Uitgave waarin vijf essayisten hun licht laten schijnen over de toekomst van cultuur en media.
De studenten die Bas Heijne in Berlijn ontmoet staan via hun iPhone en laptops voortdurend in contact met internationale netwerken, maar weten niet langer wie Brecht is.
Valerie Frissen stelt dat bibliotheken, musea en kunstinstellingen minder snel hun weg op internet vinden dan hun publiek- een publiek dat zelf filmpjes maakt en nieuwsscoops voor de neus van professionele journalisten wegkaapt.
Fouad Laroui beschrijft de gevolgen van culturele diversiteit, Sara Selwood de kansen van culturele instellingen om ook in tijden van economische tegenwind hun financiële en maatschappelijke draagvlak te vergroten.
Paul Schnabel, tot slot, beschrijft de toenemende individualisering: ‘Dankzij de techniek is ook de individualisering van het luisteren naar muziek of het kijken naar film nu bijna overal en altijd mogelijk geworden. De eigen keuze op het zelfgekozen moment in bijna iedere situatie.’