Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Gekwantificeerde kwaliteit. Een studiemiddag over de controleerbaarheid van kunstbeleid

Deze activiteit heeft plaatsgevonden op:

Donderdag 27 jan ’11

Gekwantificeerde kwaliteit. Een studiemiddag over de controleerbaarheid van kunstbeleid

Op donderdag 27 januari 2011 vond de studiemiddag Gekwantificeerde kwaliteit over de controleerbaarheid van kunstbeleid plaats in de Barcelonazaal van het ministerie van OCW.

De middag werd ingeleid door Quirijn van den Hoogen en Cas Smithuijsen leidde de forumdiscussie met: Letty Ranshuysen (Onderzoek in de cultuursector), Frank Huysmans (UvA), Hans van Maanen (RuG), Robert Oosterhuis (OCW), Stef Oosterloo (gemeente Rotterdam), Teunis IJdens (Cultuurnetwerk Nederland en Fonds Cultuurparticipatie). Rudi Turksema (Algemene Rekenkamer) hield een slotbeschouwing.

Vraagstelling van de studiemiddag
Er bestaat een toenemende behoefte om op basis van onderzoeksresultaten te kunnen vaststellen of het beleid van de overheid effectief is. Deze tendens wordt ook wel aangeduid als evidence-based policy. Het cultuurbeleid vormt hierop geen uitzondering. In toenemende mate gaan overheden er toe over om aparte afdelingen in te richten die monitoren en evaluatie van beleid tot kerntaak hebben.

Deze afdelingen, met fraaie namen als ‘contractmanagement’, ‘relatiebeheer’ of ‘monitoring en subsidies’, stellen zich niet alleen ten doel de diverse subsidierelaties van de overheden te stroomlijnen, maar ook om informatie te genereren die het mogelijk maakt het effect van cultuurbeleid te evalueren en de resultaten ervan te beoordelen. Van instellingen worden steeds meer gegevens gevraagd die niet alleen het functioneren van de eigen instelling, bijvoorbeeld in financiële termen, inzichtelijk maken maar die ook als evidence-base dienen om het nut van cultuursubsidies in de samenleving aan te tonen. Sinds 2009 geldt de eis van het werken met zogenaamde prestatie-indicatoren, die overigens door de instelling zelf ontworpen mogen worden.

Op deze studiedag stond de vraag centraal hoe de leverantie van door de overheid verifieerbaar en bruikbaar geachte gegevens in het cultuurbeleid uitpakt. Meten we wel wat we zouden moeten meten? En: kan nu met een substantiële mate van betrouwbaarheid worden vastgesteld dat de doelstellingen die in de beleidsprogramma’s van overheden worden geformuleerd ook worden gerealiseerd? Is de angst voor een papieren werkelijkheid die niets van doen heeft met het werkelijke belang van de kunsten in de samenleving ongegrond?

Programma en sprekers

Quirijn van den Hoogen, (RuG, afdeling Kunsten, Cultuur en Media) zal de studiemiddag inleiden. Hij promoveerde op 1 juli 2010 op het evalueren van podiumkunstbeleid van Nederlandse gemeenten.

Na een korte pauze vond er onder leiding van Cas Smithuijsen een forumdiscussie plaats met vertegenwoordigers uit wetenschap, beleidspraktijk en kunstenveld: Letty Ranshuysen (vanuit de Museummonitor betrokken bij beleidsevaluatie), Frank Huysmans (bijzonder hoogleraar bibliotheken UvA en programmamanager onderzoek van het sectorinstituut voor openbare bibliotheken), Hans van Maanen (hoogleraar kunst en maatschappij, voormalig bestuurslid van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten), Robert Oosterhuis (programmamanager onderzoek van het ministerie van OCW), Stef Oosterloo (directeur van de Dienst Kunst en Cultuur van de gemeente Rotterdam) en Teunis IJdens (vanuit Cultuur¬netwerk Nederland en het Fonds Cultuurparticipatie betrokken bij evaluatie van het evalueren van projecten voor kunstparticipatie).

Rudi Turksema (Algemene Rekenkamer) maakte aan het eind van de middag de balans op in zijn slotbeschouwing. Turksema promoveerde op een onderzoek naar het overheidsbeleid t.a.v. kinderopvang en is nu vanuit de Algemene Rekenkamer betrokken bij het stimuleren van evidence-based policy.

Partners & subsidiënten