Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Actualiteit » Verslagen » Boekman Salon: zzp’ers in de culturele sector

Boekman Salon: zzp’ers in de culturele sector

Zzp’ers in de culturele sector na de crisis: waar vallen de gaten? Die vraag stond centraal tijdens Boekman Salon, georganiseerd door de Boekmanstichting en SSBA Salon. Aanleiding is het verschijnen van Boekman #103 Wie geeft er aan cultuur? Plaats van handeling: Stadsschouwburg Amsterdam. De gasten waren Thijs Jansen, beeldend kunstenaar; Maaike Lauwaert, curator en kunstcriticus; Deniz Terli, schoenontwerpster en Koen van Vliet, ondernemer en projectleider COEN. Allen ‘ervaringsdeskundigen’, samen met 800 duizend anderen in Nederland. Chris Julien trad op als gespreksleider.

Tijdens een korte presentatie vertelde Jansen dat hij in 2010 de definitieve stap naar het kunstenaarschap had gemaakt, dankzij de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik), een overheidsregeling bedoeld als aanvulling op het inkomen van kunstenaars. Daarnaast had hij een baantje bij een eenmansbenzinepomp, ‘erg deprimerend werk’. Helaas verdween de regeling in 2012, maar dankzij stipendia en verkoopsuccessen houdt hij het hoofd boven water. Of hij een pensioen opbouwt? Nee, daar hield hij zich niet mee bezig. Geen van de panelleden overigens, behalve Maaike Lauwaert, zij was aangesloten bij een pensioenfonds.

Samen met haar partner heeft Lauwaert zeven banen om in hun gezinsonderhoud te kunnen voorzien. Slechts één ervan betreft een betrekking in loondienst, voor drie dagen in de week. Ze nuanceerde het beeld dat veel mensen hebben van de zzp’er als iemand die in alle vrijheid werkt wanneer het hem uitkomt, veel kopjes koffie drinkt op gezellige werkplekken. In werkelijkheid draai je overal zelf voor op, en dat maakt je kwetsbaar. ‘Een vast werkpatroon waarin iemand anders je dag bepaalt, lijkt me daarom wel eens fijn’. Uit haar onderzoek naar de inkomenspositie van kunstenaars in Nederland en Vlaanderen blijkt dat circa 64 procent van de kunstenaars niet kan rondkomen. ‘Iedereen klust er zo’n beetje bij. Zeven banen blijkt normaal! Ze waarschuwde voor uitholling van het kunstklimaat als gevolg hiervan (zie Kunstenaarshonoraria (Den Haag, 2014) voor situatie in Nederland).
Als zzp’er ben je inderdaad je eigen alles-in-één, vulde Van Vliet haar aan. Ook  Deniz Terli, schoenontwerpster, heeft dat ondervonden. Ze moet alles zelf doen: branding, sociale media, onderhandelen met leveranciers, administratie. Ondanks internationale successen met haar ontwerpen, grote prijzen, aanwezigheid op belangrijke beurzen en complimenten in de vakpers, werkt ze  noodgedwongen drie dagen per week in de horeca. ‘De wow-factor van die succesmomenten was telkens groot, maar het leidde nooit tot substantiële opdrachten’.

Prijzen, fondsen en familie

Prijzen en fondsen zijn niet zaligmakend voor de loopbaan van kunstenaars, bevestigt Lauwaert. Het beeld dat oprijst uit haar onderzoek is weinig hoopvol: niemand kijkt er al van op dat kunstenaars 10 jaar lang sappelen, maar het blijkt dat er ook veel kunstenaars zijn die dat 30 jaar volhouden! Familie en vrienden houden ze min of meer overeind. Netwerken zijn voor kunstenaars van oudsher van groot belang, vulde een aantal gasten in het publiek aan. Zzp’ers voeren nu met z’n allen ieder-voor zich een bedrijf, maar zouden zich veel beter kunnen verenigen in een collectief. Dan kunnen ze vervolgens als groep optreden en voor hun belangen opkomen.

Aan de fondsen en instellingen lijken ze niet veel te hebben, bleek tijdens het debat. Musea bijvoorbeeld bieden allesbehalve een helpende hand, want kunstenaars ontvangen geen honorarium wanneer zij tentoonstellen. Musea moeten weliswaar ook bezuinigen, maar ‘ze profiteren ondertussen wel van de investeringen die kunstenaars als zzp’er maken!’, aldus Lauwaert. Van Vliet kon zich vinden in de oproep aan zzp‘ers om krachten te bundelen. Hij pleitte voor erkenning van de kunstenaar als ondernemer. Maar kunstenaars zijn niet dit niet gewend. In het bedrijfsleven wordt elk arbeidsuur in rekening gebracht, maar kunstenaars doen dat niet. Ze zouden hoe dan ook zoals alle ondernemers zelf inkomsten moeten zien te genereren. Terli benadrukte het belang van creatieve oplossingen, iets waar kunstenaars juist zo goed in zijn, zoals innovatieve samenwerking. Supertriest dat we het hier überhaupt over moeten hebben, vond Jansen. Alsof kunst hetzelfde is als entertainment.

‘Eigenlijk is het soms ook erg leuk om zzp’er te zijn, hoor’, voegde Lauwaert tot slot nog toe aan haar nuancering van het romantische beeld van de zzp’er als koffiedrinkende vrijbuiter.




Bekijk meer: Verslagen

Partners & subsidiënten