Meer dan 60 literaire, culturele en wetenschappelijke tijdschriften laten hun oude jaargangen digitaliseren en toegankelijk maken via de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL), www.dbnl.org. Maandagmiddag 7 juni vond de presentatie plaats op Spui 25 in Amsterdam. De middag werd georganiseerd door de Vereniging Literaire Tijdschriften, DBNL en Athenaeum Boekhandel. In zijn welkomstwoord toonde Dirk van Weelden zich enthousiast over het initiatief omdat het literaire erfgoed nu eindelijk toegankelijk en doorzoekbaar wordt. Het gaat om literaire tijdschriften als Revisor, De Gids, Tirade en Hollands Maandblad, maar ook afgesloten periodieken, zoals Maatstaf. Verder algemeen culturele tijdschriften als Ons Erfdeel en DWB, en wetenschappelijke bladen. René Stipriaan, hoofdredacteur van DBNL, vertelde over de voorgeschiedenis en het verloop van het project. Hij maakte indruk met duizelingwekkende cijfers, want dit project blijkt deel uit te maken van een nog omvangrijker initiatief waarin uiteindelijk circa duizend oudere tijdschrifttitels gedigitaliseerd worden. Het gaat daarbij om ongeveer 7 miljoen pagina’s. Het onderdeel van de literaire en culturele tijdschriften omvat bijna anderhalf miljoen pagina’s en zal binnen drie jaar worden voltooid. De financiering is overigens nog niet rond. Er is veel vraag naar een digitaal en adequaat ontsloten tijdschriftenarchief, vertelde Stipriaan. De verschillende jaargangen die nu al op de DBNL-site beschikbaar zijn worden honderden en niet zelden duizenden keren per maand geraadpleegd. De gemiddelde tijdspanne tussen publicatie en het online brengen van oude jaargangen is 2 à 3 jaar. Tijdschriften vrezen blijkbaar dat hun inkomsten afnemen wanneer actuele afleveringen direct digitaal beschikbaar zijn. Uit onderzoek van DBNL blijkt tegelijkertijd dat redacties een positief pr-effect verwachten van digitalisering van het archief. Het grootste obstakel bij digitalisering van moderne tijdschriften is het regelen van de auteursrechten. DBNL heeft een daarom een contract opgesteld waarmee de auteurs in een keer toestemming wordt gevraagd voor het digitaliseren van al hun bijdragen in de verschillende aangesloten tijdschriften, zonder dat daar een vergoeding tegenover staat. Met succes, slechts enkele auteurs wilden niet tekenen. De verbintenis is overigens niet exclusief. Speciaal voor deze feestelijke gelegenheid ondertekenden schrijvers waaronder Maarten Asscher, Thomas Rosenboom, Dirk van Weelden, Carel Peeters, Erik Bindervoet, en Robbert-Jan Henkes de overeenkomst, op uitnodiging van de redacties van een aantal literaire tijdschriften. De Swaan hield tussendoor een onderhoudend praatje over de verschillende functies van digitalisering van informatie. Bang dat digitale tijdschriften de papieren versie gaan vervangen, is hij niet. Gedrukte publicaties zullen altijd blijven, maar met een andere functie. ‘Toen de auto werd uitgevonden, betekende dat niet het einde van de fiets’. Ook hij tekende het contract, zonder het gelezen te hebben. ‘Ik vertrouw er maar op dat het fatsoenlijk in elkaar zit’. Een van de vragen uit het publiek betrof de problemen van DBNL vorig najaar met de opname van beeldmateriaal in de databank. Stipriaan stelde ons gerust. Nog deze zomer wordt het juridische obstakel weggewerkt.