Het begrip impact zoemt al langer rond in de culturele sector, maar nog niet eerder werd het gesprek erover zo actief gevoerd als nu. Wat verstaan we precies onder deze term? Waarom is impactmeting juist voor deze branche zo belangrijk? En hoe maak je je resultaten concreet? Daarover gaan Christianne Mattijssen (directeur Erfgoed en Kunsten bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), Tineke Abma (bijzonder hoogleraar Kunst en Zorg bij Erasmus School of Health Policy & Management) en Anne Breure (creatief directeur van het stadsgezelschap Theater Utrecht), met elkaar in gesprek.
Wat is impact precies?
Abma: ‘In de wetenschap definiëren we impact als de doorwerking van kunst en cultuur in de levens van individuen, gemeenschappen, organisaties en samenlevingen. Vaak zetten we impact tegenover uitkomsten: in het laatste geval spreken we over de mate waarin doelen zijn gerealiseerd, in het eerste gaat het over het effect op iemands leven, bijvoorbeeld doordat diegene meer zelfvertrouwen en verbinding ervaart. In het verleden waren evaluaties vaak gericht op de vraag of organisaties hun doelen hadden bereikt. Ook als het antwoord daarop ja is, betekent dat nog niet dat je impact hebt gemaakt.’
Mattijssen: ‘In het gesprek dat we als ministerie met instellingen voeren, proberen we impact steeds meer een plek te geven. De waarde van cultuur is tenslotte niet alleen uit te drukken in aantal bezoekers, maar ook in de ervaring die zij hebben gehad. We willen graag meer inzicht krijgen in wat cultuur teweegbrengt.’
Breure: ‘Die verschuiving zie ik terug in de monitorgesprekken met het ministerie. We hadden het lange tijd vooral over bezoekersaantallen, maar dat verandert. Als het ons enkel zou gaan om het bereiken van grote aantallen, zouden we andere keuzes moeten maken en alleen maar bewezen kaskrakers moeten produceren. We hebben juist andere doelen, bijvoorbeeld om te vernieuwen, verjongen en meerstemmiger te worden. Daarvoor word ik als instelling zelfs gefinancierd, en toch werd daar lange tijd minder op gestuurd.’
'Soms biedt kunst het antwoord dat een therapeut niet kan geven. Tegelijkertijd is kunst geen medicijn: ze verhelpt geen ziektes zoals een pil dat kan doen.’
Waarom is het belangrijk dat de culturele sector zich bezighoudt met impact?
Mattijssen: ‘De culturele sector heeft per definitie impact: ze reflecteert, ontroert en opent deuren. Gelukkig zijn we ons daar steeds meer van bewust. We willen die impact meetbaar maken, maar dat is erg moeilijk. Dat is niet alleen belangrijk voor instellingen, die willen weten of ze bereiken wat ze nastreven, maar ook om te laten zien wat we sectorbreed voor de samenleving betekenen. Daarmee draagt het bij aan verantwoording.’
Abma: ‘De maatschappelijke legitimatie van kunst en cultuur is – zeker in dit politieke klimaat – steeds meer onder druk komen te staan. De intrinsieke waarde staat niet langer buiten kijf. Dat maakt het des te belangrijker je meerwaarde goed te kunnen uitleggen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor onderwijs en onderzoek: wat heeft de samenleving hieraan?’
Breure: ‘De cultuursector levert een belangrijk aandeel aan het bruto nationaal product, maar echt onmisbaar zijn we als het gaat om de impact die het maakt op de wijze waarop het ons inspireert, ons vragen laat stellen of ons troost. Die impact is niet altijd in zulke getallen te vangen. Bovendien willen we kunst en cultuur niet te veel instrumentaliseren: een theatervoorstelling hoeft niet altijd een oplossing te bieden voor een concreet probleem, zoals het verhelpen van mentale ziektes.’
Abma: ‘We moeten voorbijgaan aan de tegenstelling tussen kunst met zo’n helpende werking en kunst om de kunst. Een schilderij of voorstelling kan beide tegelijk zijn. Soms biedt kunst het antwoord dat een therapeut niet kan geven. Tegelijkertijd is kunst geen medicijn: ze verhelpt geen ziektes zoals een pil dat kan doen.’
Breure: ‘Het zou zo mooi zijn als we dat effect van kunst zouden kunnen vangen. Neem bijvoorbeeld kunst in het ziekenhuis: die spreekt je aan als mens op een moment dat je je vooral patiënt voelt. Die kunst weghalen zou voelen alsof je de adem uit het gebouw haalt.’
Hoe maak je zulke impact zichtbaar?
Abma: ‘In de wetenschap maken we onderscheid tussen objectieve, praktische en existentiële kennis. Die laatste vorm wordt sterk ondergewaardeerd, terwijl je die met kunst juist creëert: wie ben je, wat is de betekenis van het leven?’
Breure: ‘We zijn aan het kijken naar de juiste instrumenten om onze impact goed zichtbaar te maken. Zelf laten we onze voorstellingen nu voor de première, als ze nog in ontwikkeling zijn, al zien aan het publiek. Zo ontdekken we wie erop afkomen en wat ze ervan vinden. Laatst deden we dit met een voorstelling over een kinderwens. Natuurlijk zaten er jonge vrouwen in de zaal, maar ook oudere vrouwen die dat gesprek in hun tijd hadden gemist. Daarnaast trokken we op deze manier de aandacht van allerlei organisaties, die vervolgens met ons wilden samenwerken aan de uiteindelijke voorstelling. Dat is ook impact.’
Mattijssen: ‘Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het Erasmus Impact Centre gevraagd pilots uit te voeren waarin instellingen het komende jaar kunnen experimenteren met verschillende instrumenten en aanpakken om impact inzichtelijk te maken.’
Er wordt veel in abstracte termen gesproken over impact. Hoe kunnen we dat gesprek concreter maker?
Breure: ‘We moeten het gesprek nog meer verleggen naar de impact die we in ons beleidsplan zeggen te willen maken in plaats van alleen naar aantallen te willen kijken. Kunnen de missie en de waarden die we voor ogen hebben de leidraad zijn waarop we sturen?’
Abma: ‘Mijn tip zou zijn: gebruik ook andere vormen dan tekst. Maak het visueel en auditief.’
'We lijken impact soms graag te willen terugbrengen tot een soort wiskunde, maar dat kan niet altijd.'
Kleven er ook risico’s aan het meten van impact?
Mattijssen: ‘Kunst en cultuur zijn zo breed en gevarieerd. Die kun je niet allemaal op één hoop schuiven. Daarnaast blijft impact een lastig te grijpen begrip. We lijken impact soms graag te willen terugbrengen tot een soort wiskunde, maar dat kan niet altijd. Ook moeten we oppassen om kunt te veel te instrumentaliseren. Kunst moet niet alleen ten dienste staan van ander doel, maar moet juist op zichzelf kunnen staan. We moeten blijven waken voor de autonomie van de kunstenaar: die mag niet worden ingezet om mensen te beïnvloeden.’
Abma: ‘Het gevaar is ook dat je je alleen richt op tastbare en meetbare resultaten, terwijl niet alles makkelijk te meten of zelfs te verwoorden is. Dat levert ook de vraag op: wie bepaalt wat impact is? Dat zou democratischer gesprek moeten zijn.’
Breure: ‘We moeten ons blijven realiseren dat je impact niet kunt bestellen. Als we dat willen, moeten we geen kunst maken, maar een campagne ontwikkelen.’
Wat zou je willen meegeven aan de verschillende partijen in de culturele sector, zoals beleidsmakers, financiers, instellingen en makers?
Breure: ‘Ik zou het fijn vinden het overkoepelende gesprek met verschillende partijen vaker te voeren, precies zoals we dat nu doen. Dit vraagt om een cultuurverandering en daar komen we alleen als we samen zoeken.’
Mattijssen: ‘De culturele sector is reusachtig breed. Laten we elkaar ook in de uithoeken opzoeken. Misschien vind je een oplossing in een andere discipline dan je wellicht had verwacht. En we moeten een lange adem hebben: het duurt misschien nog wel een paar jaar voordat we sommige antwoorden hebben gevonden.’
Abma: ‘Beleid, wetenschap en praktijk zijn al goed met elkaar in gesprek. Wat mij betreft hoort ook het onderwijs aan tafel te zitten. Kunst mag geen privilege worden.’
‘Ik hoop dat mensen gemotiveerd raken om te gaan uitproberen. Hoe meer proefopstellingen we in ons veld creëren, hoe beter.'
Wat hopen jullie dat de conferentie van 30 januari oplevert?
Abma: ‘Ik hoop dat deelnemers inspiratie opdoen, creativiteit voelen en de verbinding met elkaar willen aangaan.’
Mattijssen: ‘Ik hoop dat aanwezigen na deze conferentie nog meer het belang van impact inzien, en bovendien voelen dat het allemaal niet zo ingewikkeld als ze misschien hadden gedacht. Soms is het een kwestie van gewoon beginnen.’
Breure: ‘Ik hoop dat mensen gemotiveerd raken om te gaan uitproberen. Hoe meer proefopstellingen we in ons veld creëren, hoe beter. En we mogen elkaar de ruimte geven om experimenten te laten mislukken: dat is ook onderdeel van creativiteit.’
Over de gesprekspartners
Christianne Mattijssen is directeur Erfgoed en Kunsten bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze directie maakt zich sterk voor het beheer, de toegang en het gebruik van cultureel erfgoed, draagt bij aan goede voorwaarden voor cultuurbeoefening door iedereen en streeft naar een hoogwaardig cultuuraanbod dat in het hele land voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is.
Tineke Abma is directeur-bestuurder van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Zij doet al meer dan 25 jaar onderzoek naar thema’s die raken aan het ouder worden, zoals patiënt- en burgerparticipatie, langdurige zorg, ethiek en diversiteit. Daarnaast is zij bijzonder hoogleraar Kunst en Zorg bij de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM).
Anne Breure is creatief directeur van het stadsgezelschap Theater Utrecht. Daarnaast was ze acht jaar lang van Kunsten ’92, de belangenorganisatie van de culturele en creatieve sector.
Over de Impact Tiendaagse
Op 30 januari organiseert de Boekmanstichting samen met Iris van Irsel (rainbow creator) en het Erasmus Impact Centre de conferentie Visie op impact in het Bijlmerparktheater. Deze cultuurbrede sectorconferentie is bedoeld voor bestuurders en leiders, beleidsmakers en financiers en richt zich op het ontwikkelen van meer visie op impact binnen de sector. De sectorconferentie, mede mogelijk gemaakt door VSBfonds en rijkscultuurfondsen, is onderdeel van de Impact Tiendaagse Kunst & Cultuur. In tien dagen tijd bieden we op diverse manieren inspirerende inzichten en praktische handvatten voor en door professionals in de creatieve praktijk. Kijk voor meer informatie op www.impact10daagse.nl
Auteur: Anne van den Dool