Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Geldstromen (met inflatiecorrectie) » Overheidsuitgaven » Indirecte belastinguitgaven cultuur

Indirecte belastinguitgaven cultuur

Sorry! Niet meer dan 6 items tegelijk.

Indirecte belastinguitgaven cultuur (mln €)

2005 720
2007 809,9877723
2009 809,0177019
2011 633,0570582
2013 730,1319597
2015 719,4397781
2017 744,9226252

De Rijksoverheid steunt de culturele sector niet alleen met subsidies, maar ook met belastinguitgaven. Het gaat hierbij om belastingvoordelen waarvan de culturele sector profiteert, en waarbij de overheid als het ware belasting ‘misloopt’. Binnen deze belastinguitgaven onderscheiden we directe en indirecte belastinguitgaven. Bij directe belastinguitgaven gaat het om de bedragen die mensen mogen aftrekken van de inkomens-, winst- of vermogensbelasting, wanneer zij bijvoorbeeld aan culturele doelen schenken. De indirecte belastinguitgaven zijn voordelen in de kostprijsverhogende belastingen, waaronder de btw. Omdat op culturele goederen en diensten een lager btw-tarief van kracht is, incasseert de overheid bij deze goederen geen 21 procent maar 9 procent btw (tot en met 2018 was dit 6 procent).

In 2017 bedroegen de indirecte belastinguitgaven aan cultuur 893 miljoen euro, hetgeen een lichte stijging betreft ten opzichte van twee jaar eerder. Het grootste deel van dit bedrag (451 miljoen euro) is afkomstig van het verlaagde btw-tarief op boeken, tijdschriften en dag- en weekbladen. Het resterende bedrag wordt gevormd door belastingvoordelen op tickets voor circussen, bioscopen, theaters en concerten (258 miljoen euro), en door het lage btw-tarief op onder andere bibliotheken en musea (184 miljoen euro). Tot 2010 werd daarnaast ook de vrijstelling van overdrachtsbelasting bij monumenten binnen deze indicator meegerekend, maar deze regeling werd in 2010 afgeschaft. Dit verklaart mede de daling van de indirecte belastinguitgaven tussen 2009 en 2011.

Omdat in 2019 het lage btw-tarief op cultuur is verhoogd van 6 naar 9 procent, is te verwachten dat vanaf dit jaar ook de indirecte belastinguitgaven aan cultuur lager zullen uitvallen (Rijksoverheid 2018).

Ten behoeve van de trendanalyse zijn alle geldstromen in de Cultuurindex Nederland gecorrigeerd voor cumulatieve inflatie in de periode 2005-2017, op basis van de jaarmutaties van de consumentenprijsindex. De betreffende prijsstijgingen zijn te raadplegen op CBS Statline (CBS 2020).

Door een wijziging of correctie in de brondata of dataverzameling zijn één of meerdere waarden van deze indicator gewijzigd ten opzichte van de vorige editie van de Cultuurindex Nederland.

Bronnen

APE en Dialogic (2017) Evaluatie Giftenaftrek.

Utrecht: Dialogic.

CBS (2020) ‘Jaarmutatie consumentenprijsindex; vanaf 1963’.

Op: www.opendata.cbs.nl, 6 augustus.

Ministerie van Financiën.

Rijksbegroting (hoofdstuk 5).

Bewerkt door Sigrid Hemels en Henk Vinken.

Rijksoverheid (2018) ‘Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2019’.

Op: www.rijksoverheid.nl, 18 december.

Notes

Ten behoeve van de trendanalyse zijn alle geldstromen in de Cultuurindex Nederland gecorrigeerd voor cumulatieve inflatie in de periode 2005-2017, op basis van de jaarmutaties van de consumentenprijsindex. De betreffende prijsstijgingen zijn te raadplegen op CBS Statline (CBS 2020).

Door een wijziging of correctie in de brondata of dataverzameling zijn één of meerdere waarden van deze indicator gewijzigd ten opzichte van de vorige editie van de Cultuurindex Nederland.

Partners & subsidiënten