Dinsdag 17 mei hield Thije Adams, oud-topambtenaar bij het ministerie van OCW, in de studiezaal van de Boekmanstichting, een lezing naar aanleiding van zijn essay Kunst: wordt een mens daar beter van? (Van Gennep, 2015). Adams breekt een lans voor canonieke kunst en voor een intelligent en geïntegreerd kunstonderwijs voor elk schoolgaand kind. Lisa van Woersem, producent bij Paradiso Melkweg Productiehuis en Paradiso Vinyl Club, reageerde op Adams aanbevelingen. Zij benadrukte de functie van kunst (met een kleine ‘k’) als uitlaatklep en verbindende factor. Daarna volgde een korte zaaldiscussie onder leiding van Marielle Hendriks, directeur van de Boekmanstichting.
In een poging te verhelderen wat kunst doet met de mens, en andersom, plaatst Adams kunst op een lijn met wetenschap en religie. Via kunst en wetenschap leren we zaken te duiden, legde hij uit, waarbij kunst de emotionele lading weergeeft. Kunstwerken beelden de wereld niet af, maar verbeelden de wereld. In tegenstelling tot wetenschap is kunst dan ook persoonlijk. In kunst staat diversiteit voorop, verschillende manieren van kijken. Een interessante vraag is vervolgens hoe over kunst te oordelen? Want objectieve normen, zoals in de wetenschap, ontbreken. ‘In de kunst kun je alleen per geval mensen proberen te overreden’, aldus Adams. ‘Niet deskundigen, maar de samenleving bepaalt uiteindelijk wat van belang is’.
Maar let op, benadrukte Adams, de diversiteit en verscheidenheid die in ons deel van de wereld gewoon is, is dat een paar landen verder al niet meer. Tegelijkertijd constateerde hij dat ondanks de culturele verscheidenheid die we hier genieten, slechts een beperkte groep daar actief aan deelneemt. Hij refereerde aan het Brusselse Molenbeek en de wijk Transvaal in Den Haag, ‘werelden die potdicht zitten.’ Ter verheldering, en meer binnen de context, noemde hij een initiatief van hoofdstedelijke gymnasia die met bovenbouwleerlingen een uitvoering van de Matthäus Passion bijwoonden. Een speciale light voorstelling, met videobeelden op de achtergrond, die desondanks slechts een enkeling wist te beroeren. Adams was hier nog steeds ontdaan over en benadrukte met passie het allesbepalende belang van adequate cultuuroverdracht.
‘Mee eens’, ving Lisa van Woersem haar repliek aan, ‘maar u ziet iets heel belangrijks over het hoofd: kunst als uitlaatklep en gedeelde ervaring!’ Zij refereerde aan haar specialisme: popmuziek. Gezamenlijk een popconcert bijwonen is zelfs meer dan esthetisch genot, volgens Van Woersem. ‘Vooral jongeren ontlenen er niets minder dan hun identiteit aan’. Daarbij gaat het ze om de muziek, maar ook de festivals die ze bezoeken en de kleding die ze dragen. ‘Het is een doorlopend onderdeel van hun leven’. Ze is het met Adams eens wanneer het gaat om het belang van kunst en cultuur, en ziet ook wel iets in een canon. ‘Maar leerlingen min of meer geforceerd confronteren met Bach, dat werkt niet’. Ze vergeleek muzikale smaak met culinaire smaak. Het gaat erom dat je als kind leert dat er verschillende smaken bestaan en dat het de moeite waard is om je daarvoor open te stellen. Zodat je later, wanneer het goede moment gekomen is, dus wanneer je er klaar voor bent, nieuwe smaken zal willen uitproberen. ‘Ik had als kind geen belangstelling voor de Matthäus Passion, maar toen ik 27 was wél. En ik heb er van genoten.’ Kortom, laat kinderen kennis maken met kunst op een manier die ze op dat moment aanspreekt.
De reacties in de zaal richtten zich vooral op het onderscheid tussen hoge en lage kunst en het vermeende elitaire en statische karakter van de ‘canongedachte’. Waarom opleggen wat mooie en daarmee goede kunst is? Alsof er sinds Bach niets meer gepresteerd is! Maar Adams hield vol. Hij beschreef zijn visie op smaak als een veld met een horizontale en een verticale as. Op de verticale as plaatst hij kunstuitingen zoals werk van Bach en Homerus op het hoogste plan. Al eeuwenlang bestaat er als het ware overeenstemming in de samenleving over de onmiskenbare kwaliteit van die werken. ‘Je moet dat oordeel hoog willen houden, omdat je daarmee zowel ruimte maakt voor alle andere kunstuitingen én kunstenaars de kans geeft te excelleren’. En televisieprogramma’s als Maestro en The Passion? Adams had er nooit naar gekeken, maar er wel eens over gehoord. ‘Die spelen zich dus af in de breedte, op de horizontale as’.
Over het belang van cultuuroverdracht waren de meningen eensluidend: daar moet breed op worden ingezet. Er is momenteel van alles gaande om cultuureducatie in een doorlopende leerlijn in het PO en VO te integreren. Dat wordt integraal aangepakt door het Strategisch Beraad Kunstonderwijs die gezamenlijk optrekt in het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn cultuureducatie in het PO en VO naar aanleiding van het Eindadvies van het Platform Onderwijs2032. ‘Dat gaat dus godzijdank de goede kant op’, besloot Marielle Hendriks.