De toegevoegde waarde van de creatieve industrie is ‘de waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen en diensten die door de bedrijven en instellingen (…) worden voortgebracht’, minus de kosten van ‘ingekochte goederen en diensten van derden om tot productie te komen’, ofwel het intermediaire verbruik (Rutten et al. 2019, 34). In 2017 bedroeg deze toegevoegde waarde (uitgedrukt in lopende prijzen) 16,35 miljard euro, ofwel 2,5 procent van de gehele economie. Hiervan is 4,62 miljard euro afkomstig van de deelsector ‘kunsten en cultureel erfgoed’, 6,50 miljard euro van ‘media en entertainmentindustrie’ en 5,23 miljard euro van ‘creatieve zakelijke dienstverlening’.
Sinds 2005 steeg de toegevoegde waarde van de creatieve industrie met 34,6 procent, of 12,3 procent als voor cumulatieve inflatie gecorrigeerd wordt. Dat is evenwel minder dan de groei van het aantal banen en van het aantal bedrijven in de creatieve industrie. Daardoor is het verdienvermogen van de creatieve industrie gemiddeld genomen kleiner geworden, al lijkt sinds 2015 hierin een voorzichtige omslag zichtbaar (zie ook Rutten et al. 2019, 42-48).
Het zij tot slot hier opgemerkt dat de toegevoegde waarde van de creatieve industrie niet uitsluitend economisch is. Zo draagt de creatieve industrie ook in vele andere bedrijfstakken bij aan innovatie, aan een creatief en bruisend stedelijk klimaat, aan het oplossen van maatschappelijke problemen en aan de culturele identiteit van zowel individuen als grotere verbanden als steden, regio’s of subculturen (zie ook Rutten et al. 2019, 100-117).
Data over 2018 zijn gepubliceerd in de Monitor creatieve industrie 2019. De hier gepubliceerde en beschreven data over 2017 zijn door de auteurs van de monitor verstrekt ten behoeve van de Cultuurindex Nederland. Bij elke nieuwe editie van de monitor worden data over voorgaande jaren bijgesteld en versterkt. De hier gepubliceerde data wijken daardoor af van data in eerdere edities van de Cultuurindex Nederland.
Voor deze indicator is de toegevoegde waarde in lopende prijzen genomen, en vervolgens geïndexeerd voor cumulatieve inflatie met 2005 als basisjaar.
Naast de Monitor Creatieve Industrie bevat ook de Satellietrekening cultuur en media van het CBS een benadering van de toegevoegde waarde van cultuur en media aan de economie. Deze bedraagt 3,7 procent van het BBP. Zie voor een uitgebreide vergelijking tussen beide bronnen Rutten et al. 2019, 82-98.
Data over 2018 zijn gepubliceerd in de Monitor creatieve industrie 2019. De hier gepubliceerde en beschreven data over 2017 zijn door de auteurs van de monitor verstrekt ten behoeve van de Cultuurindex Nederland. Bij elke nieuwe editie van de monitor worden data over voorgaande jaren bijgesteld en versterkt. De hier gepubliceerde data wijken daardoor af van data in eerdere edities van de Cultuurindex Nederland.
Voor deze indicator is de toegevoegde waarde in lopende prijzen genomen, en vervolgens geïndexeerd voor cumulatieve inflatie met 2005 als basisjaar.
Naast de Monitor Creatieve Industrie bevat ook de Satellietrekening cultuur en media van het CBS een benadering van de toegevoegde waarde van cultuur en media aan de economie. Deze bedraagt 3,7 procent van het BBP. Zie voor een uitgebreide vergelijking tussen beide bronnen Rutten et al. 2019, 82-98.