Op 28 april 2011 werd in Spui 25 te Amsterdam een debat georganiseerd naar aanleiding van de verschijning van de publicatie Immaterieel erfgoed en volkscultuur. Almanak bij een actueel debat. Actueel vanwege de (komende) ratificatie van de UNESCO conventie ter Bescherming van het Immaterieel Erfgoed (2003), die wereldwijd de diversiteit aan tradities en rituelen moet waarborgen, onderwerp van gesprek was.
Prof. Dr. Markus Tauschek van het Instituut van Europese Etnologie/Volkskunde van de Universiteit van Kiel hield een inleiding met als titel Water into wine? The construction of intangable heritage over (zijn) onderzoek naar erfgoed waarin hij onder meer stelde dat cultureel erfgoed een kwestie is van ideologie en product van onderhandeling en competitie tussen betrokken partijen en daardoor politiek instrument. Hij sprak zelfs van cultureel darwinisme. Tauschek’s opmerkingen waren met name gebaseerd op zijn onderzoek naar fenomenen als het carnaval in Binche (België) en 18de eeuwse Doima muziek uit Roemenië.
Vervolgens kregen een voorstander en een tegenstander van de conventie het woord onder leiding van de directeur van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem Pieter-Matthijs Gijsbers. Cas Smithuijsen directeur van de Boekmanstichting was duidelijk voorstander van de Conventie. Hij sprak van een inhaalslag ten opzichte van andere Europese landen en benadrukte de noodzaak van discussie over cultureel erfgoed op wereldniveau en niet op nationale schaal en het belang van interculturele dialoog.
Prof. Dr. Rob van der Laarse, Algemene Cultuurwetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit sprak zich uit als fervent tegenstander van de Conventie en stelde dat vragen over ‘the making of heritage’ belangrijk zijn: Van wie is het? Wie maakt het voor wie? Wie eigent het zich toe? Het onderscheid tussen materieel en immaterieel is niet nodig, elk erfgoed is immaterieel. Van belang is dat het wordt gedragen; door groepen, culturen, entiteiten. Er is volgens hem geen gemeenschap, het zijn allemaal constructies: tradities worden toegeschreven.
Beide stellingnames leidden tot een levendige onderlinge discussie maar ook uit de zaal meldden voor- en tegenstanders van de conventie zich. Zo werd er een pleidooi gehouden voor safegarding in plaats van protection. Ook kwamen de verschillende opinies over de kwestie aan de orde dat in de Conventie het initiatief ligt bij de gemeenschappen waardoor de vraag ontstaat wat de rol van de natiestaat dan nog is, aan de orde.
De bijeenkomst werd besloten met de uitreiking van het boek Immaterieel Erfgoed en volkscultuur. Almanak bij een actueel debat aan een vertegenwoordiger van de Nationale Unescocommissie en een medewerker van de directie Cultureel Erfgoed van het Ministerie van OCW in ontvangst genomen. Als uitsmijter en bij wijze van ‘voer voor etnologen‘ las middagvoorzitter Peter Jan Margry van het Meertensinstituut een passage uit het boek De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst uit 2006 waarin de auteur in een hilarische passage zowel de volkscultuur aan het woord laat als zich kritisch uitlaat over de perversiteit van de ‘oprechte interesse in het volk’ van de ‘professoren in de volkskunde’.
Hester Dibbits (et al.) – Immaterieel erfgoed en volkscultuur. Almanak bij een actueel debat – Amsterdam: Amsterdam University Press, 2011 – ISBN 9789089641618 – Prijs: € 14,50