De laatste jaren hebben musea er alles aan gedaan om kindvriendelijker te worden. Maar als de nadruk te veel op kinderen wordt gelegd, is museumbezoek al snel geen familie-uitje meer. In opdracht van de VSC (Vereniging voor Samenwerkende Centra en musea in wetenschap en techniek), een netwerk waarin het delen van kennis over wetenschapseducatie centraal staat, schreven Mijke de Hartog en Marie Anne Remmelink daarom dit handboek. Uitgangspunt is samen nieuwe dingen ontdekken: museumbezoek waaraan (groot)ouders, ooms, tantes en vrienden evenveel plezier beleven als kinderen. In zeven hoofdstukken wordt uiteengezet waarom families naar musea komen, hoe musea een groot en breed publiek kunnen bereiken, welke wensen kinderen en volwassenen hebben, hoe sociale interactie bereikt kan worden en tentoonstellingen het beste kunnen worden ingericht – denk aan objecten die aangeraakt mogen worden en het gebruik van multimedia. De auteurs benadrukken dat het educatieve aspect van een tentoonstelling belangrijk is, maar amusement en sociale interactie van even grote waarde zijn. Technieken die voor kinderen werken, hoeven daarvoor geen metamorfose te ondergaan: ook volwassenen spelen graag, stellen de auteurs. Aan de hand van interviews met experts, onder wie Kate Steiner (hoofd publieksonderzoek en evaluatie van het Science Museum) en Marlous van Gastel (medewerker educatie bij het Stedelijk Museum Amsterdam), laten De Hartog en Remmelink zien hoe diverse musea zich succesvol op families richten. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en checklists kunnen musea controleren hoe gastvrij en familievriendelijk ze zijn – en waarmee eventueel nog winst valt te behalen. De genoemde aanbevelingen lijken soms zo logisch, dat het verwonderlijk is dat niet alle musea ze al implementeren. Om bezoekers zo goed mogelijk te faciliteren is het bijvoorbeeld van belang dat musea een gebruiksvriendelijke website hebben, online of live met hun bezoekers in gesprek gaan en in alle communicatie gastvrijheid uitstralen. De auteurs geven echter ook aan waaraan het schort in veel musea, wat de relevantie van het boek direct duidelijk maakt. Enkele belangrijke conclusies van het boek bieden handvatten waarmee musea direct aan de slag kunnen. Voor museumprofessionals die zich op families willen richten, is de publicatie daarmee een nuttige, laagdrempelige en praktische handleiding. (Kim van der Meulen)