Oerol staat weer voor de deur. Maar waar normaal gesproken duizenden bezoekers dit weekend afreizen naar Terschelling, gaat het festival in dit coronajaar helemaal online. Van maandag 15 juni tot en met vrijdag 19 juni presenteert Oerol vijf dagen virtueel een Imaginair Eiland dat verdacht veel op het echte Terschelling lijkt. We spraken erover met Siart Smit, algemeen directeur van het meest bekende locatietheaterfestival van Nederland.
Hoe heeft Oerol haar programmering aangepast naar online toen de lockdown begon? Zijn jullie uitgegaan van het online beschikbaar maken van bestaande programmering, of zijn jullie andere vormen gaan onderzoeken?
‘Toen duidelijk werd dat een normaal festival dit jaar niet mogelijk zou zijn, waren we er heel snel uit: we gaan wél door. Maar het was ook meteen duidelijk dat het een heel ander festival zou worden met een compleet nieuw programma. We konden niet uitgaan van wat al was bedacht. Een digitale editie is geen kwestie van simpelweg voorstellingen streamen. Internet is echt een ander medium.
We zijn daarop in gesprek gegaan met makers die we al kennen of met wie we al plannen hadden voor de toekomst. Ieder van hen is gaan kijken: wat kunnen we doen? De kijker heeft digitaal een andere spanningsboog, maar het medium brengt ook nieuwe mogelijkheden. Die inventarisatie heeft geleid tot een aantal nieuwe producties en een mix van onderdelen uit bestaande voorstellingen die geschikt zijn gemaakt voor internet. Ook zijn er makers die opdrachten gaan geven aan het publiek om thuis te doen.’
Hoe ziet dat het programma er concreet uit?
‘Het al gekozen thema voor deze Oerol-editie “Leven anno nu” hebben we nog meer in de actualiteit geplaatst. En verder is het een groot avontuur. Niet alleen voor de makers maar ook voor de staf van Oerol. Niemand kan op routine leunen. Waar we voorheen met een programmateam werkten, zijn we nu meer een redactieteam met ook journalistieke expertise erin waarmee we tijdens het festival vijf dagen lang een online magazine verzorgen. We hebben een digitale omgeving gemaakt die verdacht veel op Terschelling lijkt. Bezoekers kunnen via een radarbeeld over het eiland bewegen en daarop stippen aanklikken waar voorstellingen en activiteiten achter zitten.
Een deel van de makers komt naar Terschelling om hier aan digitale producties te werken. Een voorbeeld daarvan is Marc van Vliet, een landschapskunstenaar die over het eiland reist, verhalen verzamelt en pop-up landart werken gaat maken. Laura van Dolron haalt elke dag vijftig zinnen bij deelnemers op en maakt daar ’s avonds een voorstelling van. Maar we hebben ook de Onkruideniers die onder #digitaalkoraal dagelijks opdrachten geven die je thuis kan uitvoeren zoals kalksteen maken en octopus lollies.
We zetten de verbeelding echt op een andere manier aan en willen dat bezoekers het gevoel hebben dat ze op het eiland zijn en de verbinding met die omgeving maken.’
Wat betekent deze digitale editie voor volgend jaar?
‘Ons nieuwe online programma is heel toegankelijk en dat kan ook inspirerend zijn voor onze toekomstige programmering. Ons nieuwe beleidsplan heeft als ondertitel Werkplaats voor een leefbare toekomst. Dat motto brengen we nu letterlijk in de praktijk. We gaan in deze digitale vorm elke festivaldag een deelthema uitlichten waarbinnen we sterke verbindingen kunnen leggen. De eerste dag is bijvoorbeeld gewijd aan ‘Toekomstbouwers’, op zo’n dag hebben we voorstellingen en een spreker die het onderwerp toelicht.
We presenteren een rijk geschakeerd programma waarin de vraag wordt gesteld hoe je collectiviteit kunt creëren waar dat live niet mogelijk is. Tijdens een normale editie verblijven mensen meerdere dagen op het eiland en hebben we meer tijd om onderwerpen met hen uit te diepen. Nu weten we niet hoe lang mensen bij ons zullen zijn. Ik heb veel respect voor de creativiteit die makers opbrengen om na te denken over deze nieuwe vorm en de risico’s die ze daarbij durven nemen. En natuurlijk weten we nog niet wat het oplevert. Maar het zou heel jammer zijn als we nu niet de poging ondernemen om dit te onderzoeken.’
Hoe reageert jullie publiek op de (nieuwe) online programmering? Kan deze ervaring wel opwegen tegen het op locatie meemaken van de voorstellingen?
‘Ik vind dat je de online beleving niet zo tegenover de fysieke beleving moet zetten. Het is écht iets anders, het is géén live voorstelling en het is er ook geen vervanging voor. Maar het is wél een zoektocht naar de kern van de podiumkunsten waarin zowel individueel als collectief een ervaring wordt doorgemaakt. We willen een nieuwe en waarachtige beleving creëren. Wat niet werkt is gewoon een voorstelling streamen. Dan kun je net zo goed voor de televisie gaan zitten.
We krijgen veel positieve reacties. Oerol heeft een enorm grote vriendengroep met meer dan 10.000 leden en daar zijn de afgelopen weken veel nieuwe leden bijgekomen. Mensen zijn zich gaan realiseren hoe belangrijk de beleving van kunst voor hen is.
We hebben er voor gekozen om voor deze digitale editie niet een ingewikkeld betaalsysteem op te zetten, maar we gaan er wél vanuit dat mensen doneren. Het is ook een pragmatische keuze geweest. We hebben een korte voorbereidingstijd gehad en wilden ons op de inhoud richten, niet op het inrichten van een betaalmuur. We gaan liever uit van het vertrouwen dat mensen begrijpen dat kunst niet gratis is.
Een belangrijk deel heeft dat begrip al getoond door lid te worden van de vriendenvereniging. Je kunt daarnaast via onze site een fanbandje kopen. Hiermee draag je ook bij aan de toekomst van Oerol. We hopen dan ook dat veel mensen dit gaan doen. In het najaar gaan we opdrachten uitzetten voor nieuwe makerstrajecten. Mensen die nu een fanbandje of lidmaatschap betalen, investeren onder andere in deze nieuwe makers.’
Hoe zal het de komende dagen zijn op Terschelling?
‘We verwachten dat er toch mensen naar Terschelling zullen komen, omdat ze al geboekt hadden of vrij hadden genomen. Doordat ook de terrassen weer open zijn, neemt dat nog wat toe. Het is echter niet zo dat we op Terschelling zelf alsnog voorstellingen gaan aanbieden. We mogen geen evenementen organiseren en we hebben eerder bewust de keuze gemaakt om het dit jaar zonder live-publiek te doen, omdat we niet afhankelijk wilden zijn van wat wel en niet wordt toegestaan. Als we wél voorstellingen zouden aanbieden, was dat voor een heel beperkte groep geweest en dan hadden we veel mensen moeten uitsluiten. Nu met het digitale platform zijn we juist erg toegankelijk. Iedereen die wil, kan dit keer deelnemen. Wel zijn er podcasts en wandelingen die je individueel op het eiland kan afleggen.
Terschelling kent, net als de overige Waddeneilanden, een toerisme-economie. Deze crisis heeft daarom een enorme impact. Normaal wordt er met Oerol in tien dagen 19,5 miljoen omgezet op Terschelling en dat is veel voor een gemeenschap van 4500 inwoners. Vroeger hadden we wel eens het gevoel dat het eiland ons voor vanzelfsprekend nam. We voelen nu dat het eiland ons steunt. Men beseft hoe belangrijk Oerol voor het eiland is.’
Wat zijn de gevolgen van de huidige situatie voor de makers en voor Oerol?
‘Toen we het festival niet in de huidige vorm konden realiseren dit jaar, hebben we veel makers moeten teleurstellen. Daarom voelden we ook de verplichting om te kijken hoe we nieuwe opdrachten konden geven. We moesten nieuwe keuzes maken en zijn ook erg blij dat fondsen hierin mee gegaan zijn en ons zijn blijven steunen.
We hebben veel mogelijkheden om ons aan te passen, zoals nu blijkt. Dat geeft me het gevoel dat we zaken onder controle hebben. Maar ik maak me zorgen over de makers en vraag me af hoe we onze samenwerking met hen in de toekomst vorm moeten geven. Ik kan me voorstellen dat makers voortaan eerder zekerheid willen hebben over optredens. Maar in het huidige bestel weet ik niet hoe ik die zekerheid eerder kan bieden. Ik vraag me dan ook af wat van de huidige culturele infrastructuur om gaat vallen en welke effecten dat zal hebben in de keten. Er is veel dat we nog niet weten. Zijn er volgend jaar festivals of niet? Hoe ver worden we terug gezet? Aan de ene kant is het een tijd voor ontdekken en daar haal ik energie uit. Aan de andere kant is er veel persoonlijk drama voor kunstenaars.’
Hoe kijk je naar de toekomst?
‘Ik heb bewondering voor de veerkracht van de mensen om me heen. Iedereen gaat anders met het proces van omschakeling om. Het is haast een rouwproces waar we met zijn allen door heen gaan. Er zijn makers die het heel moeilijk vinden en er zijn makers die snel weer vooruit kijken.
Ik hoop vooral dat we hier als sector sterker uit komen. Er wordt vaak over gesproken hoe verdeeld de sector is. De coronacrisis zet ons hopelijk aan om zaken meer collectief aan te pakken en vaker met één stem te spreken, zoals nu gebeurt via de taskforce van Kunsten ‘92. Sinds Halbe Zijlstra heeft de sector het gevoel zich steeds te moeten verdedigen. De sociaaleconomische impact van kunst voor de samenleving is groot. Laat dit het kantelpunt zijn waarop door de politiek ook de intrinsieke kracht van kunst wordt gezien.’
Dit interview is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur, waarmee de Boekmanstichting een bijdrage wil leveren aan het gesprek over de impact en gevolgen van de coronapandemie op de culturele sector. Wilt u in contact komen met ons over dit initiatief of een bijdrage leveren? Stuur dan een bericht.
Verantwoording beeld: Oerol
Dit artikel is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur.
Auteur: Jan Jaap Knol