Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Actualiteit » Verslagen » Presentatie media-advies Raad voor Cultuur

Presentatie media-advies Raad voor Cultuur

De discussie over de toekomst van de publieke omroep moet gaan over de inhoud, aldus Sander Dekker (VVD), staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Media. Te vaak gaat het over het bestel en de vorm die dat bestel moet krijgen, zoals het BBC- of VRTmodel, meende hij. Dekker zei dit bij de presentatie van het advies over de publieke omroep van de Raad voor Cultuur: De tijd staat open: advies voor een toekomstbestendige publieke omroep dat op 27 maart 2014 in het Muziekcentrum van de Omroep in Hilversum werd gepresenteerd.

Inge Brakman, voorzitter van de commissie die het advies voorbereidde, somde op hoe die publieke omroep eruit zou moeten zien. De gebruikers – kijkers en luisteraars – staan daarin centraal: omroep wordt niet gemaakt voor, maar ook met iedereen. Het publiek is daarom niet langer ‘alleen een maat voor kijk- en luistercijfers’. Dus ‘minder sturen op marktaandeel, meer op het bereik van publieksgroepen’. Omdat het publiek in toenemende mate aanwezig is op het internet, zeker de jongeren, zal de publieke omroep vol moeten inzetten op digitaal programmeren, stelde Brakman. Er is echter nog een grote innovatieslag  te maken, zodat niet alleen Nederlandse content, maar ook content uit Amerika of Frankrijk via de omroepportals beschikbaar komt.

Daarnaast pleit de commissie voor een serieuze cultuurverandering: van een bestuurders- naar een makerscultuur.  Die makers kunnen ook van buiten de omroep komen, van private partners tot zzp’ers. Deze stellingname opent ruim baan voor culturele instellingen en initiatieven, zoals ook in Boekman 98 Afstemmen op cultuur de publieke omroep in een crossmediaal landschap (maart 2014) wordt bepleit. Om snel in te kunnen spelen op genoemde veranderingen wil de commissie hoofdredacteuren aanstellen, voor genres of doelgroepen zoals jongeren. Zij worden verantwoordelijk voor de hele programmering, en consulteren niet alleen makers, maar ook het publiek over prioriteiten van programma’s en plaatsing.

De omroepverenigingen blijven in het hart van het bestel, maar gaan meer samenwerken (dan kibbelen) over thema’s. Zij zorgen ervoor dat gelijkgestemden elkaar kunnen ontmoeten in digitale communities (of fysiek, zoals binnenkort in Vondel CS van de AVROTROS). Het ledencriterium verdwijnt als harde eis.

Een ander belangrijk aandachtspunt van de commissie geldt de regionale en lokale omroep. Om de regionale journalistiek nieuwe impulsen te geven, wordt geadviseerd de journalistieke krachten van krant en omroepen te bundelen. De Raad voor Cultuur komt nog voor de zomer van 2014 hierover met een aanvullend advies. Onvermijdelijk vragen dergelijke hervormingen wijzing van de Mediawet die samenwerking op te veel fronten frustreert: de auteurs in Boekman 98 roepen daar dan ook unaniem toe op. Dekker omzeilde in zijn reactie dit heikele punt zorgvuldig, maar voelde zich aangesproken op de gedachte dat het publiek zich eigenaar moet voelen van de publieke omroep. ‘Het bereik onder jongeren loopt terug’, constateerde hij, en wie hen wil aanspreken moet meegaan met de tijd. Dat wil zeggen: ‘vindbaar zijn op alle platforms’ wat marktversterkend is.

Ook het mobiliseren van creatieve krachten bij de publiek omroep vond hij ‘een interessant idee’. Het gaat meer om de ‘unieke content, dan om de vraag wie het maakt of produceert’, benadrukte hij nog maar eens. Duidelijk werd wel dat de vraag die de commissie van de Raad voor Cultuur zich stelde, of er nog wel een publieke omroep nodig is, nu en in de nabije toekomst, met een volmondig ja werd beantwoord. Niet alleen door de commissie zelf, maar ook door staatssecretaris Dekker. De tijd staat altijd open…

Presentatie Inge Brakman 

Bekijk meer: Verslagen

Partners & subsidiënten