Het is al langer bekend dat literair vertalers vaak geen stevige arbeidsmarktpositie hebben. De dominantie van het Engels, de stijgende verkoop van anderstalige titels en de opkomst van artificial intelligence (AI) hebben effect op de toch al onzekere arbeidsmarktpositie van vertalers. Het Expertisecentrum Literair Vertalen (ELV) gaf de Boekmanstichting opdracht tot een kwalitatief onderzoek onder literair vertalers in Nederland en Vlaanderen om in kaart te brengen hoe zij hun werk en het werkveld ervaren, met aandacht voor de invloed die AI en de veranderingen in de uitgeefwereld en opleidingsstructuren hebben op hun praktijk.
Alle partijen uit het literaire veld erkennen dat de technologie zich razendsnel ontwikkelt en dat er met name in de afgelopen jaren grote stappen zijn gezet in de kwaliteit. Desondanks zijn zij het erover eens dat een automatische vertaling nog altijd niet geschikt is om een literaire tekst te vertalen. De waarde die wordt toegekend aan literaire titels en het creatieve proces dat daarbij komt kijken vragen om een menselijke vertaler.
Het onderzoek benadrukt het belang van gedeelde afspraken over de rol van AI. Met het gedeelde uitgangspunt van kwalitatief hoogwaardige titel kunnen vertalers en uitgevers gezamenlijk optrekken richting een werkverband waarin de positie van vertalers versterkt wordt en de kwaliteit van literaire vertalingen bewaakt blijft.
In de focusgroepgesprekken komt de financiële kant van het vertaalvak veelvuldig aan bod. Daarbij gaat het niet alleen over de lage inkomsten ten opzichte van de tijdsinvestering, ook de onzekerheid van het (noodgedwongen) zelfstandigenbestaan speelt mee: ‘Je hebt nooit zekerheid.’
Lees artikel 1 over de vertaalpraktijk of artikel 2 over het werkveld van literair vertalers.
Publicatie
Author:
Artikel 1: Stefanie Liebreks
Artikel 2: Felicia van Andel
Redactie: Maxime van Haeren
In opdracht van: Expertisecentrum Literair Vertalen
