Wat is Nederlands erfgoed en wordt dit erfgoed voldoende beschermd door de Erfgoedwet? Dat zijn vragen waarover de Commissie-Pechtold zich boog vanaf begin 2019. In september kwam zij met haar advies 'Van terughoudend naar betrokken'. Daarin pleitte de commissie voor een meer betrokken positie van de Rijksoverheid ten aanzien van de betekenis van Nederlands erfgoed, de bescherming daarvan en de rol van particulieren daarbij. Over deze thema’s werd verder gesproken op donderdag 20 februari jongstleden tijdens de eerste in een serie van drie debatavonden rondom Nederlands erfgoed die De Balie en de Boekmanstichting samen organiseren. Panelleden waren Jan Six, Paulo Martina en Alexander Pechtold.
Ianthe Mosselman, programmamaker bij De Balie, modereerde de avond. Zij introduceerde als eerste panellid Alexander Pechtold. Behalve dat hij in de Tweede Kamer fractievoorzitter was voor D66, studeerde hij ook kunstgeschiedenis en archeologie en was hij veilingmeester. In 2019 kreeg hij de leiding in de onafhankelijke Commissie-Pechtold die op verzoek van minister Van Engelshoven de Erfgoedwet onder de loep moest nemen. Paulo Martina, het tweede panellid, was directeur van Museum Dr8888 en is nu directeur van Museum van Bommel van Dam in Venlo, opgericht in 1969 toen het echtpaar Van Bommel zijn collectie schonk aan die gemeente. Het laatste panellid was Jan Six, kunstverzamelaar, -kenner en -handelaar. Vanaf 2000 werkte hij als curator van de Collectie Six en sinds 2009 heeft hij zijn eigen kunsthandel in oude meesters, Jan Six Fine Art, te Amsterdam.
Om de avond af te trappen begon Mosselman met de vraag: Wat is Nederlands erfgoed? De drie panelleden waren het erover eens dat erfgoed geen vaststaand gegeven is, maar dynamisch en veranderlijk. Six haalde hierbij het register van beschermde cultuurgoederen en verzamelingen aan. Deze lijst is opgesteld onder de Erfgoedwet met als doel te voorkomen dat voorwerpen en verzamelingen in particulier bezit met grote betekenis voor Nederland verloren gaan als Nederlands cultuurbezit. Six stelde dat Nederlands erfgoed niet alleen op de lijst staat. Er zijn ook objecten die niet op de lijst staan, maar wel in musea vastzitten en daarmee is in zekere mate gegarandeerd dat die stukken Nederland niet zullen verlaten.
Vragen die gedurende de avond de revue passeerden zijn onder andere: Wordt Nederlands erfgoed voldoende beschermd? Wat is de rol van particulieren en nemen zij de rol van de overheid over? Is een gebrek aan interesse in erfgoed typisch Nederlands? Moet de overheid de verkoop van erfgoed door particulieren kunnen tegenhouden?
Pechtold pleitte voor een betrokken overheid, met een commissie die ondergebracht wordt bij de Raad voor Cultuur. Voor een overheid met visie op, en overzicht van erfgoed. De Nederlandse overheid leunt op het moment te veel achterover. Terwijl juist betrokkenheid van politici bij kunst en erfgoed enorm belangrijk is om het op de politieke agenda te krijgen. Dat is belangrijk omdat dat erfgoed de tijdgeest laat zien, legde Pechtold uit. Volgens hem moeten we bijvoorbeeld niet vergeten dat typisch Nederlands erfgoed eigenlijk ook een hele internationale achtergrond heeft: Delfts blauw bevat in essentie een enorm educatief verhaal.
Six stelde dat er een verschil bestaat tussen financiële en emotionele verantwoordelijkheid voor erfgoed. Hierbij gaat het niet om het emotioneel onderhoud, dus het oordelen over cultuur. Hiermee haalde Six het gedachtegoed van Thorbecke uit 1862 aan, ‘De regering is geen oordeelaar van wetenschap en kunst’. Het verhaal van de avond gaat om financiën, het gaat om geld, belastinggeld dat gebruikt wordt om iets aan te kopen. De financiële verantwoordelijkheid moet gebruikt worden om erfgoed te faciliteren. Daartoe moet de overheid bijvoorbeeld de kwijtscheldingsregeling van 120 procent naar 300 procent aanpassen. [1] Hij stelde namelijk dat het kunstobject toch in waarde zal vermeerderen en dat het aankoopbedrag in de toekomst slechts een fractie is van die toekomstige waarde. Het aanschaffen van het object is in vergelijking met zijn toekomstige (financiële) waarde voor Nederland van dusdanig belang dat daartoe de fiscale mogelijkheden dus uitgebreid moeten worden.
Martina benadrukte gedurende de avond dat er aandacht voor verhalen rondom erfgoed moet komen. Zo pleitte hij voor aandacht voor de koloniale verhalen achter bijvoorbeeld de schilderijen in het Rijksmuseum. Ook gedeeld erfgoed moet in acht worden genomen. Hij duidde hiermee op het erfgoed dat Nederland gedurende de koloniale tijd opbouwde in andere landen, zoals landhuizen op Curaçao. De Nederlandse overheid zou de verantwoordelijkheid moeten nemen voor het onderhoud hiervan. Wat zou de overheid daarnaast volgens Martina meer moeten doen? Martina stelde onder andere dat musea goed in staat zijn om zelf voor de collecties te zorgen, dit kost echter veel geld. Het is daarom belangrijk dat de overheid (financieel) faciliterend werkt zodat musea hun werk goed kunnen blijven doen.
Een laatste vraag waarop de panelleden vooraf een antwoord mochten bedenken: Welk stuk erfgoed zou je meenemen als Nederland overstroomt? Uit de voorbeelden die zij noemden bleek een brede opvatting van Nederlands erfgoed. Pechtold kwam met de dagboeken van Anne Frank, om te laten zien dat erfgoed meer is dan kunst en omdat de dagboeken voor hem een deel van de geschiedenis zeer bereikbaar hebben gemaakt. Martina koos een grammofoonspeler, afkomstig uit het landhuis op Curaçao waar zijn voorouders tot slaaf gemaakt waren. Hij wilde hiermee het belang van verhalen achter een bepaald erfgoedstuk benadrukken. Six bracht als enige een voorwerp daadwerkelijk mee: een bloedband. Onderdeel van een set van banden die in de 17e eeuw werd gedragen door de schout, de schepenen en de burgemeester van Amsterdam. Hij had graag gezien dat de bloedband in een museum terecht kwam met de bijbehorende andere bloedbanden die daar reeds in collecties zijn opgenomen, maar de musea die hij benaderde hadden er geen belangstelling voor. Voor Six staat de band dan ook symbool voor het gebrek aan kennis over erfgoed in Nederland. De band, en dus een stuk Nederlands erfgoed, kan nog altijd het land verlaten, waarschuwde hij. Precies hetgeen waar de Commissie-Pechtold ook voor waarschuwde indien de overheid hetzelfde beleid blijft voeren.
[1] Via deze regeling kunnen voor Nederland waardevolle kunstobjecten verkocht worden aan de staat. In ruil daarvoor krijgt een individu een aftrek op de erfbelasting van 120 procent van de waarde van een kunstvoorwerp. Daarmee pleitte Six dus voor een uitbreiding van de huidige fiscale regeling.
Volgende lezingen in de reeks Collectie Nederland
Wil je meer weten over Collectie Nederland en Nederlands erfgoed? Op 19 maart vindt de tweede debatavond plaats en zal er gesproken worden over de rol van koloniaal erfgoed, de vraag wat we teruggeven, en hoe we het koloniale erfgoed dat blijft in een correcte context plaatsen. Op de derde avond, op 23 april, is er aandacht voor het erfgoed van de toekomst. Hoe zorgen we voor een dynamische Collectie Nederland en wie bepaalt bovendien wat we zullen bewaren?
Videoregistratie
Notes
[1] Via deze regeling kunnen voor Nederland waardevolle kunstobjecten verkocht worden aan de staat. In ruil daarvoor krijgt een individu een aftrek op de erfbelasting van 120 procent van de waarde van een kunstvoorwerp. Daarmee pleitte Six dus voor een uitbreiding van de huidige fiscale regeling.