Halverwege maart kwam het dagelijks leven in Nederland stil te liggen vanwege de coronapandemie. Alleen voor het hoogst noodzakelijke mocht men naar buiten. Openbare gelegenheden werden abrupt gesloten en het enige entertainment vond men nog aan huis. In de maanden daarna werden de coronamaatregelen stap voor stap versoepeld.
Meer zaken mochten hun deuren weer opengooien, maar in de culturele en creatieve sector bleef het voor het grootste deel stil. Van culturele instellingen tot freelancers, iedereen worstelt met de nieuwe anderhalvemetersamenleving. Hoe kunnen creatieve makers zich staande houden in deze tijden? Zijn hun werkzaamheden sterk veranderd? Hoe zien zij de toekomst voor zich? Naar aanleiding van deze vragen spraken we de afgelopen twee maanden met een aantal makers uit de creatieve en culturele sector. Deze interviews zijn inmiddels gepubliceerd op onze website. In dit artikel worden een aantal ervaringen van makers uitgelicht en bespreken we welke invloed hun ervaringen op de langere termijn kunnen hebben op de cultuursector.
Op 12 maart jl. kondigde de regering ingrijpende maatregelen aan: men werd opgedragen om per direct thuis te gaan werken en social distancing werd aangeraden. Evenementen werden afgelast, musea sloten hun deuren, in theaters viel het doek en in concertzalen stierf de laatste noot weg. Voor velen in de cultuursector betekende sluiting van de werkplek ook het stopzetten van het werk en een direct verlies van inkomsten. Dat gold voor instellingen, maar met name voor zzp’ers, die samen ongeveer de helft van de werkenden in de culturele sector vormen (Rasterhoff 2020). Hun opdrachten of anderszins tijdelijke werk, zoals voor een evenement, vielen weg. De overheid voerde al snel een economisch noodpakket in waarbij onder andere lonen gedeeltelijk werden vergoed (NOW) en vele zzp’ers en ondernemers aanspraak konden maken op een tijdelijke uitkering (Tozo en TOGS). Voor (voornamelijk) rijksgesubsidieerde instellingen werd een aanvullende 300 miljoen euro aan noodsteun vrijgemaakt, maar schattingen van de economische schade aan de sector bedragen een veelvoud daarvan. Er is al veel geschreven over de urgente financiële nood en het tekortschieten van de huidige maatregelen, maar hoe hebben de makers zelf de afgelopen periode eigenlijk beleefd en ervaren?
In eerste instantie overheersten gevoelens van begrip. De geïnterviewde makers begrepen volkomen dat ingrijpende maatregelen nodig waren om de volksgezondheid te bewaken en de druk op de ziekenhuizen in toom te houden. Naarmate de maatregelen aanhielden en er voor veel makers nog geen zicht was op nieuwe inkomsten, kwam er naast het gevoel van begrip ook een sluimerende lusteloosheid op. ‘Wat persoonlijk vooral speelde was een gevoel van lamlendigheid. Het leek bijna alsof niets anders ertoe deed dan het coronavirus’, vertelden het kunstenaarskoppel: programmamaker Bahram Sadeghi en documentairemaker Dikla Zeidler. Visueel kunstenaar en schrijver Quinsy Gario deelde mee in dat gevoel: ‘Het lag er vooral aan dat ik me overwhelmed voelde door alle informatie, door onzekerheid, door alles wat er gaande was en is’. ‘Geannuleerde opdrachten en performances, zonder zicht op wanneer het werk weer wordt opgepakt’, vervolgde Gario, ‘omdat opdrachtgevers zich ook op glad ijs bevinden’. Dat makers in een machteloze positie verkeren, legde sopraan Elise van Es uit: ‘ik ben niet werkloos, maar ik heb een werkverbod’. Hiermee legde ze vinger op de zere plek: voor veel werkende Nederlanders kon het werk thuis voortgezet worden, maar voor een belangrijk deel van de werkenden in de cultuursector is dit niet geval. Hun werk is afhankelijk van optredens, zoals in het theater of de concertzaal, evenementen of anderszins culturele uitingen waarbij grote groepen mensen bijeenkomen. ‘De evenementenbranche ging als eerste dicht en gaat als laatste weer open’, aldus Van Es.
De gesprekken gingen niet slechts over de onzekere situatie waarin deze zzp’ers verkeren, maar ook over veerkracht. In plaats van dat ze bij de pakken neer bleven zitten, stelde de huidige situatie sommigen in staat om out of the box te denken. Sadeghi en Zeidler startten bijvoorbeeld een thuisbakkerij. Ze verdienden weliswaar geen vetpot, maar ze waren tenminste bezig: ‘we passen ons leven aan naar de financiële mogelijkheden die we hebben. En kijken meer naar wat we wel hebben, in plaats van wat niet’. De crisis dwong de geïnterviewde makers te improviseren en een draai te geven aan de normale werkzaamheden. ‘Ik heb vertrouwen gekregen in ons vermogen met de crisis om te gaan, doordat we oplossingen hebben bedacht die crisisbestendig zijn’, zo liet Sadeghi weten. In de interviews klinkt ook vertrouwen door, wanneer er gekeken wordt naar waarmee wél gewerkt kan worden in plaats van wat er gemist wordt. Daar haakte ook singer-songwriter Magda Mendes op in: ‘maandenlang ben ik bevroren geweest… maar ik zie gelukkig weer mogelijkheden en moet nu binnen die kaders iets verzinnen’.
Hoewel een aantal van de geïnterviewde makers voorzichtig optimistisch naar de toekomst probeert te kijken, ervaren ze naast de financiële tekorten ook een gebrek aan begrip. ‘Er lijkt weinig besef te zijn van wat cultuur kost, en hoeveel tijd en hard werken er voor ons in zit’, vertelde Elise van Es. Veel artiesten zullen intensief door moeten blijven oefenen om op hetzelfde niveau te blijven, ook als er geen optredens in het vooruitzicht zijn. In een sector waar velen hun werk met veel passie uitvoeren – soms zelfs onbetaald of onderbetaald – wordt gebrek aan begrip extra gevoeld. Altvioliste Sofie van der Schalie vertelt hoe ze al in haar brief aan minister Van Engelshoven stelt dat voor haar de combinatie van ‘passie, bevlogenheid en genoeg verdienen om rond te komen, samen met de waardering van het publiek in de zaal’ het vuurtje aanhield. Ook uit andere noodoproepen van de cultuursector die de afgelopen maanden in de media verschenen klinkt door dat veel van de pijn die wordt gevoeld te maken heeft met de ondergewaardeerde positie van kunst en cultuur. ‘Waar ik vooral verdriet van krijg – ook al zal er weinig veranderen aan het beleid – is dat muzikanten en andere makers in de culturele sector vanuit de overheid weinig erkenning krijgen. We worden niet liefdevol omarmd, terwijl wij dat wel verdienen’, gaf Magda Mendes aan. ‘Het is een verhaal van alle tijden: cultuur wordt als eerste geraakt en het lijkt alsof dat er niet toe doet. Terwijl niemand zonder muziek kan, die waardering zou meer uitgesproken moeten worden. Cultuur – in al haar diversiteit – is het gezicht van een land en ik hoop dat onze politici zich dat beseffen’, betoogde Mendes.
De voor dit artikel geïnterviewde makers hebben allemaal een eigen verhaal. Maar de interviews bieden meer dan een kijkje in individuele ervaringen. De financiële impact van de coronacrisis blijft voor alle zelfstandigen een grote zorg, maar de gesprekken laten ook zien dat de impact niet alleen in de portemonnee, maar ook in het hart worden gevoeld. De ervaringen van de geïnterviewde freelancers sluiten aan bij een recent verschenen analyse van onderzoek naar en beleidsmaatregelen voor de cultuursector in het Verenigd Koninkrijk (Comunian 2020). In hun artikel Creative and cultural work without filters: Covid-19 and exposed precarity in the creative economy concluderen onderzoekers Roberta Comunian en Lauren England dat er nog teveel aandacht naar de financiële impact van corona op de korte termijn uitgaat. Ze roepen op tot beleid dat de langere termijn in het vizier houdt en actief op zoek gaat naar de minder zichtbare gevolgen van corona. De door ons gevoerde gesprekken bevestigen dat voor een veerkrachtige sector en bestendige beroepspraktijk een beter begrip van de structurele precaire omstandigheden, complexe demografische samenstelling en hybride beroepspraktijken in de sector nodig is. Zoals Sofie van der Schalie de combinatie van beloning en waardering de brandstof voor het vuurtje noemde, kan de creatieve haard snel uitdoven wanneer zulk begrip uitblijft. Met elke culturele instelling die op omvallen staat en elke cultuurmaker die noodgedwongen een ander beroep kiest, verliest de cultuursector een beetje kleur. Dat is extra wrang in een tijd waarin de hele bevolking voor grote uitdagingen staat. En zoals de recent opgerichte Sociaal Creatieve Raad benadrukt, er juist inspiratie en kennis uit de cultuursector nodig is.
Bronnen
Goedhart, M. en Bervoets, R. (2020) ‘Ik ben niet werkloos, maar heb een werkverbod’. Op: boekman.nl, 22 juni.
Goedhart, M. en Bervoets, R. (2020) ‘Om als overbodig gezien te worden doet pijn’. Op: boekman.nl,14 juli.
Pigaht, J. en Bervoets, R. (2020) ‘Strijdbaarheid, solidariteit en moed’. Op: boekman.nl, 9 juni.
Pigaht, J. en Bervoets, R. (2020) ‘We kunnen niet verder waar we geëindigd zijn’. Op: boekman.nl, 25 juni.
Rasterhoff, C. en Schrijen, B. (2020) ‘Hoe precair is het werk in de cultuursector?’. Op: boekman.nl, 27 mei.
Comunian, R. en England, L. (2020) ‘Creative and cultural work without filters: Covid-19 and exposed precarity in the creative economy’.In: Cultural Trends, 29:2,112-128. [https://doi.org/10.1080/09548963.2020.1770577]
Dit interview is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur, waarmee de Boekmanstichting een bijdrage wil leveren aan het gesprek over de impact en gevolgen van de coronapandemie op de culturele sector. Wilt u in contact komen met ons over dit initiatief of een bijdrage leveren? Stuur dan een bericht.
Dit artikel is onderdeel van het coronaplatform voor onderzoeksvragen en kennisdeling in cultuur.
Auteur: Rosanna Bervoets (stagiaire) en Claartje Rasterhoff
Over onze stagiair Rosanna Bervoets
Rosanna Bervoets studeert International Bachelor of Arts and Culture Studies (IBACS) aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Voor haar studie heeft ze de afgelopen drie maanden stagegelopen bij de Boekmanstichting. Voor het coronaplatform mocht ze haar eigen (kleine) onderzoek doen. Met behulp van collega’s heeft ze diverse makers uit de creatieve en culturele sector geïnterviewd, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in dit artikel.
