Bob Jongschaap, oud-medewerker van uitgeverij Martinus Nijhoff N.V., beschrijft in deze publicatie opkomst, bloei en ondergang van de firma. Hij schetst een gedetailleerd beeld van hoe de firma zich nationaal en internationaal als uitgeverij, boekhandel en antiquariaat heeft ontwikkeld. Het bedrijf was toonaangevend wat betreft de verspreiding van het Nederlandse en Europese wetenschappelijke publicaties, legt hij uit. Daarbij ging het zowel om zelfstandige werken, als periodieken en antiquarische boeken. Uit the tone of voice van het verhaal blijkt zijn waardering en de bewondering voor zijn voormalige werkgever.
Door het boek te verdelen in acht periodes, vanaf 1853 tot 2002, leest de geschiedenis als een verhalende ‘zakenfamilie-roman’. Hierbij legt hij de focus op de belangrijkste gebeurtenissen, personen en netwerken van de familie Nijhoff. Jongschaap maakt dankbaar gebruik van verschillende bronnen, zoals foto’s, financiële overzichten, brieven en anekdotes, waardoor de lezer een levendig beeld krijgt bij het verhaal. De auteur heeft uitvoerig archiefonderzoek gedaan. Een indrukwekkende hoeveelheid details is het gevolg, waardoor het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken niet altijd helder is.
De opkomst
Op 1 januari 1853 opent Martinus Nijhoff (1826-1894) zijn boekhandel Martinus Nijhoff N.V. in Den Haag. Dankzij drie personen heeft het bedrijf zich kunnen ontwikkelen: de ambitieuze oprichter Martinus Nijhoff, zoon Wouter Nijhoff (1866-1974) en neef Wouter Pzn. (1895-1977). Martinus had een uitgebreid en waardevol netwerk opgebouwd in Nederland en België, waardoor hij zijn firma in de eerste jaren snel kon laten groeien. Zijn innovatieve ideeën kon hij door middel van verschillende samenwerkingen gemakkelijk realiseren. Zo liet hij internationale bibliotheken kennismaken met Engelstalige boeken over de Nederlandse geschiedenis die hij daartoe liet importeren. Volgens de auteur was dit een absolute primeur.
Daarnaast bracht Martinus de eerste druk uit van Het Woordenboek der Nederlandse Taal, samen met Thieme en Sijthoff. Dat was een groot succes, aldus Jongschaap. De tweede druk publiceerde Martinus samen met J.H. van Dale in 1872. Vanuit politieke en maatschappelijke belangstelling liet Martinus de liberale krant Het Vaderland verschijnen vanaf 1869. Vooruitstrevend was ook de publicatie van werk van Mina Kruseman, een feministe avant la lettre. Eind negentiende-eeuw legde de firma Nijhoff de basis voor de internationale handel van wetenschappelijke tijdschriften en boeken. Hiermee verkreeg de Nederlandse taal en cultuur grotere bekendheid in de Verenigde Staten. Ondertussen was de firma uitgegroeid tot een uitgeverij, boekhandel en antiquariaat.
De bloei
In 1894 overleed Martinus Nijhoff. Zijn zoon Wouter volgde hem op. Hij slaagde erin de positie van de firma op het wereldtoneel te verstevigen. Zo werkte het bedrijf na de Eerste Wereldoorlog mee aan de heropbouw van de collectie van de Universiteit van Leuven. Deze was tijdens de bombardementen vrijwel volledig vernietigd. Ongeveer tien jaar later, tijdens de beurskrach in 1929, hield het bedrijf slechts eenderde deel aan waarde en omvang over van zijn internationale handel. Desondanks werden de buitenlandse reizen voorgezet en kon aan de internationale verwachtingen worden voldoen.
De Tweede Wereldoorlog maakte export onmogelijk, het waren zware tijden voor de firma. Na de oorlog ontstond kende Europa een enorme leeshonger. Men was nieuwsgierig geworden naar de thuislanden van de bevrijders. Daar wist het boekenimperium van te profiteren. In 1947 overleed Wouter ‘de Grote’, zoals de auteur hem noemt. Wouter Nijhoff heeft van zijn firma een van de grootste Nederlandse uitgeverijen weten te maken.
De ondergang
Na pensionering van Wouter Pzn. in 1963 komt het bedrijf in handen van Kluwer. In 1972 zet Kluwer de bijl aan de wortel door het afstoten van Nijhoff Uitgeverijen. Volgens de auteur beschikte Kluwer ‘noch over de managementstructuur, noch over de internationale ervaring’ om met een bedrijf als Nijhoff succes te hebben. Uitsluitend de export- en tijdschriftenafdeling werden voortgezet onder de naam Martinus Nijhoff International. Uiteindelijk nam het bedrijf Swets Blackwell BV. deze tak in 2002 over. Deze laatste episode krijgt relatief weinig aandacht in het boek. Jongschaap hecht duidelijk meer waarde aan het positieve deel van de geschiedenis van de firma.
Leen of reserveer een exemplaar in de bibliotheek van de Boekmanstichting.
Jongschaap, B. (2019)
Martinus Nijhoff n.v. 1853-2002: opkomst, bloei en ondergang van een boekenimperium.
Nijmegen: Vantilt, 277 p.
Bibliotheek Boekmanstichting: 19-026
Auteur: Fleurantine Kraal