Het voorjaarsnummer van Boekman (118) is gewijd aan kunst en het maatschappelijk experiment. In het nummer komen onder meer de culturele commons aan bod. Voorafgaand aan de publicatie van het themanummer organiseert de Boekmanstichting twee lezingen over dit thema. Op 6 maart spraken Friso Wiersum (European Cultural Foundation, ECF) en Erik Uitenbogaard (Casco Art Institute) over de institutionele mogelijkheden van de commons en op 14 maart schetsen Hanka Otte, Florian Cramer, en Simon Kentgens de mogelijkheden die makers juist daarbuiten aangrijpen.
Connected Action for the Commons
Tijdens de eerste presentatie beschreef Friso Wiersum de opkomst van nieuwe vormen van samenwerken in een aantal Europese steden. Deze trend houdt verband met nieuwe culturele ontwikkelingen, legde hij uit, die nauw verbonden zijn met maatschappelijke veranderingen. Het begrip commons speelt daarbij een centrale rol.
Het fenomeen was voor de ECF aanleiding om deze nieuwe organisatievormen met elkaar en met beleidsmakers te willen verbinden, het Networked Programme. Een daartoe uitgeroepen call resulteerde in 2014 in een bijeenkomst van zes lokale/regionale kenniscentra en creatieve broedplaatsen: Culture 2 Commons (Kroatië), Krytyka Polityczna (Polen), Les Têtes de l’Art (Frankrijk), Oberliht (Moldavië), Platoniq (Spanje) en Subtopia (Zweden).
Het Networked Programme mondde uiteindelijk uit in het project Connected Action for the Commons. Doel was het discours rond de commons te voeden met voorbeelden uit de culturele hoek die bijdragen aan commonsthema’s zoals de publieke ruimte, economie, milieu en democratie. Ook werd het financieringsmodel van ECF voor dit project aangepast. De 6 organisaties, hubs, kregen 50.000 euro per jaar gedurende drie jaar én een nieuwe subsidieregeling zag het licht: het Idea Camp. Een jaarlijkse Call for Ideas riep het Europese culturele veld op ideeën in te dienen met telkens wisselende thema’s gerelateerd aan de commons. De vijftig beste hiervan werden geselecteerd om deel te nemen aan het Idea Camp, georganiseerd door een van de genoemde hubs. De deelnemers, Idea Makers, gingen een driedaags traject in van peer-to-peer learning, verdieping en ontmoeting met de community’s van de organiserende hub. Openbare kennisdeling en het met elkaar in contact komen, waren hierbij de uitgangspunten. De helft van de Idea Makers kreeg daarnaast een subsidie voor R&D van 10.000 euro om gedurende één jaar de ideeën verder uit te werken in concrete projecten.
De eerste editie van Idea Camp was in Marseille in 2014 en richtte zich op het herdefiniëren van de publieke ruimte. De tweede vond een jaar later plaats in Botkyrka. Daar werd gekeken hoe de principes van de commons kunnen worden toegepast op de transformatie van steden. De laatste, in 2017, was in Madrid en legde de nadruk op de vraag hoe de commons kunnen bijdragen aan sociale rechtvaardigheid en een meer inclusieve samenleving. Alle edities werden gesteund door de desbetreffende gemeentes.
Waartoe de samenwerking met en tussen de hubs zou leiden, was niemand van tevoren duidelijk, lichtte Wiersum toe. Hiermee werd afgeweken van het gebruik binnen het ECF om projecten financieel te ondersteun op basis van vooraf ontwikkelde beleidslijnen. Nu echter stond het fonds samen met de hubs midden in het ontwikkelingsproces en was het verloop van de ingeslagen richting ongewis. ‘De bestemming werd gemeenschappelijk bepaald’, aldus Wiersum.
De vergaderingen heetten voortaan bijeenkomsten en verliepen anders dan anders, vertelde hij verder. Het voorzitterschap stond bijvoorbeeld nooit vast, de uitkomst van de gedachtewisseling evenmin. Het draaide dan ook om het proces.
Hoe samen leven?
Ook Erik Uitenbogaard, head of diverse economies bij Casco Art Institute, begon zijn betoog met te wijzen op mondiale, maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen die ervoor zorgen dat we ons sinds een paar decennia als het ware niet langer gezamenlijk verantwoordelijk voelen en dit steeds vaker als een gemis ervaren. We lijken vergeten te zijn hoe we moeten samenleven met elkaar, aldus Uitenbogaard. Casco wil hier aan werken door een beroep te doen op de ideologie van de commons en focust op het creëren van ruimte voor resultaten die zich niet in geld laten uitdrukken.
Ter illustratie vertelt hij over een initiatief van onder andere Casco in Leidsche Rijn rond een leegstaande boerderij die na circa 20 jaar omringd is door de oprukkende bebouwing, maar nog steeds geen functie had. In maart 2018 trokken samenwerkende kunstenaars de stoute schoenen aan en vroegen de eigenaar om de sleutel van de voordeur, ‘kregen die ook werkelijk’, en betrokken het gebouw. Zij bezonnen zich, bottom-up, op manieren om de buurtbewoners bij hun activiteiten te betrekken, te laten deelnemen en te inspireren zichzelf te ontplooien. Het ging er vooral om bewoners te bereiken die minder snel met kunst en cultuur in aanraking komen, een groep die er ruim vertegenwoordigd was. Co-creatie, op basis van energie van de deelnemers, aldus Uitenbogaard. Het accent lag op het verbinden met en van mensen ‘die er werkelijk toe doen’, door ze simpelweg op straat aan te spreken en naar binnen uit te nodigen. Creatieve professionals zijn bij uitstek geschikt voor commonsprojecten omdat ze niet in een rechte lijn maar met een optrekkende beweging op hun doel afgaan. ‘Een speciale skill’. Daarbij moeten ze dan wel hun autonome kunstenaarschap tijdelijk on hold zetten, maar dat artistieke moet uiteindelijk ook weer een rol krijgen.
Duurzaamheid
De discussie na afloop ging onder andere over de verschillende definities van commons (‘oude wijn in nieuwe zakken?’) en de vermeende laagdrempeligheid van commonsprojecten. Hoe staat het met de belofte van democratisering rond commons, waarbij iedereen over alles mag meebeslissen? De laagdrempeligheid hangt van veel factoren af, reageerde iemand in de zaal. Continu zichtbaar, beschikbaar en aanspreekbaar zijn gedurende een substantiële periode is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van een project. En iemand moet de verantwoordelijkheid dragen.
Ook de duurzaamheid van commonsgestuurde projecten werd bevraagd. Want wat gebeurt er met een bepaald initiatief zodra het termijn van het project beëindigd is? Dat hangt helemaal af van het maatschappelijk draagvlak ervoor, volgens Uitenbogaard. Zodra een commerciële partij kans ziet om bijvoorbeeld een cultuurgebouw over te nemen of op andere wijze een initiatief naar zich toe trekken, dan verdwijnt het als zodanig als common. En is er geen kans meer om het initiatief als het ware door te laten groeien ‘binnen de samenleving’.
Hij beaamde de kwetsbaarheid van commonsinitiatieven. Die houdt, naar zijn mening, verband met de trend dat alles tegenwoordig draait om dingen in plaats van doelen. Doordat men steeds meer waarde hecht aan vermeerdering van bezit en door de maatschappelijke focus op monetair gewin, vergeten we hoe we kunnen omgaan met gemeenschappelijk bezit. We hebben als maatschappij nog een slag te winnen. Er is reden om aan te nemen dat we in de goede richting zitten, stelde hij gerust. ‘Hopelijk draagt ook deze Boekman een steentje bij aan het besef van wat er werkelijk toe doet’.
NOTITIE: Deze instellingen zijn alleen geldig voor de browser en het apparaat dat je nu gebruikt.
Google Analytics
Analytische cookies verzamelen informatie over uw gebruik van de website. Met deze informatie kunnen wij die zo goed mogelijk laten werken. Dankzij de analytische cookies weten we bijvoorbeeld welke pagina’s het vaakst worden bezocht, kunnen we problemen vastleggen en weten we welke advertenties effectief zijn. Zo zien we hoe het publiek in zijn algemeen de website gebruikt, in plaats van een enkele persoon. Met die informatie analyseren we het verkeer op de website.