In 2017 vonden er 32,5 miljoen museumbezoeken plaats, een toename van 7,3 procent ten opzichte van 2015. De belangrijkste verklaring voor de toename van het aantal museumbezoeken is de stijging van het aantal buitenlandse bezoeken. Die stijgen in 2017 met 20,8 procent ten opzichte van 2015, en maken 30,6 procent uit van het totale aantal bezoeken.
Toch moet bij de explosieve groei van het aantal museumbezoeken een kanttekening worden geplaatst. Deze vindt namelijk vooral plaats in de grote musea, terwijl kleine musea weinig groei of zelfs krimp kennen. De grote musea bevinden zich bovendien vooral in de Randstad en specifiek in Amsterdam, waar de heropening van het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum een belangrijk deel van de groei van het aantal bezoeken verklaart.
Het risico is dat hierdoor een kloof ontstaat tussen de (Randstedelijke) grote musea – die steeds meer bezoekers trekken en daardoor financiële slagkracht opbouwen – en de (meer lokale) kleine musea – die niet profiteren van toenemende bezoekersaantallen. Het CBS schrijft in dit verband wel van het ‘Mattheüseffect’, waarbij de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer.
Per 2015 hanteren het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Museumvereniging en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gezamenlijk een nieuwe museumdefinitie. Daardoor is de onderzoekspopulatie voor de museumcijfers herijkt. Museumcijfers over 2015 zijn daarmee (mogelijk) niet goed vergelijkbaar met die over eerdere jaren. Bovendien is op basis van deze nieuwe museumdefinitie in 2019 de museumpopulatie verder opgeschoond door het CBS. Dit betekent dat de cijfers over 2015 in deze nieuwste update van de Cultuurindex in 2019, verschillen van de cijfers die werden gepubliceerd in de update van 2017. De museumpopulatie van 2015 betrof destijds 685 musea, waar de populatie van datzelfde jaar nu nog 601 musea telt.
Per 2015 hanteren het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Museumvereniging en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gezamenlijk een nieuwe museumdefinitie. Daardoor is de onderzoekspopulatie voor de museumcijfers herijkt. Museumcijfers over 2015 zijn daarmee (mogelijk) niet goed vergelijkbaar met die over eerdere jaren. Bovendien is op basis van deze nieuwe museumdefinitie in 2019 de museumpopulatie verder opgeschoond door het CBS. Dit betekent dat de cijfers over 2015 in deze nieuwste update van de Cultuurindex in 2019, verschillen van de cijfers die werden gepubliceerd in de update van 2017. De museumpopulatie van 2015 betrof destijds 685 musea, waar de populatie van datzelfde jaar nu nog 601 musea telt.