Op 1 april jongstleden opende het Groningse Snelloket cultuur, een steunpunt voor creatieve makers in de provincie Groningen die niet of nauwelijks steun ontvangen uit de ondersteunende maatregelen voor de coronacrisis.
Het Snelloket werd, in samenwerking met de gemeente, provincie en Kunstraad van Groningen, in het leven geroepen door negen Groningse culturele organisaties: het Noord Nederlands Toneel, Club Guy & Roni, het Noorderzon Festival of Performing Arts & Society, het Noord Nederlands Orkest, Eurosonic Noorderslag, het Jonge Harten Festival, het Grand Theatre Groningen en Het Houten Huis. Hoe kwam het loket tot stand, en wat is haar belangrijkste meerwaarde? Een interview met mede-initiatiefnemers Harmen van der Hoek (zakelijk directeur Noord Nederlands Toneel en Club Guy & Roni) en Femke Eerland (algemeen directeur Noorderzon Festival).
Waar komt de urgentie voor het Snelloket vandaan?
Van der Hoek: ‘De grootste urgentie komt natuurlijk van de coronacrisis, maar het initiatief komt uit de culturele organisaties zelf. Als rijksgefinancierde instellingen worden we in de crisis gesteund door de overheid. De oproep was om vanuit daar een trickle down-effect naar freelancers te bewerkstelligen. Wij huren natuurlijk onze eigen freelancers in die hier profijt van hebben, maar er is een blinde vlek voor andere freelancers in de stad.’
Eerland: ‘Het is fijn dat er reparatiebudgetten zijn, maar er kleven ook voorwaarden aan. Het geld moet bijvoorbeeld zoveel mogelijk in eigen land neerdalen en freelancers overeind houden door opdrachten te verstrekken. Als we als instellingen allemaal wat geld uit onze eigen tegemoetkoming uit de steunmaatregelingen bij elkaar leggen kunnen we een groter en langduriger effect hebben dan wanneer partijen solo opereren. Er is maar één uitweg uit de crisis, en die is collectief.’
Wat merken jullie van die urgentie voor zelfstandige makers in je directe werkomgeving?
Van der Hoek: ‘Zelfstandige makers die op basis van projectsubsidies werk maken vallen nu buiten de boot. Alle kaderstellende regels die er zijn voor projectsubsidie – zoals het doorgeven van elke wijziging of vertraging aan activiteiten uit het projectplan aan de subsidiegever – zijn niet te realiseren op het moment, dankzij de crisis. Die schil van makers, die voor ons deels onzichtbaar is, valt het meest buiten de boot. Ze kunnen alleen TOZO aanvragen – of krijgen die niet vanwege de partnertoets.’
Eerland: ‘Voor eenpitters en gelegenheidscollectieven is zijn subsidieregelingen met meer budget ook een te forse investering in het verantwoorden van een plan, waar zij met een kleine regeling beter weg zouden komen. De drempel is dan te hoog qua bedrag en eisen voor de subsidie. In de huidige lijst van aanvragen die binnen zijn gekomen voor het Snelloket zitten aardig wat muzikanten. In de klassieke muziek heb je bijvoorbeeld veel eenpitters, maar voor hen zijn er weinig regelingen. Er konden aanvragen worden ingediend voor een project van 2.500 of 5.000 euro. Lang niet iedereen heeft voor het hoogst mogelijke bedrag aangevraagd. Het gaat hier ook om mensen die niet fulltime creatieve makers zijn.’
Hoe zijn jullie tot de samenstelling van de Groningse partners gekomen?
Van der Hoek: ‘Het is een bestaand overleg van Groningse instellingen die financiering van het Rijk ontvangen. Dit komt voort uit de Groningse Cultuurpijlers, bestaande uit instellingen die een belangrijke positie hebben in de Groningse cultuurketen. Het gesprek over een mogelijk Snelloket begon al in de zomer van 2020, daar bleek toen veel animo voor te zijn. Er is verder geen formeel verband omtrent het loket, maar we vergaderen een paar keer per jaar. Alle deelnemende partijen zochten naar een antwoord op de vraag wat ze met het geld konden doen, zodat de gewenste trickle down op een goede manier naar de sector zou terugvloeien. Dus was het antwoord om een collectief te starten.’
Voor wie is het Snelloket precies bedoeld en zijn er voorwaarden verbonden aan een aanvraag?
Eerland: ‘Aanvragers kunnen ervoor kiezen om een project in te dienen voor 2500 euro of voor 5000 euro. Het totale budget van het Snelloket is 170.000 euro. Er kunnen nu ongeveer 39 producties gehonoreerd worden. Niet alleen podiumkunstenaars konden aanvragen, ook beeldende kunstenaars, makers van installaties, performances, et cetera. We hebben zoveel mogelijk geprobeerd om op ‘levende’ kunst te focussen.’
Van der Hoek: ‘Het eindresultaat moet gepresenteerd kunnen worden aan publiek. Die publieksdimensie was een belangrijke voorwaarde – het loket is niet bedoeld voor aanvragen om twee maanden research te doen in huis. Het gaat om steun vanuit het Rijk en dus om publieksgeld.’
Eerland: ‘Met de crisis ontstond er een woud aan steunregelingen, wat hartstikke goed is. Maar wij hebben geprobeerd te kijken waar we nog iets toe kunnen voegen, waar we het meest zouden betekenen – en dat is bij het ondersteunen van dit soort kleine projecten voor weinig budget. Het uitgangspunt voor de regeling was om zonder inhoudelijke waardering te werken: de instellingen en het Snelloket moesten dus niet op de stoel van beoordelaar gaan zitten. De Kunstraad is als externe partij betrokken om de aanvragen goed te keuren.’
Van der Hoek: ‘De Kunstraad heeft het uitvoeringsrecht van de regeling in handen. Er zijn kaders opgesteld voor de regeling, maar verder wordt er niet beoordeeld. Het project moet bijvoorbeeld live (niet online) uitgevoerd worden/ toegankelijk zijn voor publiek, makers moeten minimaal 3 jaar werkzaam zijn in hun vak, het project moet in 2021 uitgevoerd worden, en de doelgroep moet Gronings publiek zijn. Kunstinhoudelijk beoordelen we dus niet. Bij twijfel komt de Kunstraad bij ons om te checken, of wordt een commissielid uit de Kunstraad om advies gevraagd.’
Op 1 april is het Snelloket geopend, hoe is het sindsdien verlopen?
Van der Hoek: ‘Om middernacht ging het Snelloket online open, en ’s middags rond lunchtijd was de regeling al overvraagd. Dat toont de urgentie van dit fonds. We hadden er nog vijf keer zoveel geld in kunnen stoppen, dan hadden we nog meer mensen kunnen helpen. Het is dus ook schrijnend dat het geld zo snel op is geraakt.’
Eerland: ‘De aanvraag bestond uit een simpel aanvraag formulier en makers hoefden slechts een simpel plan in te leveren, het hoefde geen boekwerk te zijn. Dat zorgde er ook voor dat de aanvragen snel ingediend konden worden. Het is niet uitgesloten dat er een tweede ronde gaat komen.’
Wat verwachten jullie als directeuren van culturele organisaties: gaat het Groningse publiek in 2021 weer cultuur bezoeken?
Van der Hoek: ‘Op termijn verwacht ik wel meer honger naar evenementen. Afgelopen najaar toen bijna alles weer mocht waren ook alle culturele activiteiten uitverkocht. Het kan ook zijn dat het cultuuraanbod straks explodeert – iedereen gaat uit de kast trekken wat ze nog op de plank hadden liggen.’
Eerland: ‘Ik heb groot vertrouwen in het publiek. Er heeft recent een testen voor toegang-week plaatsgevonden in Groningen waarbij de vraag het aanbod in grote mate oversteeg. In de theaters zijn er goede protocollen en routines. We zijn nu ook aan het kijken of we met alle projecten die door het Snelloket zijn gerealiseerd uiteindelijk een collectieve presentatie kunnen geven.’
Welke rol spelen jullie nu binnen het Snelloket?
Eerland: ‘De belangrijkste rol nu is het voortzetten van en vooruitkijken met dit initiatief.’
Van der Hoek: ‘We kijken of er een tweede ronde kan komen. Het is aan ons om te zorgen dat daar lokaal budget voor komt. Maar hoop doet leven, en iedereen wil goed doen. Dat is een enorme bevestiging van het Snelloket.’
Wat is de belangrijkste meerwaarde van het Snelloket?
Van der Hoek: ‘Een snelle geldinjectie voor de mensen die dit nu het hardst nodig hebben.’
Eerland: ‘Niks is in een crisis moeilijker dan om elkaars tentstokken vast te houden. Iedereen keek naar elkaar: welke hulp krijgt men wel en niet? Het belangrijkste van het Snelloket is daarom ook om een tegengeluid te geven: als je de weg naar elkaar goed vindt kun je ook collectief steun tot stand brengen.’
Van der Hoek: ‘Precies. Er zit ook een stukje solidariteit in – twintig jaar geleden had ik in hetzelfde schuitje gezeten als de makers die nu bij het Snelloket aanvragen. Het is ook een verantwoordelijkheidsgevoel voor de keten: oog houden voor elkaar en met elkaar. Dat dit Snelloket juist in Groningen ontstaat verbaast me daarom niks. Dat komt doordat de solidariteit en samenwerking binnen de culturele sector hier zo groot is.’
Eerland: ‘No man is an island. Groningse culturele organisaties hebben de humuslaag van Groningen ook nodig. Soms weet je wat dat betreft niet wat je mist voordat het weg is. Het is belangrijk om samen te werken en juist die humuslaag te stimuleren.’