Weijermars schetst de geschiedenis van het Boekenbal vanaf het eerste openingsgala in 1938 tot en met het Boekenbal van 2006. Ze geeft een beeld van de verschillende manieren waarop de openingsavond van de Boekenweek gestalte kreeg, wie er tot de genodigden behoorden, op welke locatie het zich afspeelde en wat de organisatie met het Boekenbal voor ogen stond. Dit alles tegen de achtergrond van het maatschappelijke, cultuurpolitieke en literaire klimaat.
Schrijvers gebruikten het Boekenbal met succes als pressiemiddel om bij hun uitgevers of bij de verantwoordelijke staatssecretaris een betere werksituatie of sociale voorzieningen af te dwingen. De doelstellingen van de opening van de Boekenweek blijken aan verandering onderhevig, waarbij de organisatie laveerde tussen een ‘elitair’ onderonsje voor schrijvers en een groot lezersfeest in de RAI om zo de verspreiding van literatuur onder de ‘boekheidenen’ te bevorderen. Ook beschrijft Weijermars de diverse opstootjes voor en tijdens het Boekenbal en de commotie rond een aantal openingsvoorstellingen.
De geschiedenis van het Boekenbal is geïllustreerd met een grote hoeveelheid beeldmateriaal, zoals programmaboekjes, uitnodigingen, speciale uitgaven en cadeaus voor genodigden. Deze objecten zijn afkomstig uit de Boekenweekdocumentatie van Herman Arnolds. Maarten van Rossem schreef een voorwoord.