Boekmanstichting Kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid

Home » Concurrentiekracht » Concurrentie nationaal » Aandeel (in)directe belastinguitgaven aan cultuur in totale belastinguitgaven

Aandeel (in)directe belastinguitgaven aan cultuur in totale belastinguitgaven

Sorry! Niet meer dan 6 items tegelijk.

Aandeel (in)directe belastinguitgaven aan cultuur in totale belastinguitgaven (%)

2005 7,26
2007 8,52
2009 6,99
2011 5,14
2013 5,04
2015 5,14
2017 5,33

De Rijksoverheid int jaarlijks allerlei soorten belastingen, maar kent ook verschillende belastingvoordelen. Zo zijn giften onder bepaalde voorwaarden af te trekken van de inkomensbelasting, en is op sommige goederen een lager btw-tarief van toepassing. Deze belastingvoordelen zijn ook wel te zien als belastinguitgaven, omdat de overheid er geld door ‘misloopt’. Daarbij is een onderscheid te maken tussen directe belastinguitgaven (voordelen in de inkomens-, winst- en vermogensbelasting) en indirecte belastinguitgaven (voordelen in de kostprijsverhogende belastingen, zoals de btw of de overdrachtsbelasting).

Een deel van deze belastinguitgaven komt ook de culturele sector ten goede, zoals het lagere btw-tarief op culturele goederen en diensten, en de multiplier in de Geefwet die het extra aantrekkelijk maakt om aan culturele doelen te schenken. In totaal steunde de overheid in 2017 de culturele sector met 112 miljoen euro aan directe belastinguitgaven en 893 miljoen euro aan indirecte belastinguitgaven. Opgeteld kwam daarmee 1.005 van de 18.865 miljoen euro die de overheid in totaal in 2017 aan belastinguitgaven had ten goede aan de culturele sector, ofwel 5,33 procent.

Sinds 2005 zijn verschillende vrijstellingen die deel uitmaakten van deze indicator afgeschaft, zoals de vrijstelling van overdrachtsbelasting bij monumenten (afgeschaft in 2010), voordelen bij cultureel beleggen (afgeschaft in 2013) en de aftrek voor kosten aan een monumentenwoning (afgeschaft in 2019). Voor een deel verklaart dit de daling in het aandeel van cultuur in de belastinguitgaven tussen 2011 en 2013. De daling tussen 2009 en 2011 wordt daarentegen vooral veroorzaakt door een snelle groei van belastinguitgaven aan andere doelen dan cultuur.

Vanaf 2013 is binnen deze indicator echter ook een regeling toegevoegd: de kosten voor de culturele multiplier in de Geefwet. Met 6 miljoen euro had deze in 2017 evenwel een klein aandeel in de totale belastinguitgaven.

Door een wijziging of correctie in de brondata of dataverzameling zijn één of meerdere waarden van deze indicator gewijzigd ten opzichte van de vorige editie van de Cultuurindex Nederland.

Deze indicator heeft een voorlopige status. Vanaf 2013 zijn in deze indicator ook de kosten voor de culturele multiplier in de Geefwet toegevoegd.

Bronnen

APE en Dialogic (2017) Evaluatie Giftenaftrek.

Utrecht: Dialogic.

Ministerie van Financiën.

Rijksbegroting (hoofdstuk 5).

Bewerkt door Sigrid Hemels en Henk Vinken.

Notes

Door een wijziging of correctie in de brondata of dataverzameling zijn één of meerdere waarden van deze indicator gewijzigd ten opzichte van de vorige editie van de Cultuurindex Nederland.

Deze indicator heeft een voorlopige status. Vanaf 2013 zijn in deze indicator ook de kosten voor de culturele multiplier in de Geefwet toegevoegd.

Partners & subsidiënten