaak niet bewust zijn van hun plek. Die bepalen welke stemmen worden versterkt en welke niet. Dat is waar ik me zorgen om maak: de manier waarop onze Cultuur van buiten wordt gefilterd en gepasteuriseerd. Wat blijft ervan over… Nog steeds wordt het gevormd, geslepen door geldstromen. Eerst was het commercie. Nu zijn het publieke instellingen.’ Mo kijkt me aan. ‘Maar wat dan wel?’
Ik schenk onze glazen vol terwijl ik nadenk. ‘Hier’, zeg ik, en gebaar om me heen. ‘Hier kun jij je kijk op the Culture stap voor stap verrijken. Je hoeft niet meteen veel te weten, maar het begint met dit soort gesprekken.’ Ik kijk hem aan, zoekend naar woorden die niet te zwaar klinken. ‘Eerlijk… soms vraag ik me af wat het nut is van deze gesprekken. Het is vermoeiend, steeds vechten om wisselgeld, struggles met organisaties die … Ewa ja, wat ga je doen…’ Ik leun iets naar voren. ‘Liever struggle ik met óns. Want als we leren anders te kijken naar onze leefwereld, leren we uiteindelijk ook anders kijken naar onszelf. En dát is de kracht van onafhankelijkheid, bro. Dat is hoe we voorkomen dat onze creativiteit, die sauce gegentrified wordt.’
Mo kijkt om zich heen, alsof hij de shop voor het eerst echt ziet. ‘Misschien is dat wel waarom deze plek voelt zoals hij voelt’, zegt hij. ‘Het geeft ruimte.’ En dan, met chest: ‘We hebben meer van dit soort plekken nodig, man. Eigen plekken, zodat we niet steeds gasten hoeven te zijn in iemand anders huis.’
Gaaf zet man at the garden van Kendrick Lamar aan. ‘I deserve it all…’
In The Niteshop – buurtwinkel, cultuur- en kenniscentrum én barbershop in Rotterdam-Delfshaven – discussiëren de vrienden Malique en Mo, met een glas thee bij kapper Gaaf, over de waarde van the Culture in de dagelijkse praktijk. ‘Beleid poetst en poldert alles weg wat te echt, te hard en te rauw is.’ Een gesprek over de kracht van onafhankelijkheid.

Malique Mohamud
Malique Mohamud is ontwerper, strateeg en Hiphop-futurist. Hij is creative director van het ontwerp- en adviesbureau Concrete Blossom.