Op maandag 19 december vond in de St. Olofskapel in Amsterdam de openbare jaarvergadering van het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) plaats. Centrale thema was hoe te overleven in een tijdperk van digitalisering en nieuwe media als twitter en facebook. Na een korte introductie door NUV-directeur Geert Noorman, sprak NUV-voorzitter Loek Hermans zijn jaarrede uit. In het huidige tijdperk, zo begon hij, ligt er een taak voor uitgevers in het aanbieden van betrouwbare informatie en een interpretatie van die informatie. Mensen zijn wel degelijk bereid daar voor te betalen. Hij constateerde de toenemende verspreiding van iPads, waardoor er in de Eerste Kamer bijvoorbeeld geen papier meer aan te pas komt. Maar zonder apps is een iPad niets, daar liggen kansen. Uitgevers zijn daar ook al mee bezig. De mogelijkheden van nieuwe media worden steeds beter benut. Maar nieuwe media zorgen ook voor nieuwe spelers, zoals amazon en bol.com. De nieuwe media hebben ook tot gevolg dat de verhouding producent – consument verandert. Hermans opperde dat het wellicht tijd wordt om na 100 jaar het auteursrecht onder de loupe te nemen en te kijken of het nog voldoet. Het NUV is niet tegen downloaden, maar wel tegen downloaden uit illegale bronnen. Je moet als uitgever inspringen op nieuwe ontwikkelingen en je hakken niet in het zand zetten. De twee sprekers na hem borduurden op deze laatste opmerking voort.
Als eerste was het woord aan Robert Levine, auteur van Free Ride: how digital parasites destroy the culture business and how the culture business can fight back en daarvoor als journalist verbonden aan Billboard, Wired en Rolling Stone. Hij vatte de inhoud van zijn boek in een half uur samen. Hij begon zijn betoog met het aanhalen van een lezing van de eindredacteur van The Guardian op een conferentie in de VS. Die legde daar uit hoe de toekomst van The Guardian verzekerd was door de inhoud gratis op internet aan te bieden. Alle aanwezigen kwamen geïnspireerd de zaal uit. Daartegenover stond de lezing van de eigenaar van een dagblad uit Arkansas, die geld vroeg voor de digitale versie van zijn dagblad. Hij verdiende er niet veel mee, maar de verkoop van de papieren versie bleef wel constant. De Guardian verdiende niets aan de internetversie en zag zijn abonneebestand teruglopen. Het was dan ook zaak, zo hield Levine de zaal voor, ‘to think about the future, making money in the mean time’.
De komst van de iPad is een uitkomst voor bijvoorbeeld uitgevers, want in tegenstelling tot internet zet het aan om te kopen. Waar internet opgezet is om gratis informatie uit te wisselen, zet de iPad juist aan om te kopen. ‘It’s easier to sell in a closed system’. Ook prijsdifferentiatie is een mogelijkheid geld te verdienen. Mensen zijn uiteindelijk niet prijsgevoelig legde hij uit. Tijs Rotmans betoogt hetzelfde in Boekman 89. Mensen betalen graag voor wat extra’s. Het gemak om het te krijgen is belangrijker dan het prijskaartje dat er aan hangt. Hij besloot zijn lezing met drie adviezen. Zoek uit waar je informatie naar toe gaat/wie het gebruikt. Zoek uit hoe het met je rechten zit en houdt zo de controle over je informatie.
Dick Molman, CEO van Sanoma Media, zorgde in zijn lezing voor de praktische uitvoering van het technische verhaal van Levine. Aanvankelijk actief in de tijdschriftenbranche is Sanoma inmiddels ontwikkelaar van apps en eigenaar van SBS. Molman legde uit wat hier achter zit. De komst van internet was een duidelijke bedreiging voor zijn branche. Hoe reageer je daarop? Hij onderscheidde drie varianten. Of je trekt je terug op je eigen terrein en optimaliseert dat. Of je vertaalt je eigen werkterrein naar het nieuwe medium. Of je slaat nieuwe paden in. Sanoma heeft niet voor een maar voor alle drie de varianten gekozen. Niet alleen zijn de tijdschriften gerestyled, ge-upgrade en alle niches inmiddels gevuld, elk tijdschrift heeft ook zijn vertaling op het internet. Daar is een speciale afdeling voor opgezet zodat alle kennis en kosten centraal beheerd worden. Het wiel heeft dus maar één keer uitgevonden te worden. Hier wordt echter weinig winst gemaakt. Het is eerder ondersteunend voor en aanvullend op de papieren versie. De derde variant is voor Sanoma financieel het meest interessant. Zo is Sanoma een eigen apps afdeling begonnen. Dit kost geld maar door het weer in een afzonderlijke afdeling te doen wordt daar de kennis geconcentreerd. In tegenstelling tot de tijdschriftenmarkt is het een groeimarkt. In Nederland zijn inmiddels ruim 3 miljoen Sanoma apps gedownload, de markt is in anderhalf jaar 5x zo groot geworden. Ook op het gebied van sociale media is er een afdeling die alles wat daar in gebeurt nauwkeurig bijhoudt.
Sinds kort is Sanoma ook actef op de televisiemarkt. De reden daarvoor is dat dat medium het hoofd in al de huidige ontwikkelingen boven water heeft weten te houden. Daarmee bestrijkt Sanoma inmiddels alle media. Het is nu zaak de kijkcijfers omhoog te halen, daar kunnen de tijdschriften en andere media voor ingezet worden. Zo begint het verhaal weer van voor af aan. De rol van het mediabedrijf is veranderd. Het is niet meer nodig als mediair tussen het content en de consument. Om te overleven moet je verbreden.
Een mooie combinatie van Amerikaanse theorie en Nederlands koopmanschap die de uitgevers in deze barre tijden een hart onder de riem steekt en inspiratie biedt er in het nieuwe jaar vol enthousiasme tegenaan te gaan.