Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Actualiteit » Verslagen » Leestip: Zorgvuldige omgang met kunst in het publiek domein

Leestip: Zorgvuldige omgang met kunst in het publiek domein

Barkhuysen, T., M. Claessens, P. Hecht, R. Priem; Stibbe (2014)
Zorgvuldige omgang met kunst in het publiek domein: bouwstenen voor een toekomstbestendige regeling.
Den Haag: Vereniging Rembrandt, 112 p.
Lees het document via de online catalogus

Welke bouwstenen kan de Vereniging Rembrandt aanreiken voor een zo zorgvuldig mogelijke omgang met kunstbezit van nationaal, regionaal en/of lokaal belang in het toegankelijk publiek domein? Over deze vraag bracht advocatenkantoor Stibbe in opdracht van de Vereniging Rembrandt advies uit. Niet alleen de juridische randvoorwaarden voor de omgang met publiek kunstbezit komen aan bod, de auteurs leggen tevens de knelpunten van de huidige regelingen bloot en komen met oplossingen. De Monumentenwet (die gedeeltelijk zal overgaan in de nieuwe Erfgoedwet, naar verwachting in 2016) en buitenlandse beschermingsstelsels hebben hierbij als inspiratie gediend.

De nationale overheid, de provincies en gemeenten zijn hoofdzakelijk eigenaar van publiek kunstbezit, veelal geschonken door particulieren vanuit het principe van ‘goed rentmeesterschap’: een kunstvoorwerp of een collectie is in goede handen bij de (rijks)overheid. In het advies beschrijven Peter Hecht (Hoogleraar Kunstgeschiedenis) en Ruub Priem (oud-directeur Catherijneconvent) de actuele bedreigingen van publiek kunstbezit. Als voorbeelden noemen ze onder andere de verkoop van een schilderij van Mondriaan door de gemeente Rotterdam, de verkoop van The Schoolboys van Marlene Dumas door MuseumgoudA, de voorgestelde verkoop van een gedeelte van de collectie van het Wereldmuseum in Rotterdam. Deze voorbeelden laten zien dat er niet altijd zorgvuldig met publiek kunstbezit wordt omgegaan.

Vervolgens geven de auteurs Tom Barkhuysen en Machteld Claessens (Stibbe) een overzicht van de huidige juridische beschermingsregels ten aanzien van particulier en publiek kunstbezit. Onder andere worden de belangrijkste bepalingen van de Wet tot behoud van cultuurbezit (Wbc) en de Successiewet 1956 besproken. Maar ook de Regeling materiaalbeheer museale voorwerpen 2013, de Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO), de Ethische Code voor Musea en algemene toezichts-, handhavings- en sanctioneringsregels.

Een van de knelpunten is, volgens de auteurs, de onmogelijkheid tot het juridisch afdwingen van naleving van een aantal van de beschreven regelingen. Het  huidige stelsel van beschermingsmaatregelingen is niet altijd toepasbaar op alle soorten eigendommen van publiek kunstbezit waarvoor het beschermingscriterium ‘nationaal belang’ geldt. De bescherming is in mindere mate gericht op regionaal of lokaal belang, terwijl veel publiek bezit eigendom is van provincie of gemeente. Ook kunstwerken die eigendom zijn van private (rechts)personen die overwegend door de overheid worden gefinancierd, zouden als publiek kunstbezit beschouwd kunnen worden en onder de  beschermingsregels moeten vallen. De Wbc kan blijven gelden voor de particulieren die kunst bezitten en niet in overwegende mate door de overheid worden gefinancierd.

Bij vervreemding van kunstwerken dient er volgens de auteurs eerst afstemming plaats te vinden tussen het museum, de eigenaar en andere museale organisaties zoals de Nederlandse Museumvereniging. Daarnaast zou de museumsector de sanctiemaatregelen van de bovengenoemde leidraad daadwerkelijk moeten toepassen en bepleiten de auteurs dat de overheid een toezichthouder voor publiek- en privaat beschermd kunstbezit aanstelt.

Bij een nieuwe wettelijke regeling dienen de begrippen ‘openbaar kunstbezit’, ‘publiek domein’, en ‘onttrekking aan het publiek domein’ duidelijk gedefinieerd te worden. De wettelijke zorgplicht tot adequaat kunstbeheer zou voor iedereen moeten gelden. De auteurs hebben een getrapte significatietoets ontwikkeld, waarbij door middel van gelaagde en snelle besluitvorming duidelijk wordt of publiek kunstbezit wel of niet mag worden vervreemd. Een publiek fonds zou kunnen als financieel vangnet bij dreigende verkoop van publiek kunstbezit.

Uit het advies komt verder naar voren dat er nog voldoende ruimte is voor verbetering van de bestaande regeling ter bescherming van het publiek kunstbezit. Maar ook voor de dynamiek die soms nodig kan zijn ten aanzien van vervreemding van publiek kunstbezit. Het principe van ‘zorgvuldige omgang’ speelt bij een dergelijke vervreemding een doorslaggevende rol.

De wetgever heeft ondertussen een nieuwe wet ontwikkeld die onder andere de Wbc en gedeeltelijk de Monumentenwet gaat vervangen. De internetconsultatie over deze nieuwe Erfgoedwet is in het derde kwartaal van 2014 afgerond. Het wetsvoorstel, aangepast na diverse commentaren na de internetconsultatie, ligt nu ter beoordeling bij de Eerste en Tweede Kamer. 

 

Bekijk meer: Verslagen

Partners & subsidiënten