Kun je de resultaten en effecten van je cultuurbeleid meten, en zo ja, hoe?
Hoe verantwoord je de besteding van je cultuurbudget?
Maatschappelijke ontwikkelingen maken dat beleidsmedewerkers, politici en rekenkamers publieke uitgaven aan cultuur helder en inzichtelijk willen maken. Zo wordt er steeds meer gewerkt met subsidieafspraken in contracten met prestatie-indicatoren. Maar welke indicatoren zeggen iets over het succes of falen van je cultuurbeleid? Hoe meet je dit alles precies? Zijn die zaken altijd wel meetbaar? En wordt de kunst er beter van of scheelt het in de portemonnee? Daarover organiseren de Boekmanstichting en de VNG een discussiemiddag op vrijdag 11 januari 2013 in het gebouw van de VNG in Den Haag.
Leidraad in het programma was de nieuw verschenen publicatie:
Effectief cultuurbeleid: leren van evalueren van Quirijn van den Hoogen, met medewerking van Letty Ranshuysen, Jan Simons, Teunis IJdens en Rudi Turksema.
In dit boek onder meer elf gouden tips voor het opzetten van een bruikbare en betrouwbare evidence base in het cultuurbeleid. Daarnaast wordt uitgelegd hoe met een beperkte evidence base toch uitspraken over het cultuurbeleid kunnen worden gedaan. Tenslotte maken verschillende deskundigen de stand van de evidence base voor onderdelen van het Nederlandse cultuurbeleid op, zowel op gemeentelijk als op landelijk niveau.
Het boek is in het verlengde van de publicatie van Claartje Bunnik en Edwin van Huis Niet tellen maar wegen: over de zin en onzin van prestatieafspraken in de culturele sector verschenen.