Meten is (ook dingen niet) weten. Het culturele leven van het SCP
Eind 2017 verscheen de laatste editie van Cultuur in Beeld, het overzicht van ontwikkelingen in de cultuursector dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap jaarlijks publiceerde. Omdat de afstand tot het beleid te klein werd geacht voor een objectieve kijk op deze ontwikkelingen, stopte het ministerie met de publicatie en vroeg het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vanuit zijn onafhankelijke positie met een alternatief te komen. Het resultaat hiervan werd vandaag gepubliceerd onder de titel Het culturele leven. 10 culturele domeinen bezien vanuit 14 kernthema’s.
Wat opvalt aan dit 153 pagina’s tellende stuk is de veelheid aan gegevens. Het bevat interessante en nieuwe data. Over de gemaakte keuzes zouden we vanuit professionele interesses graag het gesprek aangaan.
Een nieuwe versie van een dergelijk jaarlijks overzicht maakt het mogelijk om de aanpak hiervan grondig te toetsen aan de behoefte aan informatie in het culturele veld. Dat is dan ook wat Van den Broek en Gieles als auteurs van de publicatie hebben gedaan. Daarbij is echter bewust de omschrijving ‘het culturele veld’ vermeden, net als de term ‘de cultuursector’. Bij beide begrippen vermoedden de onderzoekers institutionele (veld) of economische (sector) connotaties die bepaalde facetten van cultuur uit kunnen sluiten. Als alternatief is daarom gekozen voor ‘het culturele leven’.
Om tot een model te komen om dat culturele leven in kaart te brengen, zijn gesprekken gevoerd met experts uit het veld. Doel van deze gesprekken was om inzicht te krijgen in wat er idealiter te weten zou zijn over het culturele leven. Een zeer nuttige werkwijze. Ook vanuit het werk rondom de Cultuurindex Nederland weten we dat nauw contact met het veld van groot belang is om te weten welke zaken belicht moeten worden. Juist omdat het veld constant in beweging is, stuurt dit contact aanvullende onderzoek aan. Hierdoor kan een bestaande meerjarige structuur zoals de Cultuurindex is en Cultuur in Beeld was, op een flexibele en actuele manier verrijkt blijven worden. Bij het SCP heeft dit geresulteerd in een verkenning van veertien geselecteerde kernthema’s. Deze worden waar mogelijk omschreven voor de tien verschillende culturele domeinen waarin het culturele leven is opgedeeld. Deze domeinen zijn onderverdeeld in drie groepen: kunst, ontwerp en erfgoed.
Figuur 1. Overzicht van de kernthema’s en culturele domeinen zoals deze door het SCP zijn gehanteerd.
Binnen deze structuur wordt het cijfermateriaal gegeven en zijn ook cijfers te vinden die nog niet eerder op die wijze openbaar zijn gemaakt. Zo krijgt bijvoorbeeld het immaterieel erfgoed een welverdiende en duidelijkere plaats en wordt een meer gedetailleerd beeld geschetst van het culturele aanbod op de Nederlandse televisie. De moeite die hierbij door het SCP en het CBS is genomen om gegevens onder handen te nemen waardoor bronnen beter op elkaar aansluiten, is dan ook zeer waardevol.
In de publicatie wordt gepoogd om voor alle domeinen die zijn vastgesteld informatie te geven die betrekking heeft op de gekozen kernthema’s. Hierbij komen de grenzen in beeld tussen de behoefte aan informatie en de mogelijkheden om deze informatie in beeld te krijgen. De auteurs hebben hierin niet volledig kunnen zijn en sommige kernthema’s geven voornamelijk een beeld van de cultuursector als geheel. Daarbij wordt ook duidelijk gemaakt dat per kernthema een schets wordt gegeven ‘zonder te analyseren hoe ontwikkelingen binnen de kernthema’s onderling samenhangen’ (Broek en Gieles 2018, 122). Dit is wat ons betreft een gemiste kans omdat vooral aanvullend onderzoek van belang is om cijfermatig materiaal in te zetten bij het geven van een overzicht van ontwikkelingen in de cultuursector. Vanuit het werk aan de Cultuurindex is duidelijk geworden dat vanuit de analyse van een goed statisch model dat een weergave geeft van langere trends, duidelijk wordt welke aanvullingen hierop nodig zijn. Juist in het aanvullende onderzoek dat hieruit volgt, komt de samenhang binnen de gehele cultuursector steeds beter in beeld.
Een zeer welkome reeks gegevens in de publicatie is afkomstig uit de Vrijetijdsomnibus (VTO) van het SCP en het CBS. Vorige versies van dit bevolkingsonderzoek werden niet op deze wijze gepresenteerd binnen zo’n breed overzicht aan cultuurdata. Het is dan ook een verdienste van het SCP dat het juist de sociale rol van cultuur zo sterk in beeld weet te brengen. Ook worden de eerste resultaten gepresenteerd van een aanvullende aanvraag over uitgaven aan cultuur die het CBS deed aan gemeenten en provincies. Deze data waren al enige tijd niet meer actueel beschikbaar [1].
Met dergelijke data bieden de schetsen per kernthema aanknopingspunten waarmee de auteurs ingaan op conclusies waartoe ‘de bijeengebrachte gegevens over de stand van zaken en over de recente ontwikkelingen in het culturele leven in Nederland aanleiding geven’ (Broek et al. 2018, 122). Hierbij wordt een samenvattend beeld gegeven van wat er geweten wordt over culturele uitingen, culturele infrastructuur, culturele betrokkenheid en spreiding van cultuur. Vervolgens wordt duidelijk welke kennis er op deze vlakken nog niet is, en komen de auteurs tot het formuleren van een bredere kennisagenda. Hierin komen punten naar voren die wij ook sterk herkennen. Zo wordt de invloed van nationaal en lokaal beleid op een bloeiend cultureel leven genoemd. Ook worden thema’s als kwaliteitsoordelen en aandacht over cultuur als proces genoemd, net als een internationaal perspectief en de betekenis van culturele infrastructuur op de lokale leefbaarheid. Het is dan ook goed om te zien dat vanuit een andere methodiek vergelijkbare thema’s naar boven komen als bij de Boekmanstichting in het recente verleden zijn geagendeerd en op de planning staan voor de nabije toekomst.
Momenteel worden vanuit de cultuursector al meerdere initiatieven ondernomen om aspecten van de sector boven tafel te krijgen die nu nog niet (voldoende) in zicht zijn. Een van deze initiatieven is de Arbeidsmarktagenda culturele en creatieve sector waaraan verschillende onderzoeken zijn gekoppeld. De Boekmanstichting draagt hier graag aan bij en ziet er naar uit om met het veld en de rijke hoeveelheid aan onderzoek en onderzoekers die daarin aanwezig is, in gezamenlijkheid en met een transparante manier van werken in te blijven zetten op een compleet overzicht van de sector.
[1] De definitieve cijfers verschijnen binnenkort bij het CBS.
Notes
[1] De definitieve cijfers verschijnen binnenkort bij het CBS.