'Dit gebonk dient tot het laatste toe te worden bestreden' beschrijft de aanvankelijk moeizame relatie tussen popmuziek en overheidsbeleid in Nederland. Met de oprichting van de Stichting Popmuziek Nederland (SPN) in 1975 wordt de basis gelegd voor een Nederlands popmuziekbeleid. Vanaf 1990 kan de stichting rekenen op een structurele meerjarensubsidie; de popmuziek is daarmee volwaardig onderdeel van het kunstbeleid geworden.
André Nuchelmans neemt niet alleen het landelijke beleid, maar ook het provinciale en gemeentelijke popmuziekbeleid onder de loep. Hij schetst de rol die regionale en lokale popcollectieven spelen bij het ontstaan en de verdere ontwikkeling van een popbeleid.
Het Nederlandse popmuziekbeleid werd tot voor kort gedomineerd door vier tegenstellingen die deels zijn terug te voeren op inherente kenmerken van popmuziek: amateur versus professional, ideëel versus commercieel, chaos versus orde en nieuwe versus oude kunsten. Op verschillende momenten drukten deze polariteiten hun stempel op het popmuziekbeleid.
Dit boek biedt een eerste systematische inventarisatie van de ontwikkeling van het popmuziekbeleid in Nederland. `Dit gebonk dient tot het laatste toe te worden bestreden’ is daardoor van belang voor popprofessoren en -studenten, beleidsmakers en alle geïnteresseerden die al dan niet beroepsmatig zijn betrokken bij de Nederlandse popmuziek.