Onder de titel Aanstormend en gevestigd, boekonderzoek in de Lage Landen organiseerden de Nederlandse Boekhistorische vereniging (NBV) en de Vlaamse Werkgroep Boekgeschiedenis (VWB) op 9 april een congres in het Academiegebouw van de Universiteit van Utrecht. De belangstelling was overweldigend, al een week voor het congres moesten de organisatoren de aanmeldingen stopzetten omdat het maximum van 120 deelnemers bereikt was.
In de volle Senaatszaal hield Frans A. Jansen (emeritus hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam (UvA)) de openingslezing. Hij verving de aangekondigde John MacKenzie Owen (hoogleraar Informatiewetenschap aan de UvA), die wegens ziekte verstek moest laten gaan. Jansen ging in op de confrontaties tussen de zogenaamde Franse en Engelse school in de boekwetenschap. Over en weer wijzen zij elkaar in voetnoten en hoofdteksten op elkaars tekortkomingen. Na deze openingslezing, konden de bezoekers zich middels parallelsessies laten informeren over het onderzoek dat aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten over het onderwerp boekgeschiedenis plaatsvindt. Tussen de verschillende presentaties kregen onderzoekers de kans hun afzonderlijke project onder de aandacht te brengen. Vertegenwoordigers van de Universiteit van Amsterdam, Universiteit Antwerpen, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht, Universiteit Leiden, Katholieke Universiteit Leuven, Erasmus Universiteit Rotterdam en Radboud Universiteit geven een indruk van het onderzoek dat momenteel gedaan wordt.
Bij elke universiteit ging een algemene inleiding aan twee specifiekere presentaties vooraf. Voor de Universiteit van Amsterdam gaf Lisa Kuitert een inleiding over wat de capaciteitsgroep (de nieuwe benaming voor de vroegere onderzoeksgroep) Boekwetenschap en handschriftenkunde inhoudt en aanbiedt. Vervolgens liet Paul Dijstelberge zien welke mogelijkheden het internet en digitalisering bieden voor het onderzoek naar initialen ornamenten uit de 16e en 17e eeuw. Arnold Lubbers gaf een impressie van het onderzoek dat hij aan de UvA en Janneke Weijermars aan de Universiteit Antwerpen doen naar de rol en plaats van boeken tijdens de kortstondige periode dat Nederland en Vlaanderen één natie vormden als Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830).
Namens de Universiteit Antwerpen belichtten vervolgens Stijn Van Rossem en Kevin Absilis hun onderzoek. Van Rossem doet onderzoek naar de uitgeversstrategieën van de familie Verdussen. Ten onrechte wordt de indruk gewekt dat de familie Plantin-Moretus de enige drukkers/uitgevers van betekenis in Vlaanderen zijn geweest. Het onderzoek van Van Rossem laat zien dat er meer is aan de Vlaamse uitgevershorizon. Via onderzoek naar contacten van de familie Verdussen met Spaanse boekverkopers en hun relaties in Zuid-Amerika schetst hij een beeld van een wijdvertakt netwerk. De Verdussens namen ook boeken van anderen over in hun fonds en verspreidden die met een eigen impressum.
Kevin Absilis bracht in zijn recentie publicatie Vechten tegen de bierkaai: over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932-1970) het redactiebeleid van uitgeverij Manteau in kaart (een bespreking van deze publicatie door Frank de Glas komt in het zomernummer van Boekman dat 15 juni verschijnt). Hij trok de link door van de reacties op de door extremistische moslims verstoorde lezing van Benno Barnard op 31 maart aan de Antwerpse Universiteit naar het Vlaamse literaire klimaat. Net als de extremistische moslimgemeenschap tegenwoordig beticht wordt van niet moderne en achterhaalde denkbeelden, zo zagen de Vlamingen in het verleden. Schrijvers trokken naar Nederlandse uitgevers in plaats van naar hun Vlaamse collega’s. Vlamingen hebben, onder meer op literair terrein, lange tijd hun eigen cultuur als minderwaardig en ouderwets gezien. Nu betichten zij een ander van eenzelfde mentaliteit. Een onverwachte, maar zeker niet minder interessante invalshoek.
Een andere interessante bijdrage was er van de Universiteit Leiden. Na een inleiding van Paul Rutten over wat de onderzoeksgroep Book and Digital Media behelst en het onderzoek dat er gedaan wordt, gaf Paul Hoftijzer een overzicht van de Leidse traditie op het gebied van boekhistorisch onderzoek. Hij gaf te kennen lang getwijfeld te hebben of hij wel acte de presence in Utrecht zou moeten geven. Vanuit de Universiteit Leiden voelt de vakgroep zich niet bepaald ondersteund en is het slachtoffer van bezuinigingen en aangekondigde fusies. Hieruit blijkt geen enkele waardering voor het verrichte onderzoek en het aangeboden onderwijs. Onvoorstelbaar, gezien de indrukwekkende lijst onderzoekers en onderwerpen die in zijn lezing de revue passeerden.
Een project dat al op vele symposia werd aangekondigd, is het onderzoek van Boudien de Vries naar lezers in de negentiende eeuw. Ze begon haar bijdrage met te vertellen dat het nu echt zo ver was: de titel stond al zo goed als vast en Vantilt had zich gemeld als geïnteresseerde uitgever. Dus of we de najaarscatalogus in de gaten wilden houden. Uit het onderzoek van De Vries komt onder andere naar voren dat de schrijvers uit de negentiende eeuw die tegenwoordig enig aanzien genieten, niet de meest gelezen schrijvers in hun eigen tijdvak waren. Die eer was weggelegd voor schrijvers wiens naam nu niemand meer iets zegt.
Meer informatie over de activiteiten van NBV en VWB is te vinden op www.boekgeschiedenis.nl en www.boekgeschiedenis.be. Daar is binnenkort ook een uitgebreid verslag van het congres en een aantal presentaties te vinden. U kunt daar ook terecht voor het complete programma om zo een indruk te krijgen van de verschillende onderzoeken die aan universiteiten in de Lage Landen lopen.