Voor veel creatieve makers is met de coronacrisis een grote bron van inkomsten weggevallen. Ze kunnen niet meer optreden, filmen, produceren of tentoonstellen. Dit gold tijdens de lockdown, maar voor velen van hen ook straks in de anderhalvemetersamenleving. In deze interviewreeks gaat de Boekmanstichting in gesprek met creatieve professionals over hoe zij zich organiseren in deze tijden van crisis. Wat is hun blik op de toekomst? Een interview met de Portugese zangeres en winnaar van de Gouden Notekraker Magda Mendes.
Kun je ter introductie iets over jezelf vertellen? Hoe zagen je werkzaamheden eruit voor de crisis?
‘Van origine kom ik uit Portugal, maar ik ben ondertussen al bijna achttien jaar woonachtig in Nederland. Ik ben afgestudeerd aan Codarts, een internationale kunstvakhogeschool in Rotterdam en ben altijd in deze havenstad blijven wonen. In 2010 besloot ik om mijn eigen muziek te gaan maken en terug te keren naar mijn roots. Samen met een filmploeg en een aantal muzikanten reisde ik naar het geboortedorp van mijn moeder en liet ik mij inspireren door Portugese muziek en het leven op het platteland. In 2015 begon mijn zoektocht naar de uithoeken van de stad Rotterdam gecombineerd met fado. Per deelgemeente toverde ik een locatie om tot een kleine fadoclub voor één avond. De opvolgende jaren heb ik dit concept met succes herhaald in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Doordat ik in 2018 de Gouden Notekraker won na de release van mijn derde album Oliveiras – een ode aan het Portugese platteland en de olijfbomen van mijn vader – kreeg mijn werk meer momentum. In 2019 ging ik met dit album op tournee langs de grote podia in heel Nederland.’
‘Ik vertel dit allemaal niet om op te scheppen, maar omdat het mij echt tien jaar gekost heeft om drie producties (album en tournee) op te zetten en vertrouwen bij zowel de programmeurs als het publiek op te bouwen. Hier ben ik heel dankbaar voor. Dit jaar zou de reprise van Oliveiras zijn, voor mij de kers op de taart na een decennium van consequent hard werken. Dat zou ook de eerste keer zijn dat ik met een groot ensemble zonder subsidies zou spelen, volledig op eigen benen.’
Welke impact heeft de coronacrisis op jouw werk binnen de culturele sector?
‘Ik ben het volkomen eens met de maatregelen die genomen zijn want de publieke gezondheid heeft de prioriteit. Maar natuurlijk hebben deze maatregelen wel invloed op mij en mijn werk. Er heerst chaos: bij podia, maar ook mijn muzikanten en ik hebben van de ene op de andere dag geen werk meer. Dit roept vooral een gevoel van radeloosheid op, want je moet thuiszitten terwijl je het liefst op dat moment actiever wil helpen om levens te redden. In de eerste dagen ging ik zelfs de waarde van mijn eigen beroep in twijfel trekken, maar gelukkig is dit gevoel niet blijvend.’
‘Op dit moment ligt mijn werk zo goed als stil. Ik geef nog wel online zangles, via mijn zelf opgerichte school, maar dit is veel minder geworden. Deze online vorm past minder goed bij mijn manier van lesgeven en bij de mensen die mijn fadolessen bezoeken. Alle concerten die ik in de planning had, waaronder mijn reprise, zijn stopgezet. Samen met de programmeurs probeer ik mijn boekingen te verplaatsen, maar bij de grotere theaters is het moeilijker. Hun zalen zijn namelijk vaak al ver van tevoren geboekt waardoor de afzeggingen van dit jaar moeilijk of zelfs niet verplaatst kunnen worden. Daarnaast stond ik voor deze productie met veel mensen op het podium – in octet – dus dat maakt handhaving van de maatregelen niet alleen moeilijker, het is voor een theater ook veel duurder dan een kleine bezetting. Ik word sinds kort wel gevraagd voor concerten in kleine bezetting, bijvoorbeeld in duo. Maar ik vraag me af of deze vorm van programmeren niet meer een test is voor de theaters om met de huidige maatregelen om te gaan? Want hoe kunnen theaters met zo weinig bezoekers blijven bestaan?’
Hoe zie jij de toekomst?
‘Het was mijn wens om volgend seizoen – dat is 2020/2021 – een nieuw project op te starten en weer te beginnen met muziek schrijven. Ik werk meestal met een bepaald thema en bouw daar een soundtrack omheen, maar op dit moment is mijn thema erg gekleurd. Alles waarover ik nu zou willen schrijven voelt niet relevant. Mijn artistieke kern zegt dat ik stil moet zijn en moet luisteren naar de andere verhalen in de samenleving. Praktisch gezien zullen in de nabije toekomst kleinere producties daarnaast meer kans hebben, omdat zij gerealiseerd kunnen worden voor een klein publiek. De huidige situatie biedt mij wel de kans om wederom out of the box te denken. De normale route zit namelijk op slot, en het is ook niet het moment om een risicovol project aan te gaan. Maandenlang ben ik bevroren geweest. “Wat moet ik denken? Welke kant moet ik op? Wanneer kan ik weer optreden?” Maar ik zie gelukkig weer mogelijkheden en moet nu binnen die kaders iets verzinnen.’
Wat zou er moeten veranderen in het huidige (pre-corona) beleid?
‘Waar ik vooral verdriet van krijg – ook al zal er weinig veranderen aan het beleid – is dat muzikanten en andere makers in de culturele sector vanuit de overheid weinig erkenning krijgen. We worden niet liefdevol omarmd, terwijl wij dat wel verdienen. Noem ons, noem het belang van ons werk, net als het belang van een kapper wordt genoemd. Het is een verhaal van alle tijden: cultuur wordt als eerste geraakt en het lijkt alsof dat er niet toe doet. Terwijl niemand zonder muziek kan, die waardering zou meer uitgesproken moeten worden. Cultuur – in al haar diversiteit – is het gezicht van een land en ik hoop dat onze politici zich dat beseffen. Dat ons publiek nu niet kan komen, is al erg genoeg. Maar om vergeten en als overbodig gezien te worden, dat doet pijn. Je hoopt dat mensen je op zijn minst een warm hart toedragen, en daar zou Rutte een mooi persoonlijk woord voor kunnen doen.’
Dit interview is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur, waarmee de Boekmanstichting een bijdrage wil leveren aan het gesprek over de impact en gevolgen van de coronapandemie op de culturele sector. Wilt u in contact komen met ons over dit initiatief of een bijdrage leveren? Stuur dan een bericht.
Dit artikel is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur.
Auteur: Maartje Goedhart, Rosanna Bervoets (stagiaire)