Vanavond zou in het Concertgebouw Gustavs Mahlers Achtste Symfonie live te horen zijn geweest tijdens de derde, historische editie van het Mahler Festival. Met vele honderden muzikanten tegelijk op het podium is het een van de grootste en monumentaalste symfonieën ooit geschreven, maar tegelijkertijd is het een stuk dat als geen ander de grote problemen illustreert waarmee de coronacrisis de cultuursector confronteert.
Toen op 12 september 1910 de laatste klanken van Gustav Mahlers Achtste Symfonie wegstierven in de Neue Musik-Festhalle in München, barstte een ovatie los die liefst twintig minuten duurde. Er was dan ook veel om voor te applaudisseren. Ruim 1.000 muzikanten stonden die dag op of naast het podium, waaronder acht solozangers, een kinderkoor van 350 stemmen, meerdere volwassenen koren, een extra groot orkest, een klein fernochester op afstand, en bespelers van onder meer het orgel, het klokkenspel, het harmonium, de piano en de celesta. Van de donderslag op orgel waarmee de symfonie begint tot aan de grootse finale waarin je volgens Mahler het universum haast kunt horen galmen: in de anderhalf uur voorafgaand aan het applaus hadden deze muzikanten de gasten bij de première meegenomen op een muzikale reis over de verlossende kracht van de liefde en het eeuwig vrouwelijke. Een symfonie uit en ván duizenden, waardoor het niet lang duurde voordat het stuk die bijnaam ook daadwerkelijk kreeg.
Mahlers Achtste Symfonie – Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht (2019)
Wanneer de Achtste Symfonie tegenwoordig wordt uitgevoerd, staan er meestal aanzienlijk minder muzikanten in de programmaboekjes opgesomd, maar drie- à vierhonderd orkest- en koorleden zijn niettemin nog altijd nodig. Het maakt uitvoeringen van Mahlers Achtste tot een artistieke, logistieke én financiële uitdaging, waardoor het stuk doorgaans ook relatief weinig geprogrammeerd wordt. De laatste jaren zijn Nederlandse Mahler-fans evenwel verwend: recent werd de symfonie nog uitgevoerd door het Philips Symfonie Orkest (2017), Rotterdams Philharmonisch Orkest (2018) en Nederlands Philharmonisch Orkest (2019).
Vanavond stond de vierde uitvoering in evenzoveel jaar op de planning. Een historische, tijdens het derde Mahler Festival dat deze dagen in het Concertgebouw – exact een eeuw na de eerste editie – zou plaatsvinden. Tien dagen lang zouden de vier orkesten die Mahler zelf gedirigeerd heeft al zijn symfonieën uitvoeren. Maar zoals Mahler zelf tijdens zijn leven doorlopend geplaagd werd door ziektes, zo is het ook een ziekte die een streep zette door het festival en de zeven jaar voorbereiding die daaraan vooraf waren gegaan. Het Mahler Festival werd geannuleerd, maar kreeg gelukkig wel een digitale variant, met dagelijks streams van eerdere opnames, documentaires en persoonlijke herinneringen van concertleden.
Het is dan ook zeer de moeite waard om vanavond vanaf 20.30 je koptelefoon op te zetten, het volume omhoog te draaien en je in Mahlers Achtste onder te laten dompelen. Ook als stream kan dat een imponerende en soms ontroerende ervaring zijn. Bovendien heeft een videoregistratie verschillende voordelen ten opzichte van een live uitvoering. De regie brengt vaak precies in beeld waar in het orkest iets gebeurt en wanneer bepaalde instrument(groep)en inzetten, waardoor je mogelijk ineens subtiele klanken opvallen die je in het geheel anders misschien gemist zou hebben. Je ziet de mimiek en de emotie van dirigent en orkestleden van dichtbij, en met een beetje geluk heeft de video ondertiteling waarmee je de gezongen tekst kunt volgen.
Toch: zo indrukwekkend als een live uitvoering zal een stream waarschijnlijk nooit worden. Waar in een concertzaal de golf van geluid die ontstaat wanneer honderden muzikanten tegelijk inzetten je haast dreigt te overspoelen, blijven thuis de voeten veilig droog. Je mist de fysieke ervaring, die je de muziek soms bijna laat voelen. Of neem één van de mooiste momenten van de symfonie, waarin het orkest verstilt en de Mater Gloriosa – de maagd Maria – heel ijl begint te zingen. Tijdens veel live uitvoeringen staat zij niet op het podium, maar ergens hoog in de zaal. Het publiek hoort haar eerder dan dat ze haar ziet, waardoor voor een kort ogenblik de illusie gewekt wordt dat daadwerkelijk een stem van boven in het stuk intervenieert. Een illusie die in een stream haast onmogelijk na te bootsen is.
Mater Gloriosa in Mahlers Achtste Symfonie – Müncher Philharmoniker o.l.v. Valery Gergiev (2019)
Het is dan ook te hopen dat Mahlers Achtste snel weer een keer live in Nederland te horen zal zijn, maar tegelijkertijd roept de huidige tijd de vraag op in hoeverre die wens realistisch is. Misschien nog wel meer dan andere klassieke stukken illustreert de symfonie immers de grote problemen waarvoor de cultuursector zich op dit moment gesteld ziet. Theaters en concertzalen worstelen met de anderhalvemetersamenleving: niet alleen met de vraag hoe publiek veilig kan plaatsnemen, maar ook hoe een volledig orkest op anderhalve meter afstand van elkaar op het podium gepositioneerd kan worden. In het Concertgebouw zou een normaal orkest mogelijk in de Grote Zaal passen op de plek waar normaal het publiek zit, maar voor de honderden muzikanten die je nodig hebt voor Mahlers Achtste, lijkt dat ondenkbaar als er ook een redelijk publiek moet kunnen plaatsnemen. Ook de logistiek zou een uitdaging zijn: niet zelden worden voor de symfonie internationale koren en solisten gevraagd. Dat vereist de mogelijkheid om vrijuit te kunnen reizen, maar wanneer is dat weer mogelijk? En bovenal: willen orkesten nog wel het financiële risico nemen dat een uitvoering van Mahlers Achtste met zich meebrengt, gezien de enorme klappen die zij nu krijgen en de onzekerheid over hoe het publiek zich na afloop van de coronacrisis zal gedragen?
Tot er een goed werkend vaccin voor het coronavirus is, zal een nieuwe uitvoering van Mahlers Achtste dan ook een nog grotere uitdaging dan gewoonlijk zijn. Toch staat er voorlopig nog één gepland in Nederland. Het is de bedoeling dat in december dit jaar het Noord Nederlands Orkest het stuk ten gehore zal brengen. Als het tegen die tijd of anders in de nabije toekomst veilig kan en mag, hoop ik dat die uitvoering door zal kunnen gaan, en net als de première in 1910 met minstens twintig minuten applaus zal eindigen. Voor de muzikanten die deze prestatie geleverd hebben, maar zeker ook voor de klassieke muzieksector als geheel. Omdat een nieuwe uitvoering van Mahlers Achtste misschien wel het beste bewijs zou zijn dat we op enige manier onze weg uit de coronacrisis hebben weten te vinden.
Finale van Mahlers Achtste Symfonie – Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin (2018)
Dit artikel is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur, waarmee de Boekmanstichting een bijdrage wil leveren aan het gesprek over de impact en gevolgen van de coronapandemie op de culturele sector. Wilt u in contact komen met ons over dit initiatief of een bijdrage leveren? Stuur dan een bericht!