Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Actualiteit » Verslagen » Verslag debat vaste boekenprijs: onmisbaar of onzinnig?

Verslag debat vaste boekenprijs: onmisbaar of onzinnig?

Op 16 maart 2015 organiseerden de Boekmanstichting en de Raad voor Cultuur in de Singelkerk te Amsterdam een debat over de vaste boekenprijs. Is de wet onmisbaar of onzinnig? Aan het debat werd deelgenomen door Mizzi van der Pluijm (directeur-uitgever Atlas Contact), Jarig van Sinderen (chief economist Autoriteit Consument en Markt) en Ben Peperkamp (voorzitter commissie Media Raad voor Cultuur). Ook het publiek, met vertegenwoordigers van het boekenvak, het ministerie van OCW en het onderzoeksveld, deed enthousiast mee. De leiding van de bijeenkomst was in handen van Jellie Brouwer, journaliste bij het programma Kunststof van de NTR.

Voorwaardelijke voortzetting van de wet
De vaste boekenprijs blijft voorlopig. Dat heeft het kabinet op 6 februari jongstleden besloten in overeenstemming met het advies van de Raad voor Cultuur (juli 2014). De wet op de vaste boekenprijs, in 2005 in werking getreden, wordt over vier jaar opnieuw geëvalueerd. De boekenbranche moet in de tussentijd laten zien dat de wet zorgt voor stimulering van het aanbod van minder courante titels. Maar er zijn nog meer voorwaarden.
‘Jullie zijn inmiddels door de wol geverfd wat betreft de discussie over de vaste boekenprijs, maar wie zijn er nu eigenlijk voor en wie zijn er tegen de wet, en wie twijfelt er nog?’ Met die vraag opende Brouwer de bijeenkomst. Het aantal tegenstanders was op een hand te tellen, het aantal twijfelaars op twee. Na afloop gaf Maarten Asscher, directeur van Boekhandel Athenaeum, aan ‘nog meer’ voorstander te zijn dan bij aanvang van het debat.
Gaan boekhandels ten onder bij afschaffing van de vaste boekenprijs? Zal de diversiteit van het titelaanbod drastisch afnemen? Kelderen of stijgen de verkoopprijzen? Komt de kwaliteit onder druk te staan? Brouwer trok een vergelijking tussen de vaste prijs voor boeken en die voor brood – laatstgenoemde werd opgeheven in 1988.

Effectiviteit
‘Een advies uitbrengen hierover is een kwestie van balanceren’, legde Peperkamp uit, ‘want er moeten meerdere ballen in de lucht worden gehouden.’ De Raad voor Cultuur heeft minister Bussemaker geadviseerd om de wet in ieder geval vier jaar te continueren. ‘Nu stoppen zou de markt schaden’. Het afgelopen decennium was bepaald geen glorieuze periode voor de boekenmarkt. Bovendien is de wet op de vaste boekenprijs een wet die je in relatie met Europese wet- en regelgeving moet beschouwen. De wet op de vaste boekenprijs is een uitzondering op het normale economisch verkeer waar verticale prijsbinding expliciet verboden is.
Peperkamp vatte samen: De fundamentele vraag is of de wet werkt. Volgens de Raad voor Cultuur bestaat er geen deugdelijk bewijs dat de wet werkelijk effectief is. ‘Er zit veel opinie in’. De Raad adviseert de minister daarom gedegen  onderzoek te starten naar de vraag of de wet daadwerkelijk de beoogde uitgave en inkoop van minder courante titels stimuleert. Peperkamp riep de sector op de komende twee jaar data te verzamelen waarmee de werking kan worden aangetoond. De vraag is nog op welke wijze dat het beste kan plaatsvinden.

Overwinst
Mizzi van der Pluijm haakte hier op aan. Zij zette de deur van haar uitgeverij wijd open, zodat geïnteresseerden in afwachting van overtuigend bewijs zich in elk geval al een indruk kunnen vormen. ‘Kom onze administratie maar eens bekijken om uit te zoeken hoe het werkt, want dan kun je zien hoe de goed verkopende schrijvers, zoals Adriaan van Dis en Joris Luyendijk, hun minder goed verkopende collega-schrijvers op de been houden.’ Nog geen twintig procent van de boeken zorgt voor tachtig procent van de omzet. Dankzij deze kruisbestuiving ziet Van der Pluijm zelfs kans om boeken te publiceren die naar haar mening grote kwaliteit bezitten, maar waarvan ze eigenlijk al bij voorbaat weet dat er geen of nauwelijks een markt voor zal zijn. Dat beschouwt ze als haar taak als uitgever. Je moet talent nu eenmaal kweken. ‘Er zijn gelukkig ook boekverkopers die dat met me eens zijn’. Sommige auteurs hebben meer tijd nodig om te groeien en publiek te vinden dan anderen, aldus Van der Pluijm. Haar buurman in het panel, Jarig van Sinderen, kon dit maar moeilijk geloven. Als uitgever wil je toch boeken aan de man brengen? Hoezo zonder marktpotentie?
Boekverkoper Maarten Asscher benadrukte: de nieuwe Adriaan van Dis zou zonder vaste boekenprijs niet worden uitgegeven. ‘De wet faciliteert ook ontwikkeling en vernieuwing in het aanbod van boeken.’ Maar de wet is niet bedoeld voor talentontwikkeling, reageerde Peperkamp.
Van Sinderen van de Autoriteit Consument en Markt (‘wij zijn er voor de consument’), wees erop dat in het huidige systeem de consument bij aanschaf meebetaalt aan publicaties die hij zelf nooit zou kopen. Is dat eerlijk, vroeg hij zich af. Zijn advies aan de sector was om kritisch te kijken naar het prijsbeleid. Want het zou zomaar kunnen dat wanneer je de verkoopprijs verlaagt, consumenten sneller geneigd zijn om meerdere boeken te kopen.
Peperkamp was gecharmeerd van het principe dat een uitgever met overwinst de minder goedlopende titels financiert, maar benadrukte het belang van bewijsvoering. Ook hij vond het overigens ongeloofwaardig dat Muzzi van der Pluijm boeken publiceert waarvan ze weet dat ze niet gaan verkopen… ‘Toch doe ik het!’, was haar repliek. Natuurlijk hoop je wel op een ander scenario, legde ze uit. Maar zelfs boeken die waardering ontvangen en mooie kritieken krijgen, blijven soms in de boekhandel liggen.

Doel en perspectief
Voor de helderheid zette Peperkamp uiteen dat de wet is gemaakt vanuit cultuurpolitiek perspectief, waarbij het draait om diversiteit van het aanbod, dus verschillende genres, en de bereikbaarheid ervan. Talentontwikkeling, ‘hoe cruciaal ook’, wordt in de wet niet genoemd en is waarschijnlijk ook beter op andere manieren te bereiken. Bovendien moeten we ons realiseren dat we het niet alleen hebben over een cultuurproduct, maar ook over een economisch goed en een economisch belang. De sector moet zich onderwerpen aan de principes van mededinging en aan allerlei andere handelsregels. Daar ontkom je niet aan, dus ook daar moet de sector over nadenken, aldus Peperkamp.
Maar we hebben met de vaste boekenprijs een briljant product in huis, stelde Van der Pluijm. Waarom overboord gooien? We houden heel mooi het midden tussen marktwerking en behoud van cultuur. Op de Frankfurter Buchmesse is iedereen er vol van en jaloers op de ontwikkelde leescultuur in Nederland. Peperkamp durfde dat laatste ernstig te betwijfelen. De laaggeletterdheid is groot, de positie van literatuuronderwijs in het voortgezet onderwijs verontrustend. ‘Niet voor niets maakt minister Bussemaker 50 miljoen euro vrij voor leesbevordering’.
Het advies van Mai Spijkers, directeur Prometheus, luidde kraakhelder: blijf af van de vaste boekenprijs. Er zal druk op de marges ontstaan, bijvoorbeeld omdat markpartijen zoals AH zullen gaan stunten met prijzen. Dat gaat ten koste van de omzet van uitgevers en schrijvers. Advocaat Hans Bousie, van Bureau Brandeis, nuanceerde de nadelen van het afschaffen van de vaste boekenprijs aan de hand van voorbeelden uit het buitenland. Volgens Van der Pluijm onderschatte hij de naargeestigheid van de situatie in Engeland. ‘Boeken worden verkocht in tankstations, boekhandels verdwijnen uit het straatbeeld, uitgevers durven geen risico’s meer te nemen’.

Doelgroep
Wie dient er nu eigenlijk door deze wet beschermd te worden, legde Brouwer de zaal voor? De consument, volgens Jarig, maar ook de uitgever en kleine boekhandel. Waarom hoor ik niemand over de situatie van schrijvers in deze discussie?, riep Van der Pluijm. Is de wet eigenlijk niet bedoeld om de bestaande posities van boekhandels en uitgevers te handhaven, vroeg Frank Huysmans zich af. Huysmans, bijzonder hoogleraar Bibliotheekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, miste het element van vernieuwing in de discussie. Maar de vaste boekenprijs is bij uitstek een instrument voor laagdrempeligheid en innovatie, reageerde Micheal van Everdingen van de Koninklijke Boekverkopersbond. De wet vormt de basis voor het wettelijk depot. Dat wil zeggen dat iedere Nederlander een boek kan uitgeven en in depot kan plaatsen zodat het toegankelijk is, bijvoorbeeld voor bibliotheken. Als we de wet loslaten, zal de prijs dalen, nemen de grote spelers het roer over, en krijgen nieuwe toetreders geen kans.  

Meten
De meest cruciale vraag: hoe gaat de sector de effectiviteit van de wet meten? Peperkamp legde het nog eens uit. Niemand heeft formele inzage in de bedrijfshuishoudingen van uitgeverijen. Het is nooit eerder gedocumenteerd. Daarom moeten deze data nu op tafel komen. Ria Derks (KVB) sloot hierop aan: de KVB wil een Kennisinnovatiecentrum voor het Boek oprichten met als doel geanonimiseerde bedrijfsgegevens van uitgeverijen te verzamelen. De branche heeft dit nooit eerder gedaan, omdat de vraag nooit gesteld is, benadrukte ze. Dat werd bevestigd door Carla de Rooi, senior beleidsmedewerker bij de directie Media en Creatieve Industrie van het ministerie van OCW. We moeten nu eindelijk met harde cijfers komen, riep ook Eppo van Nispen tot Sevenaer (CPNB). Peperkamp toonde zich verheugd over het initiatief. Hij voorziet ‘een behoorlijke klus’ voor de sector. Betrokkenen moeten zich samen sterk maken, kennis verzamelen en met elkaar delen, zodat we een plan hebben voor de komende tien jaar. Boekencultuur in Nederland moet grote cultuur blijven.
Asscher benadrukte dat de vaste boekenprijs deel uitmaakt van het cultuurbeleid. En daarbij gaat het niet enkel om het onderzoeken en aantonen van de effectiviteit, maar is er sprake van intinsieke waarde. Net als bij  monumentenzorg en natuurbehoud. De vraag is wanneer zoiets geslaagd is. Het is lastig om een einddoel te formuleren. Kijk niet alleen naar de kale cijfers, waarschuwde ook Derks. Het  gaat ook om kwaliteit. Bovendien dienen bij het maken van vergelijkingen met het buitenland (Noorwegen, Denemarken), waarvan de noodzaak door iedereen wordt erkend, de verschillende marktomstandigheden in acht te worden genomen.
De vraag aan de hand van welke criteria de resultaten straks gewogen moeten worden, kon Peperkamp niet beantwoorden. Dat is niet aan de Raad voor Cultuur. Maar de discussie dient in ieder geval Europabreed te worden gevoerd. Daarbij kan ook de Boekmanstichting een rol spelen.

Dit was een historische dag, besloot Peperkamp, want alle betrokken partijen waren nu voor het eerst sinds de invoering van de vaste boekenprijs in debat. Ook benadrukte hij dat het onderwerp hoog genoteerd staat op de politieke agenda.

Met de handel in brood is het overigens na het loslaten van de vaste prijs helemaal goedgekomen, stelde Brouwer gerust.

Jack van der Leden

Redacteur tijdschrift Boekman
en bibliotheekmedewerker Boekmanstichting



Bekijk meer: Verslagen

Partners & subsidiënten