De corona-maatregelen hebben ook grote gevolgen voor het kunstonderwijs. Veel lessen worden nu digitaal online aangeboden. Maar wat betekent dat voor studenten en docenten? En hoe ziet de toekomst eruit? We spraken er over met Janneke van der Wijk, directeur van het Conservatorium van Amsterdam, onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK).
Hoe hebben jullie je onderwijsprogramma’s omgebouwd?
‘Toen de lockdown in maart kwam, moesten ook wij als een haas online verder. Dat is wonderwel goed gegaan. We hadden het geluk dat we al beschikten over CvA-online, een interactief platform voor online onderwijs dat we al langer onder andere voor ons internationale aanbod gebruikten[1]. Mede door dit platform konden we in korte tijd omschakelen. Ook docenten en studenten voor wie digitaal onderwijs nog helemaal nieuw was, hebben het goed opgepakt.
Een vraag apart was de vormgeving van audities en examens. Die zijn tijdens de lockdown allemaal online afgenomen. Bij de audities zag je via het scherm kandidaten vanuit landen waar ze door corona niet eens de straat op konden, soms letterlijk vanaf de rand van hun bed muziek maken. Voor de examens maakten de studenten allemaal een digitaal portfolio dat bestond uit opnames van eigen spel, composities en uit reflecties op hun muzikale keuzes en hun ontwikkeling. We waren onder de indruk en soms ook echt ontroerd door de hoge kwaliteit van de portfolio’s en de zelf-reflecties van de studenten.’
Het blijkt dus te kunnen, digitaal muziekonderwijs op topniveau?
‘De studenten van nu zijn veelal ‘digital natives’ en er kan veel online, zeker bij één-op-één onderwijs, geschiedenis, solfėge en theorielessen. Bij samenspel, zoals ensembles en orkesten, wordt het ingewikkelder. Studenten komen bovendien niet alleen naar het Conservatorium voor hun lessen maar ook voor zelfstudie. Normaal zijn we daarom elke werkdag van acht uur ’s ochtends tot twaalf uur ’s avonds geopend. Nu zaten studenten thuis plotseling thuis en soms zelfs zonder instrumenten. In de lockdown hebben we die bij hen thuisbezorgd. Samen met het Nationaal Instrumentenfonds hebben we zelfs bij een aantal studenten vleugels kunnen installeren.’
Maar je geeft toch liever gewoon onderwijs in het gebouw?
‘Uiteraard! Muziek wil je live kunnen meemaken. Kort voor de zomer gingen we – geheel corona-proof – weer open voor zelfstudie zodat in elk geval de examenstudenten zich goed konden voorbereiden.
Voor de studenten is het een heel ingewikkelde tijd, ook in financieel opzicht. Alle optredens vielen weg, terwijl dat voor velen een belangrijke inkomstenbron is. We hebben daarom een fonds opgericht voor studenten die tegen financiële problemen opliepen. Andere studenten moesten door de lockdown halsoverkop terugkomen van hun buitenlandse stageplek of kwamen vast te zitten. En er waren ook studenten die eenzaam op hun kamer zaten. We hebben daarom gezorgd voor studiecoaches die wekelijks contact onderhielden met studenten om te horen hoe het ging, ook in sociaal opzicht.
Aan het einde van een werkweek hebben we in normale tijden altijd de Philharmonic Friday, ons orkestproject. Toen die in september voor het eerst – met de musici op een veilige twee meter afstand van elkaar – weer plaatsvond, waren sommige studenten in tranen. Het was de eerste keer sinds maanden dat ze weer met elkaar samen speelden. Op dat moment ervoeren we hoeveel impact corona heeft op iedereen.’
Hoe traden jullie na de zomer het nieuwe schooljaar tegemoet?
‘We stonden én staan net als iedereen voor dezelfde onzekerheid. Dat betekent dat je steeds voorbereid moet zijn op alle scenario’s: van weer helemaal open naar gedeeltelijk weer open naar toch weer alles online.
We waren natuurlijk ontzettend blij met de ruimte die ontstond om althans ten dele weer open te gaan. Met het oog daarop hebben we strakke protocollen opgesteld zodat mensen naar het Conservatorium konden komen en ook samenspel weer mogelijk werd. Op dit moment vindt 60 procent van de lessen weer in het gebouw plaats, allemaal op anderhalve meter afstand. In de concertzalen hebben we door het vergroten van de podia zoveel afstand gecreëerd dat er je ook met een orkest of big band kunt spelen. In de gangen en publieke ruimtes zijn er routes om opstoppingen te voorkomen. Met uitzondering van de lesruimtes zijn overal mondkapjes verplicht.
Omdat een aantal studenten nog steeds in het buitenland is of in quarantaine zit, hebben we een vorm van blended learning ontwikkeld, waarbij een deel van de groep fysiek aanwezig is in het lokaal en een ander deel de les via schermen volgt. Hiertoe hebben we speciaal ‘zoom-trolleys’ laten bouwen. We zijn ondanks alle beperkingen er trots op dat we dit wel kunnen aanbieden. In Amerika zie je dat een heleboel conservatoria gewoon helemaal dicht of volledig online zijn.’
Heeft corona geleid tot lagere instroom van nieuwe studenten?
‘Nee, helemaal niet. We waren natuurlijk benieuwd wat er zou gebeuren, maar we hadden meer aanmeldingen dan ooit. Veel aankomende studenten zien nu bijvoorbeeld af van een tussenjaar en willen gelijk starten. Je gaat in deze omstandigheden niet een jaar op wereldreis. En vanuit het buitenland krijgen we extra aanmeldingen omdat studenten in hun eigen land überhaupt geen fysiek onderwijs kunnen volgen.’
Hoe kijk je aan tegen de consequenties op langere termijn?
‘We hebben laten zien dat we onze eigen organisatie heel snel kunnen aanpassen én innoveren tegelijk. Op dit moment houden we rekening met een lange periode van onzekerheid. We werken onze digitale strategie in elk geval verder uit. Je zag al voor de lockdown dat veel studenten hun toekomstig werkterrein verleggen naar het digitale domein: het maken van muziek voor ‘moving images’, filmmuziek, maar ook het componeren van muziek voor games bijvoorbeeld. Sinds 2019 bieden we de Amsterdam Electronic Music Academy aan, een tweejarige en geaccrediteerde studie voor de elektronische artiest van de toekomst.
Ik maak me uiteraard zorgen over de nabije toekomst voor de culturele sector. Als lid van een aantal Raden van Toezicht zie ik van dichtbij hoe zwaar publieksinstellingen het hebben. Er is veel innovatief vermogen in de sector, maar de steun van de overheid is nu broodnodig. Het publiek is nog heel terughoudend om weer naar de concertzaal te komen. Niet nodig als je weet hoe goed de zalen geventileerd worden, maar wel een gegeven.
Live of digitaal, muziek zal altijd een enorme belangrijke rol spelen in het leven van mensen. Dat zag je ook tijdens de lockdown: al die mensen die hun toevlucht zochten in de muziek. Iedereen kijkt er enorm naar uit dat de podia weer gewoon open gaan en festivals weer doorgang vinden. De culturele sector komt dit weer te boven. Maar we zullen alles uit de kast moeten halen, steeds moeten blijven vernieuwen en nadenken over manieren om het publiek te bereiken, online én offline.’
[1] Zie https://www.cvaonline.nl/ De leeromgeving van het Conservatorium is ontwikkeld in reactie op het model van het Boston Conservatory Berklee, maar in vergelijking daarmee nog veel interactiever gemaakt.
Dit interview is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur, waarmee de Boekmanstichting een bijdrage wil leveren aan het gesprek over de impact en gevolgen van de coronapandemie op de culturele sector. Wilt u in contact komen met ons over dit initiatief of een bijdrage leveren? Stuur dan een bericht.
Verantwoording beeld: Conservatorium van Amsterdam