Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Actualiteit » Verslagen » Verslag: symposium Literatuur op TV

Verslag: symposium Literatuur op TV

Literair verantwoord zappen

Soms werkt de actualiteit sneller dan een drukpers. Een krantenartikel dat ’s ochtends op de deurmat alweer achterhaald is. Een programma dat wijzigt terwijl de brochure op de persen ligt. Of een op schrift gestelde wens die al wordt vervuld terwijl de inkt nog aan het drogen is.

Dat laatste is gebeurd met een boekbespreking in de aankomende Boekman. Die betreft het proefschrift Sprekend kritiek van Jeroen Dera, over literatuurprogramma’s op radio en televisie in de eerste jaren van beide media. De bespreking eindigt met de hoop dat ‘de uitstekende geschiedschrijving die in Sprekend kritiek begonnen is met de eerste boekenrubrieken op de radio in 1928, ooit wordt doorgetrokken naar VPRO Boeken of De Wereld Draait Door anno 2017’. ‘Ooit’ bleek vervolgens al op vrijdag 24 november te vallen. In de aula van de Koninklijke Bibliotheek stond die middag meer dan een halve eeuw literaire televisiegeschiedenis centraal in het jaarlijkse symposium van de Jan Campert-Stichting.  

Een moeilijk huwelijk
Gezien de naadloze aansluiting van het symposium op het proefschrift van Dera, is het niet verrassend dat hij de inleiding van de middag mocht verzorgen. Hij begon zijn verhaal met het ogenschijnlijke moeilijke huwelijk tussen literatuur en televisie. Literatuur is meestal complex en meerduidig, en bereikt doorgaans relatief weinig mensen. Televisie is daarentegen vaak eenvoudig, eenduidig en juist gericht op een massapubliek.

Door deze tegenstelling was de aanvankelijke receptie van het medium televisie onder schrijvers weinig positief. Pas vanaf de jaren zeventig werd dit geleidelijk beter. Toch bleef de verhouding geregeld ongemakkelijk, bijvoorbeeld wanneer het vrije karakter van de literatuur botste met het bevoogdende karakter van de omroepen, die de literaire programma’s als een vorm van cultuurbemiddeling zagen. Treffend is het relletje rondom een aflevering uit 1964 van Literaire ontmoetingen, waarin Remco Campert zijn dichtregel ‘alles zoop en naaide’ zou voordragen. De AVRO viel over het woord ‘naaide’ en verbood de uitzending. Het bleek voer voor de nodige kritische krantenartikelen. Dat in de meeste daarvan het betreffende woord eveneens vakkundig vermeden werd, is een amusant detail.

K. Schippers kijkt naar K. Schippers
In zijn inleiding vertoonde en analyseerde Dera op het grote projectiescherm een interview uit het programma Muze in spijkerbroek met K. Schippers. Enkele minuten later zat de dichter – inmiddels 51 jaar ouder – vóór datzelfde scherm, om opnieuw geïnterviewd te worden. Ditmaal gingen de vragen over het programma Beeldspraak, waarbij hij als maker betrokken was. Zijn antwoorden boden een interessant inzicht in het maakproces van dat programma: hoe de betrokkenen op een gegeven moment de succesvolle beslissing maakten om schrijvers niet door journalisten maar door collega-schrijvers te laten interviewen, en hoe de ervaring met beeldvoering en montage hem hielp bij het schrijven van zijn eigen gedichten en romans.

‘Geen grotere leugenfabriek dan de herinnering’
Schippers’ positieve houding ten opzichte van televisie werd na de pauze nog sterker uitgedragen door Adriaan van Dis. Meerdere keren sprak hij zijn geloof uit in televisie als een medium van verheffing. Televisie is er voor iedereen die meer wil leren en – net als hij ooit zelf moest doen – door wil groeien en hogerop wil komen.

Vanuit die gedachte maakte Van Dis in de jaren tachtig het programma Hier is… Adriaan van Dis. Later is dit programma volgens hem sterk gemythologiseerd, er is immers ‘geen grotere leugenfabriek dan de herinnering’. In zijn bijdrage aan de middag probeerde hij deze mythe enigszins te relativeren. In werkelijkheid keken er namelijk niet eens zo heel veel kijkers (tussen de 350.000 en 500.000), waren de meeste kritieken negatief (onder meer vanwege het hoge gehalte buitenlandse auteurs onder de gasten) en viel het met het vermeende Van Dis-effect (tegenwoordig het DWDD-effect) ook wel mee. Na sommige afleveringen werden weliswaar inderdaad veel exemplaren van een besproken boek verkocht, maar daarvoor moest wel aan enkele voorwaarden zijn voldaan. Het moest gaan om één boek in plaats van over een heel oeuvre, dat boek moest Nederlandstalig of vertaald zijn, en er moest tijdens de uitzending een duidelijke vonk overspringen tussen de auteur en het publiek.

Ondanks de kritische besprekingen en het algehele ‘dedain’ waarmee in sommige kringen over televisie werd gesproken, werd volgens Van Dis zijn programma graag gebruikt om een goede smaak mee aan te tonen: ‘over belezenheid wordt meer opgeschept dan over seksuele prestaties’. Helaas zagen de mensen die pochten elke week te kijken – desnoods de herhaling! –  over het hoofd dat het programma hoogstens eens per maand werd uitgezonden, en dat er geen herhalingen waren…

Voor de buis in het Literatuurmuseum
Alle sprekers lieten gedurende de middag prachtige fragmenten zien, die bovendien bij een groot deel van het publiek tot een aangename ‘oh ja!’-ervaring leidden. Een geweldige voordracht van de dichter Lucebert, de beroemd geworden flirt van Adriaan van Dis met Annie Cohen-Solal, een geestig interview met de oorspronkelijke auteur van een als ready made gebruikte handleiding – niet voor niets deed K. Schippers een oproep om de literaire televisiegeschiedenis voor iedereen toegankelijk te maken in het Literatuurmuseum (voorheen Letterkundig Museum).

Ook de fragmenten over Boudewijn Büch die Eva Rovers liet zien, zouden aan die collectie mogen worden toegevoegd. Als zijn biograaf bracht ze deze middag Büchs literaire televisiecarrière met mooie anekdotes en fragmenten tot leven: van Büchs eerste optreden als bibliofiel in Het verschijnsel B, via zijn boekenrubriek in De verbeelding naar zijn eigen programma’s Büch’s boeken en De wereld van Boudewijn Büch en tot slot vaste optredens in talkshow Barend & Van Dorp.

Kan het geluid wat harder?
In het afsluitende rondetafelgesprek schetste boekhandelaar en voormalig uitgever Maarten Asscher een mooie rode draad door de voorgaande lezingen. Literaire televisieprogramma’s vóór Hier is… Adriaan van Dis waren volgens hem vooral inhoudelijk. De tekst zelf stond centraal, en wanneer auteurs in beeld kwamen, was dat vooral om hun eigen teksten voor te dragen. Van Dis’ programma zou vervolgens het kantelpunt markeren naar een benadering waarin het veel meer gaat om de auteur, vooral PR belangrijk is, en het interview het dominante format is. Tafelgenoot Connie Palmen betreurde die ontwikkeling niet: voor technisch gepraat over een roman vond ze televisie sowieso niet heel geschikt.

Daarmee kwam het gesprek – dat doorspekt was met milde zelfspot en enkele onnodig vileine grapjes – op hedendaagse literaire televisieprogramma’s. Daar wordt niet altijd positief over gesproken. VPRO Boeken trekt vrij weinig kijkers (afgelopen aflevering 136.000), de boekenrubriek in De Wereld Draait Door gaat nooit echt de diepte in. Toch waren de panelleden mild gestemd. VPRO Boeken-presentator Jeroen van Kan stelde dat zijn programma een goede kans biedt om auteurs aan het woord te laten die al in Nederland zijn en door andere media niet worden uitgenodigd. Over De Wereld Draait Door merkte Palmen op dat het heel goed mogelijk is om in de paar minuten die een item duurt kijkers te enthousiasmeren voor een boek. Ook beschouwde ze de invloed van dat programma op de boekverkoop niet als iets slechts.

Maarten Asscher vatte de waarde van literaire televisieprogramma’s tenslotte mooi samen toen hem een situatie werd geschetst waarin er op de televisie geen aandacht meer voor literatuur zou zijn. Het gesprek over literatuur zou dan veel elitairder worden, antwoordde hij, en voornamelijk plaatsvinden in kleine zaaltjes met een ingewijd publiek. Televisie kan literatuur juist voor een groot publiek toegankelijk maken.

Dat vertrouwen in de televisie verbond de verschillende sprekers gedurende de middag. Waar het vorige symposium van de Jan Campert-Stichting over televisie in 1993 ‘Kan het geluid wat zachter?’ was getiteld, had de huidige editie gerust ‘Kan het geluid wat harder?’ kunnen heten. Literatuur en televisie mogen dan misschien een moeilijk huwelijk hebben, zoals Dera aan het begin van de middag liet zien, maar een scheidingsadvocaat hoeft er voorlopig niet aan te pas te komen.

 




Bekijk meer: Verslagen

Partners & subsidiënten