Wat zou de literaire hoofdstad van Nederland zijn? Amsterdam, waar zoveel grote uitgeverijen en instituten zijn gevestigd? Den Haag, waar de Koninklijke Bibliotheek en het Literatuurmuseum zetelen? Utrecht, dat als enige Nederlandse stad door Unesco benoemd is tot ‘City of Literature’? Of valt deze eer wellicht ten deel aan steden als Middelburg, Zwolle of Arnhem?
Zeker in vergelijking met de overige sectoren binnen de Regionale Cultuurindex is een groot deel van de literaire sector langs nationale lijnen georganiseerd. De meeste auteurs schrijven immers voor het volledige Nederlandse taalgebied. De boeken die ze voortbrengen kunnen vervolgens in lokale bibliotheken en boekhandels bemachtigd worden, maar als zij een gewenst werk toevallig niet op voorraad hebben, dan is er via het zogenaamde interbibliothecair leenverkeer of een online webshop binnen korte tijd een exemplaar vanuit elders in het land naar je onderweg.
Dit neemt niet weg dat er tussen regio’s onderling wel degelijk interessante verschillen bestaan in de beschikbaarheid en het lezen van boeken. De Regionale Cultuurindex brengt deze verschillen binnen drie pijlers op provinciaal niveau in kaart. De pijler Capaciteit omvat indicatoren over het aantal bibliotheken en het aantal boekhandels, terwijl de pijler Participatie beschrijft hoe(veel) er van deze organisaties gebruik wordt gemaakt. De financiële omvang van deze literaire consumptie is vertegenwoordigd in de pijler Geldstromen, aangevuld met indicatoren over verschillende subsidiestromen in de letterensector. Al deze indicatoren zijn omgerekend naar een indexscore per inwoner, zodat provincies onderling met elkaar vergeleken kunnen worden en een beeld ontstaat van de rol die de letteren in verschillende regio’s spelen.
14 december 2018
Delen
Tabel 1. Overzicht van indicatoren in de Regionale Cultuurindex die specifiek betrekking hebben op de letterensector.
De indicatoren over de inkomsten en het aantal uitleningen van bibliotheken bestaan uit verschillende subindicatoren waarin een onderscheid gemaakt wordt tussen respectievelijk boeken en overig materiaal, en inkomsten uit verschillende soorten dienstverlening.
Bibliotheken
Van de meest noordelijke bibliotheek in Schiermonnikoog tot de vestiging in Vaals: tot in alle hoeken van Nederland strekt zich een fijnmazig bibliotheeknetwerk uit, dat bestaat uit ruim 1.100 vestigingen, service- en afhaalpunten en bibliotheekbushaltes (Bibliotheekinzicht 2018a). De aanwezigheid van dit netwerk is wettelijk vastgelegd: het Rijk, provincies en gemeentes zijn ‘gezamenlijk verantwoordelijk voor een netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen’, waarbij ‘rekenschap van de gemiddelde afstand tussen de lokale bibliotheekvoorziening en de inwoners van de financierende gemeente of gemeenten’ dient te worden gegeven (Bussemaker et al. 2014). Zelfs in de dunst bevolkte gebieden van Nederland moet er hierdoor een bibliotheekvoorziening in de buurt zijn. Precies in deze provincies – zoals Zeeland, Groningen en Drenthe – zijn er dan ook relatief de meeste bibliotheken. [1] Alleen Flevoland onttrekt zich aan deze logica: hier zijn zowel absoluut als relatief de minste bibliotheekvoorzieningen. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat de bevolking van Flevoland in een beperkt aantal kernen woont, waardoor een klein aantal grotere bibliotheken volstaat om het grootste deel van de bevolking te bereiken. [2]
Hoewel Flevoland per inwoner de minste bibliotheken kent, zijn in deze provincie de meeste mensen lid van een bibliotheek. Een opvallende bevinding, omdat er in de overige provincies wél een positieve relatie lijkt te zijn tussen het relatieve aantal bibliotheken en het aantal mensen dat daarvan lid is. Wat verklaart dan het hoge ledenaantal in Flevoland? Wellicht speelt demografie hier een rol. Zo laat onderzoek naar bibliotheekgebruikers (dit zijn dus evenwel niet per se ook bibliotheekleden) zien dat onder hen veel vrouwen, hoogopgeleiden en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn (Bibliotheekinzicht 2018d). Bovendien worden steeds meer jongeren lid (gemaakt) van de bibliotheek (Bibliotheekinzicht 2018b). Dit zou kunnen verklaren waarom er zoveel bibliotheekleden in Flevoland zijn: de provincie kent ten opzichte van de andere provincies het hoogste aandeel jongeren en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond onder haar bevolking (CBS 2018c). Tegelijkertijd zou het dan in de lijn der verwachting liggen dat er ook veel bibliotheekleden in Noord- en Zuid-Holland zijn, maar dat is niet het geval.
[1] Daarbij dient voor de volledigheid te worden opgemerkt dat Zeeland weliswaar relatief gezien het hoogste aantal bibliotheekvestigingen heeft, maar dat het daarbij in 39 procent van de vestigingen om miniservicepunten gaat (eveneens het grootste aantal in vergelijking met andere provincies), die maximaal 4 uur per week open zijn.
[2] Indicatief voor dit vermoeden dat in Flevoland een klein aantal grote bibliotheken opereert, is het gegeven dat bibliotheekvestigingen in Flevoland gemiddeld de omvangrijkste collectie van Nederland hebben.
Het aantal vestigingen en het aantal leden dat bibliotheken hebben, zegt nog weinig over het daadwerkelijke gebruik van hun diensten. De Regionale Cultuurindex bevat daarom ook een indicator over het aantal uitleningen. [3] Overijssel, Gelderland, Groningen en Utrecht kennen daarbinnen het hoogste aantal uitleningen per inwoner. Ook als we kijken naar het aantal uitleningen per lid staan deze provincies bovenaan, al treden in de rest van het lijstje dan wel verschuivingen op. Flevoland blijkt bijvoorbeeld de minste uitleningen per lid te kennen, terwijl het qua aantal uitleningen per inwoner op een zesde plek is terug te vinden.
[3] Deze indicator is onderverdeeld in het aantal uitleningen van boeken en van overige materialen. Omdat het overgrote deel (94 procent) van de uitleningen echter boeken betreft, worden alleen deze cijfers hier besproken (CBS 2018d).
Een andere manier om gebruik te maken van de openbare bibliotheek, is door deel te nemen aan een van de vele activiteiten die bibliotheken organiseren binnen de domeinen leesbevordering en kennismaking met literatuur, educatie en ontwikkeling, kunst en cultuur, ontmoeting en debat, en kennis en informatie. Met de inwerkingtreding van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen in 2015 is vastgelegd dat bibliotheken zich op deze zogenoemde kerntaken moeten richten. Dit heeft onder andere geleid tot een sterke toename van het aantal activiteiten dat bibliotheken organiseren: van bijna 72.500 in 2014 naar (een geschatte) 145.000 in 2017 (Bibliotheekinzicht 2018c). Een grove provinciale uitsplitsing van deze cijfers laat zien dat bibliotheken in Zuid-Holland, Noord-Holland, Drenthe en Limburg de meeste activiteiten per inwoner organiseren – al zijn de onderlinge verschillen slechts klein. [4] In vrijwel alle provincies valt het merendeel van de activiteiten binnen de kerntaken leesbevordering en educatie. Er bestaan evenwel regionale verschillen in prioritering: zo valt in Groningen een bovengemiddeld groot deel van de activiteiten binnen de categorie leesbevordering, terwijl Zeeland uitblinkt in educatie en ontwikkeling, Drenthe in kunst en cultuur en Friesland in zowel ontmoeting en debat als kennis en informatie.
Het gebruik van bibliotheekvoorzieningen levert geld op – wat goed zichtbaar is in de samenhang tussen de indicatoren over het aantal bibliotheekleden en de eigen inkomsten van bibliotheken – maar dat vormt slechts een klein deel van de totale baten van bibliotheken in Nederland. Ruim 80 procent hiervan bestaat uit subsidies, met name van gemeentes. Zeeland, Flevoland, Drenthe en Overijssel spannen in dit opzicht de kroon (CBS 2018d). Opvallend genoeg zijn dit ook de provincies waar bibliotheken de meeste inkomsten genereren.
[4] Deze uitsplitsing wordt bemoeilijkt doordat niet alle bibliotheken deze cijfers beschikbaar hebben. De cijfers zijn dan ook niet als indicator opgenomen in de Regionale Cultuurindex.
Tabel 2. Overzicht van indicatoren over bibliotheken binnen de Regionale Cultuurindex.
Het getoonde getal geeft aan hoe een provincie zich binnen een indicator tot de andere provincies verhoudt. Zo heeft Zeeland per inwoner de meeste bibliotheken, terwijl Flevoland hier een twaalfde plek inneemt. Evenwel blijft hierbij buiten beeld hoe groot de verschillen tussen provincies precies zijn.
Boekwinkels
Bibliotheken zijn niet de enige plek om aan boeken te komen – KVB Boekwerk becijferde onlangs zelfs dat 2,25 miljoen Nederlanders wekelijks een boek lezen, maar er nooit een lenen in de bibliotheek (KVB Boekwerk 2018c). Naast de bijna 69 miljoen boeken die in 2016 in de bibliotheek werden uitgeleend, werden nog eens 41 miljoen aangeschaft in de vele (online) boekwinkels die Nederland rijk is (CBS 2018d, KVB Boekwerk 2017).
In tegenstelling tot bibliotheken, is de aanwezigheid van een boekhandel in de buurt niet wettelijk vastgelegd. De cijfers in de Regionale Cultuurindex laten zien dat boekhandels zich vooral lijken te vestigen (of te handhaven) op plekken waar de vraag naar boeken groot is. [5] Zowel de meeste boekhandels als de meeste lezers zijn te vinden in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en – ook hier op plek 1 – Zeeland. [6] Noord-Holland en Utrecht kennen bovendien ook relatief veel antiquariaten: enkel Groningen heeft er meer.
Toch blijkt de aanwezigheid van veel boekhandels en veel lezers geen garantie dat er ook veel boeken verkocht worden. De indicator hierover binnen de Regionale Cultuurindex laat zien dat de meeste boeken per inwoner niet verkocht worden in de Randstad of in Zeeland, maar in Gelderland, Overijssel en Drenthe – overigens ook provincies waarin relatief veel boeken uitgeleend worden. Dat vormt een interessante tegenstelling, waar echter een aantal (methodologische) verklaringen voor denkbaar is. Zo gaan de indicatoren feitelijk over twee verschillende zaken: een boek kopen betekent niet automatisch dat dat boek ook daadwerkelijk gelezen wordt. Belangrijker is echter dat de indicator over de boekverkoop vooral de verkoop via fysieke boekwinkels telt, omdat de online verkoop minder goed regionaal uit te splitsen is. Dit is in het nadeel van de Randstedelijke provincies, waar volgens onderzoek van KVB Boekwerk een groter deel van de bevolking haar boeken online koopt dan in de rest van het land (KVB Boekwerk 2018a). Enige voorzichtigheid dient dan ook betracht te worden bij het met elkaar in verband brengen van deze twee indicatoren.
[5] Deze cijfers zeggen alleen iets over het aantal boekhandels. Voor een vollediger beeld zijn cijfers over de omvang van boekhandels gewenst, maar deze zijn ons niet bekend.
[6] Ook recent consumentenonderzoek laat zien dat de bevolking van de Randstad naar verhouding de meeste lezers bevinden. Dit heeft er (onder andere) mee te maken dat in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht relatief veel hogeropgeleiden wonen en er onder dit deel van de bevolking gemiddeld het meeste gelezen wordt (KVB Boekwerk 2018b, Wennekers et al. 2018, CBS 2018a).
Tabel 3. Overzicht van indicatoren over boekhandels binnen de Regionale Cultuurindex.
Het getoonde getal geeft aan hoe een provincie zich binnen een indicator tot de andere provincies verhoudt. Zo staat Zeeland op een eerste plek wat betreft het relatieve aantal boekhandels, terwijl Groningen hier een twaalfde plek inneemt.
De literaire hoofdstad van Nederland?
Uit bovenstaande bespreking van de indicatoren over de letterensector in de Regionale Cultuurindex, komen enkele – op het eerste gezicht wellicht verrassende – provincies naar voren waar deze sector lijkt te floreren. Zeeland springt eruit in vrijwel alle indicatoren die betrekking hebben op bibliotheken, in Overijssel floreren de boekhandels en in Gelderland worden per hoofd van de bevolking verreweg de meeste boeken gekocht en geleend.
Toch maakt dat van Middelburg, Zwolle en Arnhem niet automatisch de literaire hoofdsteden van Nederland. Ondanks de vele inzichten die de Regionale Cultuurindex namelijk in de provinciale letterensectoren biedt, blijven veel onderdelen daarvan nog altijd een gesloten boek. Er zijn bijvoorbeeld geen indicatoren opgenomen over uitgeverijen, literaire festivals, leesclubs, schrijversopleidingen, amateurschrijvers, (museale) schrijvershuizen, stadsdichters, auteursoptredens, gedichten in de openbare ruimte, enzovoorts. Dit is deels een gevolg van gemaakte keuzes, deels ook van het ontbreken van (geschikte) data. [7]
Bovendien ontbreken in een puur cijfermatige benadering de aspecten die het literaire leven in specifieke regio’s écht onderscheidend maken, zoals de boekenmarkt van Deventer, de impuls die de opleiding creative writing in Arnhem geeft aan het literaire klimaat in die regio, of de boekhandel in Maastricht die regelmatig tot een van de mooiste ter wereld wordt gerekend.
Hoewel een literaire hoofdstad of provincie dus niet direct aan te wijzen is, schetst deze eerste editie van de Regionale Cultuurindex wel de contouren van een literaire landkaart van Nederland. De aanwezige indicatoren – deels voor voor het eerst op regionaal niveau beschikbaar – beschrijven het belangrijkste deel van de omgang met boeken in de verschillende provincies. Aanvullende cijfers, uitgebreidere analyses en kwalitatieve beschrijvingen moeten de kaart nog verder inkleuren – een creatieve uitdaging waar de Boekmanstichting in samenwerking met Atlas voor gemeenten en hopelijk vele andere partners uit het veld de komende tijd graag het potlood voor oppakt.
[7] Over een aantal van deze onderwerpen zijn ons niettemin wel cijfers op provinciaal bekend, waaronder uitgeverijen (CBS 2018b), schrijvershuizen (Nieuwenhuis 2018), auteursoptredens (De Schrijverscentrale 2018) en gedichten in de openbare ruimte (Cultuurindex Nederland 2018, Starre z.j.).
[1] Daarbij dient voor de volledigheid te worden opgemerkt dat Zeeland weliswaar relatief gezien het hoogste aantal bibliotheekvestigingen heeft, maar dat het daarbij in 39 procent van de vestigingen om miniservicepunten gaat (eveneens het grootste aantal in vergelijking met andere provincies), die maximaal 4 uur per week open zijn.
[2] Indicatief voor dit vermoeden dat in Flevoland een klein aantal grote bibliotheken opereert, is het gegeven dat bibliotheekvestigingen in Flevoland gemiddeld de omvangrijkste collectie van Nederland hebben.
[3] Deze indicator is onderverdeeld in het aantal uitleningen van boeken en van overige materialen. Omdat het overgrote deel (94 procent) van de uitleningen echter boeken betreft, worden alleen deze cijfers hier besproken (CBS 2018d).
[4] Deze uitsplitsing wordt bemoeilijkt doordat niet alle bibliotheken deze cijfers beschikbaar hebben. De cijfers zijn dan ook niet als indicator opgenomen in de Regionale Cultuurindex.
[5] Deze cijfers zeggen alleen iets over het aantal boekhandels. Voor een vollediger beeld zijn cijfers over de omvang van boekhandels gewenst, maar deze zijn ons niet bekend.
[6] Ook recent consumentenonderzoek laat zien dat de bevolking van de Randstad naar verhouding de meeste lezers bevinden. Dit heeft er (onder andere) mee te maken dat in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht relatief veel hogeropgeleiden wonen en er onder dit deel van de bevolking gemiddeld het meeste gelezen wordt (KVB Boekwerk 2018b, Wennekers et al. 2018, CBS 2018a).
[7] Over een aantal van deze onderwerpen zijn ons niettemin wel cijfers op provinciaal bekend, waaronder uitgeverijen (CBS 2018b), schrijvershuizen (Nieuwenhuis 2018), auteursoptredens (De Schrijverscentrale 2018) en gedichten in de openbare ruimte (Cultuurindex Nederland 2018, Starre z.j.).
Partners & subsidiënten
Deze site gebruikt functionele cookies en externe scripts om je beleving te verbeteren. Voor meer informatie bekijk onze Cookie- en Privacyverklaring
NOTITIE: Deze instellingen zijn alleen geldig voor de browser en het apparaat dat je nu gebruikt.
Google Analytics
Analytische cookies verzamelen informatie over uw gebruik van de website. Met deze informatie kunnen wij die zo goed mogelijk laten werken. Dankzij de analytische cookies weten we bijvoorbeeld welke pagina’s het vaakst worden bezocht, kunnen we problemen vastleggen en weten we welke advertenties effectief zijn. Zo zien we hoe het publiek in zijn algemeen de website gebruikt, in plaats van een enkele persoon. Met die informatie analyseren we het verkeer op de website.