Ik denk dat ik een jaar of negen was toen ik voor het eerst de film Meet Me in St.Louis van regisseur Vincent Minelli zag. Één scène bleef in het bijzonder bij mij hangen. Daarin loopt een zingende Julie Garland de trap af, zweeft ze naar het raam, blijft daar zitten en droomt over haar toekomst met de boy next door op wie ze verliefd is. Het beeld vertelde mij meteen dat deze vrouw niet alleen zelf verliefd was, maar dat de scène ook een liefdesverklaring was van diegene achter de camera. En dat was ook zo. Enkele maanden na het draaien van de film trouwden Julie Garland en Vincent Minelli.
Dit was in mijn herinnering de eerste keer dat ik begreep dat de kracht van beeld ook ontstaat door de betekenis die ik er zelf aan geef. Sindsdien is mijn betrokkenheid met beeld gelukkig kritischer geworden. De problematische gendernormen, de twijfelachtige machtsrelatie tussen hoofdpersoon en regisseur en de romantisering van de racistische en gesegregeerde samenleving van suburban Amerika voelen inmiddels ongemakkelijk.
Na de presentatie van het eindrapport Onbeperkt cultuur beleven van OCW, over de toegankelijkheid van culturele instellingen, moest ik hier weer aan denken. Het rapport onderzoekt in detail de toegankelijkheid van culturele instellingen en in het bijzonder de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Vooral het stuk over mensen met een visuele beperking trok hierbij mijn aandacht: “[…] mogelijkheden om in de toekomst nieuwe vormen van informatie- en communicatietechnologie in te zetten die nu nog in ontwikkeling zijn, maar de potentie hebben om de toegankelijkheid van bepaalde typen instellingen voor mensen met een beperking te vergroten. Hierbij valt te denken aan nieuwe vormen van audiogidsen en social computing, een vorm van ICT waarbij de sociale context wordt meegenomen en op nieuwe manieren naar interactie wordt gekeken.” (Jongerius et al. 2020, 34)
Hoe kun je de interactie met kunst en cultuur op zo’n manier toegankelijk maken voor mensen met visuele beperkingen dat het de bedoelde subjectieve ervaring evenaart? Audiogidsen kunnen daarbij een geweldig hulpmiddel zijn, maar met deze one-size-fits-all aanpak is het bijna onmogelijk het persoonlijke gevoel en de associaties bij een kunstwerk te kunnen vertalen. Biedt technologie hierin een uitkomst?
Er zijn een aantal musea die hier al mee experimenteren. Sinds 1992 bestaat er bijvoorbeeld een museum voor blinden in Spanje waar artistieke werken worden ervaren door middel van tastzin. Het Amerikaanse Smithsonian museum voegt een persoonlijker element toe met de tweemaandelijkse ‘InSight’-rondleidingen. Opgeleide docenten leiden kleine groepen blinde en slechtziende bezoekers rond door het museum. De rondleidingen zijn interactief en nodigen de deelnemers uit om de displays te ervaren door middel van levendige beschrijvingen. In tegenstelling tot een standaard audiogids kunnen bezoekers stoppen, vragen stellen en om verduidelijking vragen.
Technologie kan ook een rol spelen bij het welkom heten van mensen met een beperking in musea. Er zijn veel musea over de hele wereld die innoveren met 3D-printers. Een van de belangrijkste voordelen van deze technologie is dat het mensen met een visuele beperking de kans kan geven om museumobjecten op een nieuwe manier te ervaren.
In 2018 lanceerde de Nationale Galerie Praag ‘Touching Masterpieces’, een virtual reality ervaring waarmee blinden en slechtzienden de beroemdste sculpturen van het museum kunnen ‘aanraken’, waaronder de buste van Nefertiti en Michelangelo’s David.
Wat deze voorbeelden voor mij inzichtelijk maken, is dat — om de betekenis van kunst en cultuur bij de bezoeker te laten — het belangrijk is voor culturele instellingen om dit soort gereedschappen vorm te geven in gesprek met mensen met (visuele) beperkingen. Alleen zo kun je rekening houden met de steeds aan verandering onderheven subjectieve ervaring met kunst en cultuur. Toegankelijkheid gaat op die manier niet alleen over de vraag: hoe? Maar nog belangrijker: met wie? Een onderwerp waar de Boekmanstichting mee aan de slag gaat.
Bronnen
Jongerius, M. (et al.) (2020) Onbeperkt Cultuur beleven – Eindrapport. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bron beeld
Fabrizio Verrecchia via Unsplash