Omdat in de berekening achter deze indicator gegevens uit de publicatie 'Geven in Nederland' worden meegenomen heeft de waarde over 2017 van deze indicator een voorlopige status.
De rijksoverheid steunt de kunst- en cultuursector niet alleen met subsidies, maar ook met directe en indirecte belastinguitgaven. Op deze manier beïnvloeden burgers hoe overheidsbijdragen worden verspreid. Zij hebben namelijk fiscaal voordeel bij bepaalde bestedingen, waardoor de overheid belasting ‘uitgeeft’ of misloopt wanneer de consument deze bestedingen besluit te doen.
Meerdere van deze vormen van belastingaftrek zijn sinds 2005 afgeschaft. Het meest recente voorbeeld hiervan is de aftrek voor kosten aan een monumentenwoning die vanaf 2019 is afgeschaft. Deze komt in de cijfers van 2017 dus nog wel voor. Een nieuwe regeling is de Geefwet die sinds 2012 van kracht is en waarin via een zogeheten culturele multiplier donaties aan culturele instellingen fiscaal (extra) voordeel bieden. Bij deze update van de Cultuurindex Nederland zijn de bedragen die hiermee gemoeid zijn voor het eerst opgenomen. Deze regeling kostte de overheid in 2012 nog 9,8 miljoen euro, wat in 2017 is teruggelopen tot 6,4 miljoen.
Ten behoeve van de trendanalyse zijn alle geldstromen in de Cultuurindex Nederland gecorrigeerd voor cumulatieve inflatie in de periode 2005-2017, op basis van de jaarmutaties van de consumentenprijsindex. De betreffende prijsstijgingen zijn te raadplegen op CBS Statline (zie bronnen).
Ten behoeve van de trendanalyse zijn alle geldstromen in de Cultuurindex Nederland gecorrigeerd voor cumulatieve inflatie in de periode 2005-2017, op basis van de jaarmutaties van de consumentenprijsindex. De betreffende prijsstijgingen zijn te raadplegen op CBS Statline (zie bronnen).