Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Actualiteit » Verslagen » Succesvolle aftrap van Onderzoek in zicht

Succesvolle aftrap van Onderzoek in zicht

De geschiedenis van digitalisatie bij Nederlandse musea – door Trilce Navarrete

Trilce Navarrete was maandag 10 november 2014 de eerste onderzoekster die bij de Boekmanstichting een presentatie gaf over haar dissertatie, welke zij gaat verdedigen in december van dit jaar. Voor alle geïnteresseerden in de digitalisering van museale collecties was deze presentatie een hele mooie gelegenheid om alvast een compact overzicht te krijgen van de onderzoeksvragen, het proces en resultaten van dit onderzoek. Trilce heeft een interdisciplinaire achtergrond, ze is deskundige op het gebied van kunstgeschiedenis, economie en bibliotheek wetenschappen. Ondanks dat er digitaliserings- en dataprojecten zijn opgestart zoals DEN en NUMERIC, is het onderzoek  noodzakelijk omdat er, naast deze projecten, niets tot weinig bekend of verzameld is over de economische aspecten van digitaal erfgoed. Daarnaast bestaat er geen centraal overzicht van digitale collecties en de bijbehorende kosten en er is weinig data beschikbaar. Trilce heeft gekozen om voor haar onderzoek het model van John MacKenzie Owen toe te passen waarin startend vanuit de musea het model overgaat naar Productie en vervolgens naar Distributie, Information Space, Selection, Use en eindigt bij de bezoekers en gebruikers van de digitale collectie.

De exacte vraag waarop Trilce in haar onderzoek antwoord geeft is: “Welke processen hebben Nederlandse musea gevolgd in het zich eigen maken van informatie technologieën en hoe zijn deze technologieën gereflecteerd in de huidige digitale praktijk van de musea?

Om een antwoord te vinden heeft Trilce uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd, tientallen interviews afgenomen en vijf praktijkgevallen grondig bestudeerd. Tijdens haar onderzoek kwam ze onder andere verschillende obstakels tegen. Ten eerste was er maar gelimiteerde data en documentatie beschikbaar. Vervolgens bleek de structurele verzameling institutionele gegevens  gebrekkig wat leidde tot gedeeltelijke beschikbaarheid van gegevens. Daarnaast waren deze gegevens tevens vaak afhankelijk van persoonlijk databases en archieven van individuen. Het aantal bestudeerde praktijkgevallen zijn bewust gelimiteerd op basis van beschikbaarheid van informatie. Daarnaast heeft Trilce zelf veel literatuur geschreven omdat de literatuur over dit onderwerp beperkt is.

Uit het onderzoek blijkt onder andere dat musea digitaal aan het worden zijn, er vinden (conceptuele) veranderingen plaats en technologieën gaan steeds meer behoren tot de kernactiviteiten binnen een museum. Dit is voor musea een aanpassingsproces die reeds vijftig jaar duurt. Trilce heeft haar analyse gebaseerd vanuit de gebieden ‘gebruikers en technologie’, ‘netwerken’ en ‘waardering van informatie’. Zo bestaan er bijvoorbeeld veel verschillende technische systemen om te digitaliseren, het gebruik ervan is afhankelijk van de persoonlijke interpretatie van de betrokkenen en ieder museum heeft de technologieën op zijn eigen manier ingevoerd. Ten aanzien van een netwerk wordt onder andere geconcludeerd dat dit afhankelijk is van het aantal mensen die zich bij het netwerk hebben aangesloten. En de waardering van informatie is onder andere afhankelijk van de inhoud en hoe de informatie aangeboden wordt (package), welke idealiter in balans zouden moeten zijn. Goede selectie ten aanzien van de elementen van John Mackenzie Owen’s model is essentieel.

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de huidige musea bezig zijn om hun collectie te digitaliseren en een eigen specifieke pad volgen in de interpretatie en toepassen van technologieën. Musea zijn deel gaan nemen aan verschillende netwerken en streven hun collecties te digitaliseren waarbij een juiste balans wordt gezocht tussen inhoud en package.

Na de presentatie van het onderzoek hadden de belangstellenden een aantal interessante vragen waardoor er een levendige discussie ontstond. Deze vragen hadden te maken met de specifieke expertise van het veelzijdige publiek, dat met name bestond uit deskundigen uit de museale-, archief- en bibliotheeksector. Deze eerste ‘Onderzoek in zicht’ werd afgesloten met een gezellige borrel.

De dissertatie ‘De geschiedenis van digitalisatie bij Nederlandse musea’ kan men aanschaffen in de bibliotheek van de Boekmanstichting. En is ook te vinden in de online catalogus van de bibliotheek van de Boekmanstichting:

Bekijk hier de presentatie van Trilce. 






Bekijk meer: Verslagen

Partners & subsidiënten