Europeaan of toch niet?
‘De Joegoslavische burgeroorlog speelt in het dagelijks leven en werk van Zelovic nog steeds een belangrijke rol.’
Architect Francine Houben is medeoprichter van architectenbureau Mecanoo. Onder haar leiding is het bureau in bijna veertig jaar uitgegroeid tot een groot internationaal opererend architectenbureau. Het hoofdkantoor is gevestigd in Delft en vanuit hier leidt Houben diverse dependances verspreid over de wereld. ‘De bezetting op ons hoofdkantoor is redelijk internationaal’, vertelt de architect. ‘Ongeveer de helft is Nederlands en de andere helft komt voor een groot deel uit Europa. Daarnaast zijn er ook nog veel werknemers die een dubbele nationaliteit hebben door hun Europees verleden. Bijvoorbeeld Australiërs die hun achtergrond hebben in een land uit Europa. De mix van zoveel verschillende nationaliteiten werkt enorm inspirerend, zowel professioneel als persoonlijk.’
Lidija Zelovic ontvluchtte in 1993 het uiteenvallende Joegoslavië en bouwde in Nederland een carrière op als filmmaker. De Joegoslavische burgeroorlog speelt in het dagelijks leven en werk van Zelovic nog steeds een belangrijke rol. De filmmaker verdiept zich bijvoorbeeld in de vraag hoe lang (burger-)oorlogen nog doorwerken nadat de vrede is getekend. ‘Vóór de oorlog hoefde ik nooit te zeggen “Ik ben Joegoslaaf”, ik wás het gewoon. Toen ik gevlucht was moest ik mijzelf herdefiniëren en werd ik gedwongen erover na te denken. Inmiddels woon ik hier al dertig jaar en voel mij zeker Nederlander, maar ook Europeaan. Ik denk dat we in Europa veel interesses delen en dat verbindt ons. Ik zie problemen in het opkomende nationalisme en populisme en meen dat we de oplossing in Europa moeten zoeken.’
Jasper Verhulst is bassist en oprichter van de band Altin Gün. De geboren Amsterdammer maakte al jaren muziek toen hij bij een bezoek aan Istanbul geïnspireerd raakte door de Turkse psychedelische muziek. ‘Het leek me voor het publiek te gekke muziek om live te zien en ik besloot Turkse muzikanten in Amsterdam en omstreken bij elkaar te zoeken. De basis voor deze zoektocht was de muziek en ik heb eigenlijk niet zozeer nagedacht over identiteit. Turks-Nederlandse muzikanten zijn opgegroeid met deze liedjes en muziek en hebben er daarom gevoel bij. Ik geloof ook niet zo in grenzen. Ik snap wel dat ze bestaan, maar eigenlijk vind ik het een verouderd idee. Ik vind het hier een heel fijne plek op aarde en ik ben dankbaar dat ik hier woon, maar ik identificeer mij in eerste instantie niet zozeer als Europeaan.’
‘Europa biedt plaats aan veel verschillende culturen en achtergronden, maar kent wel een gedeelde geschiedenis en dat zie en voel je op zoveel plekken.’
Identiteit
Verhulst verduidelijkt dat hij zich allereerst Amsterdammer voelt. ‘Ik ben in de hoofdstad geboren en heb hier mijn leven opgebouwd. De stad is nog steeds mijn directe leefwereld. Hier heb ik vrienden, hier vertoef ik, ik ken dit goed. Volgens mij is het heel normaal dat je je verbonden voelt met de plek waar je bent opgegroeid. Maar als ik dan verder kijk voel ik mij ook Nederlander en vervolgens toch Europeaan. Gewoon, omdat ik het dan weer goed ken van vakanties. Ik merk dit vooral als ik in landen buiten Europa reis, dan ga ik me toch wel Europeaan voelen. Europa biedt plaats aan veel verschillende culturen en achtergronden, maar kent wel een gedeelde geschiedenis en dat zie en voel je op zoveel plekken. Als je kijkt naar de architectuur zijn er in Europa veel oude, mooie gebouwen. Heel anders dan bijvoorbeeld de VS, waar we als band geregeld komen. Daar is het zeker mooi en er is veel meer natuur, maar minder geschiedenis.’
Net als Verhulst woont Zelovic in Amsterdam en zij zegt zich ook echt Amsterdammer te voelen. Ze heeft hier haar Nederlandse leven opgebouwd. Daarnaast is Europa een belangrijk referentiekader voor haar identiteit. ‘Cultuur brengt ons als gemeenschap samen. Kunst en cultuur zijn de bovenbouw van de beschaving, laten je nadenken en maken je kritisch. De politieke verschuivingen in zowel Europa als Nederland naar meer nationalistische gevoelens zijn niet los te zien van cultuur. Vanuit rechtse hoek wordt cultuur steeds minder belangrijk gevonden en verwaarloosd, maar cultuur is een verbreding van de geest en datgene wat ons juist verbindt. Als er minder aandacht is voor cultuur dan vervalt de verbinding, dan kijkt men steeds meer naar zichzelf en naar de verschillen met anderen. Ik kijk niet naar verschillen, maar naar overeenkomsten. Ik voel mij een Nederlander die Europeaan is. Als ik me in mijn werk op Nederland richt, dan richt ik me op Europa, dat kan niet anders. Nederland is een klein land dat niet los is te zien van Europa.’
Volgens Houben is de internationale sfeer op het hoofdkantoor van Mecanoo enorm bevorderend voor een succesvolle onderneming. Maar ze ziet zichzelf en haar bureau niet zozeer als Europees. ‘Dat er voornamelijk Europeanen werken heeft vooral te maken met de open grenzen en visa die nodig zijn voor landen buiten Europa. De drempel is voor Europeanen veel lager. Als ik er goed over nadenk is Mecanoo heel erg op de Nederlandse normen en waarden georiënteerd. We zijn innovatief, ondernemend en heel open minded. Ook zijn we gericht op samenwerking en staan we open voor alle culturen, meningen en opvattingen, dat is onze kracht.’
‘We willen graag innoveren en dan moet je het als klein land hebben van uitwisseling. We kunnen veel van elkaar leren.’
Markt en beleid
Europa blijft wel erg belangrijk voor Houben. ‘Voor een architectenbureau met onze ambities is de markt in Nederland te klein; voor voldoende grote projecten moeten we over de grenzen kijken. We willen graag innoveren en dan moet je het als klein land hebben van uitwisseling. We kunnen veel van elkaar leren. Het bevreemdt me dat bepaalde opleidingen van de universiteiten buitenlandse studenten moeten gaan weigeren, terwijl we zoveel kennis met elkaar kunnen delen. Als architecten zitten we in de bouwsector en ik zie dat er op de bouwplaatsen een tekort is aan werknemers. Het is daarom belangrijk dat buitenlandse werknemers aangenomen kunnen worden. Daartoe behoren ook vluchtelingen en migranten. We hebben woningnood door een tekort aan arbeiders, maar de mensen die de woningen kunnen bouwen worden geweigerd. We moeten niet navelstaren, maar om ons heen kijken en voor elkaar open staan. Binnen de culturele sector zie je dit goed gaan, zoals bij grote dans- of theatergezelschappen die uit allerlei nationaliteiten bestaan. Als je een mengeling hebt van mensen, leer je ook vanuit verschillende perspectieven kijken.’
De band Altin Gün toert veel door Europa. ‘Dit continent is voor ons duidelijk het meest comfortabel om te bereizen en optredens te verzorgen’, vertelt Verhulst. ‘Dat heeft te maken met de mentaliteit, maar ook met de culturele infrastructuur. De steden liggen dichtbij elkaar en je reist in een paar uur van Parijs naar Berlijn of Amsterdam. In Europa zijn veel en goede podia om op te treden. Je vindt ze in bijna elke zichzelf respecterende stad. Ik heb het gevoel dat er tot voor kort in Europa relatief veel budget beschikbaar was voor kunst en cultuur. De lokale en landelijke overheden zagen het belang van kunst en cultuur wel in. Helaas merk ik dat er de laatste tijd minder oog voor is. Dat zie je bijvoorbeeld ook terug in het aanbod in de media. Waar er op radio en televisie vroeger veel ruimte was voor avontuurlijker en uitdagender programma’s raakt het nu een beetje afgevlakt. Er wordt veel meer commercieel gedacht en veel minder vanuit de kunstenaar.’
De Europese markt is volgens Zelovic te veel gericht op het Amerikaans kapitalisme. ‘Zoals het bedacht is, zou het theoretisch moeten werken, maar in de praktijk doet dat het niet. Alles wordt in cijfers uitgedrukt, het moet verkopen. Maar cultuur verkoopt nooit echt goed. In Joegoslavië was er vroeger veel culturele steun voor kleine en afgelegen gebieden. Het oude dorp van mijn vader in Joegoslavië had een cultureel centrum en een disco. Het was een levendig dorp, maar na het verdwijnen van deze zaken is het bijna uitgestorven. Wie wil daar nog wonen? Ik ben daarom geen voorstander van alsmaar doorgaande privatisering. Ik pleit voor een goed functionerende overheid die oog heeft voor de culturele waarden. Kunst en cultuur brengen gevoel en kleur. Als er geen cultuur is, onderga je een verarming van de geest en dan raak je afgestompt. De overheid moet kunst en cultuur stimuleren.’
‘Ik vind dat er in het onderwijs veel meer aandacht aan kunsteducatie moet worden besteed.’
Toekomst
Verhulst is alleen al vanuit praktische overwegingen voorstander van meer overheidsbemoeienis met kunst en cultuur. ‘Het onderhouden van kunst en cultuur kost geld, denk bijvoorbeeld maar aan huisvesting van culturele instellingen en kunstenaars. Maar het gaat ook om de waardering voor kunst en cultuur. Ik vind dat er in het onderwijs veel meer aandacht aan kunsteducatie moet worden besteed. Ik bedoel daarmee niet naar een museum gaan om een beroemd schilderij te laten zien en dan te zeggen dat het mooi is, maar de kinderen er zelf over na te laten denken. Behandel kunst, pop- en straatcultuur die dicht bij hen staat. Wat speelt er zich af in hun dagelijks leven? Analyseer een videoclip die viraal gaat en laat hen erover discussiëren, zodat ze verbanden gaan zien. Laat de kinderen zichzelf cultureel ontdekken en ontplooien. Zie kunst, cultuur, geschiedenis en maatschappij binnen het curriculum als een geïntegreerd geheel.’
Houben benadrukt dat kunst en cultuur meer inclusief kunnen en moeten worden. ‘Je ziet een interessante ontwikkeling dat bijvoorbeeld klassieke dansers gaan samenwerken met het circus of de hiphopscene. Straatcultuur en informele cultuur zijn hierbij heel belangrijk. Ik zeg ook altijd: geen topsport zonder breedtesport. Verschillende mensen met verschillende achtergronden moeten zoveel mogelijk samenwerken. Ook binnen Europa. Zoals ik eerder zei, een mengeling van mensen zorgt ervoor dat je vanuit verschillende perspectieven leert kijken. Zo creëer je begrip voor elkaar. Ik zie geen enkele logica in politici die zich steeds sterker op hun eigen nationaliteit richten. Als je je naar binnen richt, raak je alleen maar bekrompen. Als je open staat voor elkaar en elkaar begrijpt, kun je pas echt inclusief zijn. Dan ga je andere volken en culturen begrijpen en waarderen. Dat komt ook de veiligheid van Europa ten goede.’
‘Niet geld, maar cultuur is de basis van onze beschaving’, meent Zelovic. ‘Als je als overheid stopt dit aan te bieden, dan begeef je je op glad ijs. Dergelijk Amerikaans kapitalistisch denken werkt nationalisme en populisme in de hand. Alles wordt uitgedrukt in geld en daarmee wordt men individualistisch en komt men alleen nog op voor eigenbelang. Dat is niet goed. In een gezonde samenleving zorgt men voor elkaar. We moeten daarom niet zoeken naar verschillen, maar naar overeenkomsten. Je moet niet in tegenstellingen denken als moslim-christen of homo-hetero, maar zoeken naar datgene waar je elkaar wél vindt, naar wat je deelt. Je moet niet gelijk willen hebben, maar je moet het gat dichten en zoeken naar verbinding. Kunst en cultuur kunnen hier een krachtig middel in zijn. Kunst komt niet met standaardoplossingen. Kunst roept vragen op en laat mensen zelf nadenken. Als ik een film over mezelf maak, dan hoop ik dichter bij jou te komen. Ik hoop dat we zien dat we met dezelfde dingen bezig zijn en dat we ons in elkaar herkennen.’
Wietse Schmidt
Wietse Schmidt is freelance journalist en publiceert kunst- en cultuurartikelen in lokale media als de Brug en landelijke kranten als De Telegraaf.