Zowel de Raad van Cultuur in haar sectoradvies muziek als de laatste cijfers van de Cultuurindex Nederland (Aart et al. 2017) zijn optimistisch over de digitale toekomst voor de Nederlandse muziekindustrie: nadat digitalisering jarenlang als een bedreiging voor de muziekindustrie werd gezien, is het nu een panacea. Het marktaandeel van digitale (streaming) muziek stijgt, en overschaduwt de verkoop van fysieke geluidsdragers in Nederland sinds 2015. Er zijn echter belangrijke problemen voor de Nederlandse muziekindustrie die over het hoofd worden gezien, waardoor er geen adviezen geformuleerd worden die voor een duurzame, digitale toekomst van de Nederlandse muziekindustrie zullen zorgen.
Zo speelt Spotify een overduidelijke hoofdrol in de cultuurindex – Apple Music, Deezer en YouTube zijn vooralsnog veel minder dominant. Spotify bedient echter vooral de globale muziekmarkt, en het identificerende label ‘Nederlands’ (‘Dutch’) bestaat er niet eens. Weliswaar kunnen muziekmaatschappijen en/of gebruikers zelf play lists opstellen, en die delen met anderen, maar een nadeel blijft het. Hierdoor verzinkt Nederlandse (pop-)muziek in de grote massa. Ook voor jazz of klassieke muziek is weinig aandacht – kwestie wellicht van kip-of-ei omdat de gemiddeld wat oudere liefhebbers gemiddeld een stuk minder tech-savvy zijn en de kwaliteit van het muziekaanbod ook lange tijd gemiddeld minder was. Het verlieslatende Spotify beschouwen als digitale ridder op het witte paard voor Nederlands(talige) muziek is daarmee wat vergezocht.
Daarnaast is er weinig aandacht voor genreverschillen. Hoewel 2015 een algemeen omslagpunt was in de zin dat digitale muziekopbrengsten voor het eerst de opbrengsten uit de ‘analoge’ muziek voorbij streefden, blijven genreverschillen onbelicht. Voor Nederlandse muziek was het omslagpunt echter veel later. Hoewel de Raad de ‘volle breedte van de Nederlandse muziekindustrie’ zegt te bespreken, blijkt dat de visie aangaande de digitale muziekindustrie wel wat beperkt is: Nederlandstalige musici verdienen hun geld en krijgen hun mediale aandacht anders dan wat op globaal niveau de norm is.
De Nederlandse muziekindustrie blijkt innovatief ondanks uitblijvend regeringsbeleid. Nederlandse muziekondernemingen hebben, ondanks netto negatief resultaat, initiatieven genomen om beter op digitalisering voorbereid te zijn en ruimte te creëren voor Nederlands(talige) muziek. De investeringen voor dergelijke diensten zijn niet evenredig veel kleiner als de markt kleiner is, en dus zijn de risico’s groter. De muziekstreamingservice die door Ziggo zou worden opgezet faalde. De eerste Nederlandse intermediair tussen deze muziekmaatschappijen en de nieuwe streamingdiensten (BOEP), het eerste streamingplatform door en voor Nederlandstalige artiesten (HitsNL) en de eerste streamingplatformen voor klassieke muziek (MeloMe en Primephonic) lijken vooralsnog succesvol.
Om ervoor te zorgen dat deze succesverhalen in de toekomst geen toevalstreffers blijven, en mede bij te dragen aan het blijven voortbestaan van een bruisende Nederlandse muziekindustrie, ligt er wel degelijk een taak voor de overheid. Met name subgenres zouden creatief gesteund kunnen worden – musici verdienen steeds meer uit streamingopbrengsten, dus het voorzien van een duurzaam, Nederlands streaming ecosysteem dat ruimte, aandacht, en erkenning biedt voor het hele muziekveld en dat geen genres of publieksgroepen buitensluit is een voorbeeld van een maatregel. Met relatief geringe ondersteuning, en anderzijds verkleining van de risico’s van investeringen kan een overheid al veel bereiken. Dergelijk beleid is bovendien niet zuiver muziekbeleid: de muziekindustrie is in vele opzichten een voorloper voor wat in andere culturele industrieën gebeuren gaat. Een Nederlands digitaal ecosysteem waarin de muzieksector succesvol kan zijn biedt een voedingsbodem waar uiteindelijk ook andere sectoren van kunnen profiteren.
Het is tijd om het Nederlandse (muziek)cultuurbeleid echt te upgraden naar het digitale tijdperk.
Amber Geurts, Aalto University, Finland
Wilfred Dolfsma, Loughborough University, UK
Literatuur: Aart, K. van, R. Brom en B. Schrijen (2017) De Staat van Cultuur 3: Cultuurindex Nederland 2005-2015. Amsterdam: Boekmanstichting.